Maasmarathon 2005: tropische temperaturen …

Patrick Kloek : “Ultralopers stappen niet uit!”

{b}Tropische Maasmarathon, Visé-Maastricht{eb}

{i}Zondag 1 mei, Feest van de arbeid. Iedereen is thuis, wij gaan zware arbeid verrichten. Dit jaar valt deze feestdag op zondag en net die dag wordt voor de achtste keer de Maasmarathon gelopen. Voor mij is het dan ook de achtste keer dat ik in Visé aan de start kom. Jawel, ik heb alle edities reeds meegelopen en zo ook deze. Mijn broer Gerald is er ook weer bij, voor hem is het de tweede maal en kan hij zijn eerste nog herinneren. Bloedwarm was het dan, en Bloedwarm wordt het ook nu weer. Bij de start wees de thermometer al 26 ° C. aan. En dan was het nauwelijks 10 uur. Kortom tropische temperaturen. {ei}

Maar laten we beginnen bij het begin. Met de trein tot in Visé komen is geen enkel probleem alleen moet je door het vroege startuur wel de eerste trein nemen via Brussel en Luik. In de trein naar Luik komen we gezelschap uit Torhout tegen. Deze heren zijn in volle voorbereiding voor de Nacht van Vlaanderen en het wordt dan meteen ook ervaringen uitdelen. Zelfs een dronken bende dat Leuven onze coupé instapt maakt de pret er niet minder om. In Luik hebben we een wachttijd van een klein kwartier en dan volgt de stoptrein naar Maasttricht waar we dan in Visé mogen uitstappen..

We arriveren rond 8,30u in de stad en zoeken meteen het marktplein op waar de andere jaren de startnummers uitgedeeld werden. Dit is nu niet het geval en worden we met de wagen naar de sporthal gebracht. Ook hier is geen startnummer te verkrijgen en worden we weer met de wagen naar een andere locatie gevoerd waar we gelukkig wel de nodige nummers kunnen krijgen. We zijn vooringeschreven en dat maakt het een stuk eenvoudiger. Gerald moet nog wel betalen en dat euvel is snel opgelost. Met onze nummers in de hand gaan we de tuin van het gebouw in dat bijna als kleedruimte dient. Meteen vinden we een delegatie van de Nederlandse ultralopers, en de Belgische langlopers en voegen ons bij hen aan. Het lijkt wel of elke respectabele Ultraloper hier weer van de partij is.
We maken ons klaar en begeven ons naar de startplaats en vinden meteen de overige specialisten van deze lange lopen. Meteen ook worden ideeën uitgewisseld van wat het tempo gaat worden. Ik houd het voorzichtig op –3 uur. . Samen met Renaat Moyson warm ik me op en zal hem pas weer tegenkomen aan de finish. Hij nestelt zich vooraan samen met Dirk Depoortere, dus beide zijn heel wat van plan. Gerald gaat het rustig aandoen, gaat voor een tijd van 4 uur, hij loopt volgende week de 24 uur in Apeldoorn en nestelt zich wat achteraan in de massa. Ik moet een bekend gezicht geworden zijn want menigeen komt zich door de massa in mijn richting gewurmd om me toch maar even te komen groeten. Dat doet wel deugd natuurlijk. Het wordt 10 uur en ik sta met Geert Stijnen nog wat na te praten over Texel. Hij liep daar de 120 km en was naar eigen zeggen daar snel van gerecupereerd.

