Het is niet alleen stil tijdens de race omdat er 22 afmeldingen zijn, maar vooral omdat Jacques Vandewal er niet bij is. Met hem heb ik vorig jaar april de fifty/fifty gelopen. Dat was ook in Soerendonk, maar op een ruig en pittig parcours met veel karrensporen en dwars door weilanden heen. Het leek wel een cross. Gelukkig heeft Ton een voor dit weer aangenamer parcours, hoewel door de weersomstandigheden er toch nog 12 zijn uitgestapt. Even terug naar Jacques. Tijdens die twee races heb ik met hem samengelopen. Vlak naast hem lopend hoefde ik mijn energie enkel in het lopen te steken. Jacques kon het opbrengen om je tijdens het lopen de oren van de kop te lullen. Mazzel voor mij, ik hoefde niks terug te zeggen.
Persoonlijk vind ik het prettiger dat deze 50 km in Soerendonk gelopen wordt. Voor mij is dit een thuiswedstrijd, Zolder ligt wat verder weg. Niet alleen vanuit geografisch oogpunt bekeken, maar de omgeving, de natuur, de stilte boeit me. Tijdens het koffiedrinken in de manege zien we op een weiland dat tegen de bossen aangrenst, zeker 10 tot 12 herten voorbij rennen. Iemand zegt, het zal wel een supporter geweest zijn: ’zo snel zijn jullie straks niet’. Deze logica kan niemand tegenspreken. Ook al omdat de kantine tevens gebruikt wordt als kleedkamer heerst er een gezellige drukte.
Kwart voor 10 lopen we gezamenlijk naar de start. Ik sta er versteld van dat er enkele lopers korte broekjes dragen en zelfs t shirts met korte mouwen. Willy Jonkers heeft er flink spijt van. Hij moet halfweg de wedstrijd flink inleveren omdat door de sneeuw zijn armen onderkoeld raken. Door eigen ervaring wijs geworden, begrijpt hij nu pas dat lange mouwen niet altijd zweten hoeft te betekenen.
Iets na tienen starten we. Het parcours begint op een zandpad. Het is nog redelijk beloopbaar. Een paar kilometer verder begint het fietspad. Na 500 meter ligt er veel water waar niet overheen te springen is. Je moet door de modder. Probeer je schoenen, althans de bovenkant, droog te houden, denk ik bij dit knelpunt. De rest van de route, op het laatste stukje voor de doorkomst na, is lekker vlak zonder hindernissen.
We lopen 7 ronden. Op een breed lang fietspad krijgen we de harde wind vol op het lichaam. Daarbij begint het ook nog te hagelen en sneeuwen. Ik zit in een groepje van vijf, waaronder Jack Hendrickx. Hij loopt op kop, ik probeer achter zijn boomlange lichaam beschutting te zoeken, maar de sneeuw en vooral de hagel snijden als messen in elk gezicht. Je verschuilen, levert geen rendement op. Met de wind in de rug, worden de buien minder. Frappant dat in de tweede en derde ronde exact op hetzelfde open stuk, niet alleen de wind, maar ook de buien weer op ons lichaam beuken. De omgeving is in een paar uur veranderd in een sneeuwlandschap. Slechts enkele witte auto’s en een stelletje lopende sneeuwpoppen maken er deel van uit. Jack voelt dat zijn oren bevriezen, van mijn gezicht loopt ijswater tot in mijn schoenen toe.
De doorkomst bij de 3e ronde is een modderpoel geworden. Jack ziet het niet meer zitten: ‘De lol is er voor mij af, zo kan en wil ik niet nog een paar uur verdergaan, ik stap uit’. Ik twijfel in gedachten of ik moet denken dat het positief is dat Jack uitstapt, omdat het vanaf dat moment voor de volhouders droog blijft, of dat ik moet denken dat het jammer voor hem is dat hij niet heeft doorgezet.
Ondertussen zijn we door Marc, Math en Patrick gedubbeld. Wim Epskamp volgt op flinke afstand, maar aan zijn loopstijl is te zien dat hij terrein wint. Bij een haakse bocht gaat Math onderuit, verwond zich wat aan zijn kin en kan daardoor niet meer aanhaken. Marc wint, omdat Patrick alleen maar genoegen neemt met een tweede plaats en Wim wordt nummer drie, hij heeft een hele sterke tweede helft gelopen.
In deze barre omstandigheden heb ik geen moment gedacht onder de 5 uur te finishen. Op sommige stukken bij een wit romantisch kerkje liggen kleine steentjes, die in sneeuwbuien 2 ronden lang venijnig glad zijn. Toch kan ik later versnellen. In de voorlaatste ronde krijg ik het moeilijk. Voor de resterende 7 km heb ik nog ruim een uur de tijd om aan mijn schema te voldoen. Het gaat weer zoals het hoort, er kan onderweg nog een praatje af met Ineke Scheffer die nog een ronde moet. Dat stimuleert me om toch nog in een mooie tijd over de meet te komen: 4.45.31.
Christien en Margriet hebben al die tijd in de auto gezeten om te jureren, bedankt. Rob Tieleman is er ook weer bij, echter niet als loper, maar verzorger. Hij kan het beter bij het lopen houden. Daar ligt zijn talent. ‘Oh, is de cola op, ik breng het je na’, roept hij als ik een leeg bekertje van de tafel pluk.
Ton bezorgde ons een geslaagde vervanging van Zolder. Veel deelnemers, een mooi parcours met zelfs een in België geliefde tombola. De Limburgtrofee is voor 2005 gered, fijn zo.
Vincent Schoenmakers