{b}Sakura Michi Nature Run 2005{eb}
{i}In de herfst van 2004 krijg ik een uitnodiging in de bus om in Japan de Sakura Michi Nature Run te lopen. Dankzij ‘lieve woorden’ vanwege mijn vriend en Japan-kenner Joseph Buteneers bij één van de organisatoren, dhr. Hiroshi Ogo, een 61-jarige ex-professor word ik weerhouden als één van de 15 niet-Japanners die dit jaar aan deze race mogen deelnemen. Ik heb, bijna 3 jaar na de spartathlon, wel nog eens zin om een hele zware te doen. De organisatie verzorgt gedurende 10 dagen kost en inwoon; ik moet enkel het vervoer regelen en zorgen dat ik tegen eind april in topvorm ben.{ei}
De voorbereiding begint eigenlijk eind 2004 met de winterduathlon van Kasterlee. Mijn looptraining blijft stabiel met gemiddeld 100 km/week, maar ik fiets gedurende een paar maanden wat meer zodat ik toch 20 uur per week bezig ben. De vorm is goed en begin dit jaar loop ik de Fat Ass Fifty race in Schinnen over 50 km zonder forceren in 3h45. Snelheid was er voldoende. Nu moet ik enkel nog 3 maanden rustig kilometers verzamelen en regelmatig wat rustdagen inlassen. Het schema dat ik kan afwerken leek mijn inziens, met weken schommelend tussen 100 en 200 km (in totaal zo’n 1800 km op 3 maanden) zwaar genoeg maar niet overdreven. Tussendoor fiets ik nog wat als recuperatie.
Eind maart slaat het noodlot toe. In Texel na 105 van de 120 km af te leggen kilometers, krijg ik een diepe pijn in mijn linkerknie. Ik kan de wedstrijd wel uitlopen, maar een paar dagen later is ook mijn linkerscheenbeen ontstoken. Het knieprobleem, waar ik het meest voor vrees, wordt verdrongen door het ontstoken onderbeen, wat nu meer pijn doet en ook beter behandelbaar is. Na een kleine 3 weken, net voor de afreis naar Japan, mag ik de 1ste maal terug lopen. De test slaagt, maar mijn vertrouwen in een goede afloop is miniem.
Zaterdag 16 april reis ik met Joseph af naar het land van de reizende zon en hij heeft precies een week om mijn moreel op punt te krijgen. De reis verloopt vlot en ook de accommodatie is perfect in orde.
Langzaamaan stromen ook de andere Europeanen toe. 2 Denen, 1 Noor, 1 Duitse, 1 Est, 1 Griek, 4 Fransen, Rita Buiten en Leo Van Tichelen zijn de medelogées. Naarmate de week vordert is iedereen meer en meer met de wedstrijd bezig. Tijdschema’s en klaar te leggen benodigdheden voor tijdens de wedstrijd worden gretig besproken. Geen eenvoudig karwei met de zeer wisselvallige Japanse weersomstandigheden. Het is wel lente, maar we hebben deze week toch ook al 2 dagen non-stop regen gehad. De dagen dat het mooi is, zo’n 20°C, brengen dan wel heel frisse nachten met zich mee (tegen het vriespunt). In ieder geval, door zo met de wedstrijd bezig te zijn, groeit mijn geloof en hoop op een gunstig eindresultaat. Bovendien kan Leo zich perfect vinden in mijn tactiek en we zouden trachten zo lang mogelijk samen te blijven. Leo liep de Sakura Michi al 4 maal uit, ervaring zat dus. Het doel is om het 1ste eliminatiepunt rond 107 km te bereiken in 12 uur (2 uur reserve). Daarna moeten we ons door de nacht en over berg werken. Normaal moeten we er komen door verder geconcentreerd de makkelijke stukken heel rustig met korte pauzes te lopen en de steilere gedeeltes te wandelen. Het hoogste punt van de wedstrijd bevindt zich op zo’n 900 m boven de zeespiegel. Het parcours dat sterk golvend is, bevat ook oneindig veel tunnels, waarvan de langste meer dan 3 km.
Zaterdagmorgen om 6h00 is de start bij het kasteel van Nagoya, aan de Grote Oceaan. Japanse politieorders laten enkel een verspreide start toe in 6 groepjes, die om de 3’ mogen vertrekken. Ik start in groepje 4 om 6h09 en toevallig zit Leo ook in mijn groep. Joseph heeft me op voorhand genoeg gewaarschuwd me niet door Leo te laten verleiden om te snel van start te gaan en dat gebeurt dus ook niet. Er zijn 5 bevoorradingsposten op gemiddeld 5 km van elkaar en in totaal zullen meer dan 1000 vrijwilligers in de weer zijn om de 78 lopers doorheen Japan te loodsen.
Bij post 5 liggen onze 1ste spullen, bidonhouder met 3-action sportdrank en wat rehydratiezout. We passeren hier op 2h35 dus net geen 10 km/h. De hemel is helblauw en de temperatuur loopt al richting 20°. We doen hier onze lange broek uit maar ons shirt met mouwen houden we aan, vooral als bescherming tegen de brandende zonnestralen. De eerste uren moeten we de grootstad Nagoya (3de van Japan met zo’n 3,2 miljoen inwoners) zien uit te geraken. Stoep op en af langs drukke wegen, de natuur is hier ver weg. Bovendien moeten de verkeersregels gevolgd worden en regelmatig moeten we op drukke kruispunten halt houden totdat het verkeersvrij is. Echt plezant is dat niet, maar de regels gelden voor iedereen. Rond km 40 meen ik een paar steken te voelen in lijn linkerknie. Waarschijnlijk vals alarm, want enkele meters verder loopt alles weer vlot.