De start wordt nog wat uitgesteld met vijftien minuten en we dribbelen dus nog wat heen en weer. De zon schijnt en het wordt lekker warm aan de billen. Het is mijn temperatuur niet helemaal, maar die zon doet nu toch, nog wel deugd. Straks zal het wel wat anders worden. Dan wordt het schot alsnog gegeven en de bende stroomt de meet over. Eerst is er een aanlooplusje van een kleine 2 km maar dan mogen we over de brug en naast de Maas lopen. Na vijf kilometer is er een returnpoint en krijgen we de koplopers in zicht. Meteen zoeken we de bekenden op. Filip Verdonckt zit goed vooraan, Ook Math Robberts zit in de voorste gelederen. Hela, moest ik daar ook niet zitten? Neen dus, het gaat me niet lekker en ik vind mijn ritme nog niet. Geeft niet, het is maar een marathonnetje, wat kleinerend misschien maar zo zie ik deze loop dan ook. Het blijven natuurlijk wel 42 km. En dat is een heel end te gaan. We zijn amper 9 kilometer ver en ik zie al deelnemers de kant en de schaduw opzoeken. Het is dan ook weer snikkend heet. En op dit punt is er amper water uitgedeeld, enkel op het 5 km punt en sponzen hebben we zelfs helemaal nog niet gezien. Naargelang deze omstandigheden mochten die toch al vroeg in dit stadium al uitgedeeld worden. Geert en ik naderen het 10 km punt en dat bereiken we in 42,31 min. Best te doen dus al zit er wel een kilometer bij van rond de 3,45 min. Dus ook voor hem is het zoeken naar het goede ritme. Geert wordt begeleid door zijn vader op de fiets en dat scheelt een hele hoop. Hij gaat stevig door. Ik ken de weg inmiddels en weet waar de moeilijke punten komen.We krijgen zo meteen een lastige klim tot aan de Maasoever en deze wordt al wat rustiger genomen. Nu gaat het verder aan de linkerkant van de rivier en volgen nog wat industrie en dan weer even op het jaagpad vooraleer we Maastricht binnen zullen lopen. Dat binnenlopen van deze mooie stad gebeurd amper op 25 km dus is er nog een hele boulevard langs het water te lopen. En het blijft heet. Nergens een greintje schaduw, nergens wat koelte. Er gaan heel wat klappen uitgedeeld worden vandaag. De meer dan 1100 deelnemers zullen niet allemaal de finish in Visé terug bereiken. Dat staat nu al vast. En we zijn dan maar 15 km ver. Het zwaarste moet dan nog komen.
Halfweg, even voor Maastricht komen we samen nog door in 1,33 uur en dan besef ik ook dat een tijd onder de drie uur er niet meer inzit. Ik laat Geert verder alleen lopen en besluit het rustiger aan te doen. We houden het op een trainingsloop. Ik vind hoe dan ook mijn ritme niet en zal dat eigenlijk heel de wedstrijd niet vinden ook. Ik laat me rustig afzakken en bij de drankposten overgiet ik me met massa’s water om toch maar wat af te koelen. In een wip ben ik weer droog, maar dan ben ik inmiddels alweer een kilometertje verder. Ook nu staan er opnieuw sponsposten zodat we ons om de drie kilometer overvloedig kunnen verfrissen. Geen onnodige luxe.
We lopen Maastricht binnen en aanvankelijk is het nog steeds hetzelfde traject van alle voorgaande jaren maar spoedig ontdek ik nieuwe stroken van de stad die we nog niet aangedaan hadden. We blijven zo een kilometer langer in de stad draaien en krijgen het eventjes lastig wanneer we de winkelstraat indraaien waar het volk over en weer blijft lopen. Daar zijn we snel gepasseerd en mogen nu door het prachtige park lopen waar we even wat schaduw hebben. Dan weer de brug over en de stad weer uit langs de bekende weg. Ik vraag me af waar we dan dat extra lusje minder moeten lopen. Ach we zullen direct wel zien. Leo Pardaens komt we voorbij gesneld. “Gaat het niet”, vraagt hij? “Neen jong, ik denk dat ik op mijn broer ga wachtten. ” Goed idee vindt hij zelf. Maar ik weet dan nog niet dat ook Gerald veel verder geslagen is dan gedacht. Ik had hem op 3u,30 schema verwacht. Ik loop op een sukkeldrafje verder en menigeen haalt me weer bij. Dat was al lang geleden dat ik dat nog voorgekregen had.. Een week eerder liep ik nog een pracht van een 50 km dus wat geeft het dat ik nu wat langzamer loop. We naderen de 35 km en een Franstalige dame komt bij me lopen. “Quelle temps” vraagt ze me? Zo droog mogelijk antwoord ik “Normaal zo’n 2uur 45 minuten maar die zijn net gepasseerd dus… Ze begrijpt het niet helemaal en dus leg ik uit dat ik het bewust wat langzamer aan doe. Ze blijft even in mijn spoor maar moet toch snel de rol lossen. Ze zal enkele minuten later finishen. Ik haal nu gemiddelden van 27 minuten per 5 km en dat komt doordat ik telkens aan de sponspost en de drankposten een tot twee minuten verlies om me voldoende te verfrissen. Het geeft nu toch niet meer, en op die enkele minuten zal het ook weer niet aankomen. Meteen krijg ik pook een antwoord op mijn eerder gestelde vraag waar we die lus in mindering krijgen. We hoeven nu de grote dwarsweg niet over te steken en lopen meteen richting Visé. Ik haal weer een deelnemer bij en dat blijkt een Engelsman te zijn. Hij wandelt en onwetend zeg ik hem in het Frans dat hij mij maar moet volgen. Zo snel loop ik uiteindelijk ook weer niet. Hij zet zich naast me weer in beweging en volgt me zo goed het gaat. Dan mogen we samen eindelijk de laatste twee kilometer ingaan. Deze worden vlot genomen en tweehonderd meter voor de meet laat hij me gaan en spoed ik me bergaf richting Finish. Ik haal nog een tijd van 3,24 uur, waar ik vrede mee kan nemen.
Enkele jaren geleden was ik, nog euforisch geweest bij zo’n tijd dus wat zou het nu maken. Ik krijg hier van Dirk Depoortere en Renaat Moyson te horen dat iedereen klappen gekregen heeft want amper 20 deelnemers eindigden binnen de 3 uursgrens. Dus zo erg is het dan ook weer niet. Meteen na de finish en de douche zoek ik de schaduw op en wacht op mijn broer. Ik zit op de 42 km punt en zie iedereen passeren behalve Gerald. Wat duurt dat lang. Meteen maak ik gebruik om de overige deelnemers wat aan te moedigen. Velen zijn me dankbaar en steken even de hand op. En er komen er nog een heleboel. Allen enkelingen; geen groepjes dit maal. Eindelijk zie ik Gerald verschijnen. Hij weet te finishen in 4,35 uur, een half uur langer dan gepland maar ik denk dat iedereen zowat een half uur langzamer is geweest. We nemen ruim de tijd om ons klaar te maken voor de terugreis en pauzeren nog wat aan de Maaskant (voor zover we die nog niet genoeg gezien zouden hebben) om weldra met LucTacq samen de trein te nemen richting thuishaven. Het was weer een prachtige ervaring en ondanks alles hebben we er toch weer een mooie en gezellige marathon opzitten.

Wat me wel opvalt is dat ondanks het hoge aantal opgevers (later vernam ik zo’n 300 deelnemers) dat de Ultralopers deze hitte wel wisten te trotseren en dat allen deze tropische marathon wisten uit te lopen. Daaruit blijkt toch weer eens uit welk hout we gesneden zijn. Best iets om trots op te zijn, vind je niet?

{i}Kloek Patrick{ei}