Bijna altijd schrijf ik een verslagje van mijn wedstrijden. Dat doe ik voor mezelf, zodat ik later, als ik niet meer kan lopen, nog leuke herinneringen aan al die lopen heb. Ik doe het ook voor de lezers van Ultraned, want uit de reacties die ik krijg merk ik dat die verslagen op prijs worden gesteld. Maar, ik kan me voorstellen dat mijn verslag over de 6 uur van de DTS niet bij iedereen goed is gevallen. Ik was daarin te snel en zeker te veroordelend in mijn reactie over doorlopen na het einde signaal. Ik heb de zaak ondertussen met Rob Steyger, de onvermoeibare organisator van deze mooie 6 uur, doorgepraat en het schijnt dat de betrokken loper het eindsignaal niet heeft gehoord. Snelle woorden, langzame voeten. Soms wilde ik wel dat ik net zo snel kon lopen als dat ik kan schrijven, soms is het veel beter net zo langzaam te schrijven als ik loop.
Dan de Binnenmaas 2005, een editie die wat betreft het weer geheel verschilde met die van vorig jaar. Een heerlijk lente weertje, een graadje of 13, 14 met heel weinig wind en zelfs een heel klein beetje zon. Kortom, een perfecte loopdag. De start van de sololopers was al om 9:15 uur. Vanachter een opzij glijdend hek gingen we van start voor drie ronden van 21 kilometer over bochtige dijken en lange rechte polderwegen. Zo vroeg in de ochtend is er nog maar weinig volk op de been. Het landschap ligt er dan nog heerlijk vredig en rustig bij. Prachtig om in te lopen, zeker vandaag omdat ik het meer als training wilde zien dan als wedstrijd. En dan is het prettig om gezelschap te hebben. En zo lopen Ben Mol en ik vanaf het begin samen op. En we lijken wel een stal oude kletswijven, het is geen moment stil. Zowat alles wat in een mensenleven kan geschieden kwam voorbij. Maar het waren niet alleen maar serieuze zaken die ons bezighielden. Ook de lammetjes in de wei en het mooie weer werden genoemd. En natuurlijk is het ultralopen de rode draad in onze gesprekken.
In de tweede ronde is er in de kleine dorpjes en gehuchten, maar vooral ook op de weg heel wat meer te doen dan in de eerste ronde. De estafettelopers zijn nl ook van start gegaan en halen ons regelmatig in. Overal vonden wisselingen van die lopers plaats en Ben en ik werden dan door hun supporters herhaaldelijk aangemoedigd. En natuurlijk werd er weer gezegd dat ‘het er nog goed uitzag’. Daar ben ik dan altijd weer blij om.
Het was steeds weer een genot om bij een verversingspost aan te komen. Sowieso omdat ik dorst had en de posten best ver uit elkaar stonden, maar ook omdat ze zo goed verzorgd zijn met volop sportdrank, cola, water, verschillende soorten koek, banaan, appel etc. Perfect geregeld.
Ondertussen heb ik het al lekker warm gekregen. Mijn jasje heb ik omgeknoopt, mijn handschoenen uitgedaan. Zelfs mij mouwen had ik opgerold. Toch wel weer even wennen als het weer richting 15 graden gaat.
Onze eerste ronde ging in 2:04, op zijn gemakje dus. Ook de tweede ronde gaat rustig aan. Ben heeft nog behoorlijk last van zijn blessure, maar is al wel weer volop in training voor de 24 uur straks in juli in Italië. Vooraf is hij met de organisatie overeen gekomen om met de sololopers te starten, maar toch de marathonafstand te lopen, dus na twee rondjes houdt Ben het voor gezien. Het tweede rondje ging overigens in 2:12.
Dan de derde ronde. Eerst dacht ik nog flink te versnellen en zo wellicht nog iemand in te halen, maar mijn achterstand op de andere lopers is dan al vrijwel onoverbrugbaar. Dus dan maar gewoon rustig aan. Het is nu toch een stuk warmer, tenminste ik heb het een stuk warmer. Bij de eerste drankpost, na ruim zeven kilometer van de start, drink ik vier bekers water en sportdrank, zo’n dorst had ik. Daar heb ik ook mijn jasje, handschoenen en shirt aan iemand van de organisatie gegeven. Loopt wel zo lekker zonder al die bagage. En, na afloop lag het keurig opgevouwen op me te wachten.
Ondanks dat mijn tempo laag is gaat het lopen me steeds moeilijker af. De afgelopen nachten heb ik ook slecht geslapen door een verstopte neus, met overdag en zeker nu onder het lopen een loopneus (nu weet ik waar die naam vandaan komt). Hopelijk gaat het snel weer over. Bij de tweede drankpost weer drie bekers vocht en weer verder. Toch wel een rot gevoel in je maag als je zoveel hebt gedronken, maar ik heb het wel nodig. Op het laatste rechte eind, op drie km voor de finish bedenk ik me dat als ik in dit tempo doorloop ik er langer over doe dan vorig jaar met zware storm en regen. Toen was het afzien, nu gaat het niet echt gemakkelijk, maar afzien doe ik niet. En dan komt Maasdam gelukkig weer in zicht. Nog één keer linksaf en door de finish. Voor het eerst van mijn leven ben ik laatste in een wedstrijd geworden. Dat is toch wel een heel aparte gewaarwording.
THEO DE JONG