Km 50 bereiken we in 5h15 en we doen ons te goed aan wat banaan en vooral aardbeien. De Japanse rijsthapjes en aanverwanten slaan bij ons echt niet aan. Onze coach Joseph is tevreden dat alles zo goed en ontspannen gaat. We lopen ondertussen al een tijdje langs een rivier, maar de weg kronkelt voortdurend, soms dalend maar vooral stijgend. Leo pakt soms enkele meters voorsprong, ik heb de indruk dat hij sneller wil. Ook mijn sanitaire stop lijkt hem wat lang. Voor mij in alle geval lang genoeg om een extra, illegale bevoorrading mee te pikken van een Japanner die me spontaan een smakelijk ijsje overhandigt. Ik heb veel moeite om de helft bij Leo te krijgen, maar als dit lukt is hij toch ook tevreden. Wat verder na een brug, km 75, Leo is weer wat voorop, loop ik even mee met Heike Pawzik, het Duitse loopbeest. We babbelen wat over het wedstrijdverloop als plots felle steken mijn knie terug teisteren. Ik probeer ze niet te voelen, maar pas op het eind van de afdaling
(1 km verder) kan ik pas terug normaal lopen. Leo heeft al veel achterom gekeken en in zijn handen geklapt, als ik terug bij hem kom. Ik zeg hem dat het er in één keer niet meer goed uitziet en dat hij best niet te veel meer naar mij moet kijken. “Tut, tut, tut, we gaan samen door”, zegt hij. Bij de volgende bevoorrading is alles weer onder controle. Leo blijft wat langer hangen en ik vertrek voor hem. Blijkbaar heb ik terug een goede periode, want Leo blijft zeker 10’ achter mij. Wat verder scheurt mijn bidonhouder. Ik probeer hem al wandelend met behulp van een drietal veiligheidsspelden terug bruikbaar te maken tot ergernis van Leo, die nu duidelijk vindt dat hij hier tijd aan het verliezen is. Rond 11h15 lopen we samen het 100 km punt voorbij. In de afdaling naar Shirotori sluipt Leo weer wat weg. Voor de 3de keer schiet de pijn door mijn knie en het begint tot mij door te dringen dat het vooropgestelde doel onbereikbaar wordt. In de verte staat Leo te zwaaien op een viaduct, maar ik geraak amper nog vooruit. De laatste 2 kilometers naar Shirotori leg ik wandelend af en ik kan mijn emoties niet bedwingen. Waarom zoveel opofferingen gedaan tijdens de voorbereidingen en waarom zoveel egoïst geweest? Wat hou ik eraan over?
Bij km 105 staat Leo al vertrekkensklaar; “ik kan niet blijven wachten”. Ik wens hem veel goede moed en stort me in de armen van Joseph. Het zit me heel diep, ik krijg amper iets gezegd. Joseph praat wat op me in en raadt me de kinesist aan. Die voelt wel dat er iets niet in de haak zit, maar hij probeert toch met wat manuele therapie en een bandage me terug op te lappen. Het wordt stilaan donker en Joseph helpt me in mijn avondtenue te hijsen. Ik maak nog uitgebreid tijd om wat boterhammen en rijst te eten en om 18h30 ben ik terug klaar voor de strijd. Ik heb nog 1,5 uur reserve, dus ik kan rustig nog wat proberen. Eens op gang lukt het lopen weer pijnvrij. Helaas maar voor zeer korte duur. Amper 10’ later zit mijn knie terug vast. Over en out dus!!!
Ik wandel bij volle maan, onder een flonkerende sterrenhemel, rustig verder naar de volgende post. Ik tracht nog even te genieten van deze Japanse nacht. Op km 112 werp ik ontgoocheld de handdoek. Mijn 1ste opgave na 7 jaren ultralopen! Ik weet niet goed hoe het nu verder moet. Voor onbepaalde duur wordt mijn ultragebeuren op non-actief gezet. Eerst fysiek 100 % in orde geraken voor zover mogelijk. Ik vermoed een kraakbeenprobleem aan mijn knie en ik besef wat dat inhoudt. Ook mentaal moet ik genezen. Ik kan me voor het ogenblik niet meer opladen om nog een doel op ultra-gebied te stellen, laat staan daar ook nog voor te trainen. Ik heb 7 vette jaren gehad met mooie ervaringen en veel vriendschappen, maar het leven kan nog zoveel meer bieden. Ik weet niet hoelang ik deze wereld, waar ik me heel goed voel, ga kunnen missen.
Wat de Sakura Michi betreft: van de 14 Europeanen loopt slechts de helft de wedstrijd uit. Ria Buiten finishte heel knap in 31h39 en Leo Van Tichelen staakte de strijd na 148 km. Hij blies zijn motor op door te snel de klim naar het hoogste punt van de koers te willen overbruggen. In totaal bereikte 55 van de 78 vertrekkers de aankomst in Kanazawa, aan de Japanse zee.
Achteraf op onze logeerplek bedankt dhr. Ogo, de “huisbaas”, ons Belgen voor de hulp die hij van ons kreeg de afgelopen dagen. Hij waardeert ons doen en laten en vanaf nu behoor ik tot zijn familie. Ik krijg meteen al een uitnodiging voor volgend jaar om te bewijzen dat ik beter kan ….
{i}Edwin Lenaerts{ei}