De hel van Den Haag

Jan van de Erve over zijn 12 uur.

{b}12 uur in de hel van den Haag{eb}

Vandaag, zondag 19 juni, merk ik pas hoe diep ik ben gegaan tijdens de 12 uurs loop van gisteren aan de laan van Poot. Het was voor de derde keer dat deze loop op mijn programma stond en aan de vorige edities in 2001 en 2003 had ik goede herinneringen. Dit jaar had ik mijzelf ten doel gesteld om in ieder geval verder te komen dan in 2003 (bijna 104 km) en zo dicht mogelijk bij de 120 km. Mijn voorbereiding was veel beter dit jaar, de laatste 4 maanden veel km’s gemaakt en aardig wat (trainings)wedstrijden gelopen. Drie weken geleden was mijn hittebestendigheid aardig op de proef gesteld in Klazienaveen waar het tegen de 30º C was bij de start en achteraf blijk ik daar veel profijt van te hebben in den Haag want de weersvoorspellingen gaven aan dat het wederom een tropisch weekend zou worden.

Het hele circus aan de laan van Poot zit organisatorisch in elkaar als een goed geoliede machine, dat blijkt wel als we vrijdagavond om een uur of 9 het terrein op rijden met de caravan. Veel vrijwilligers zijn alvast bezig met voorbereidingen voor de grote dag en op het veld rechts van de atletiekbaan staan al verschillende tenten van de lo(o)p(st)ers die van veraf komen. Nu komen wij niet echt van veraf maar Marina & Mirte hadden mij verteld dat ze mij erg graag wilden zien lopen in wat mijn eerste echte “knalwedstrijd” van het jaar zou moeten worden. We besloten dus om de nacht vóór en de nacht na de loop gebruik te maken van de mogelijkheid tot gratis kamperen.

Maar wat is nu een knalwedstrijd? Voor mij betekent dat gewoon een eindpunt van een periode van een trainingsperiode van een maand of 4 waar,als voorbereiding, het één en ander aan marathons wordt gelopen. Mijn doel was dus 120 km maar gezien de verwachte weersomstandigheden ging ik steeds meer aan twijfelen aan de haalbaarheid daarvan.

Vooraf had ik de deelnemerslijst goed in de gaten gehouden en zag dat er aantal illustere namen ingeschreven waren die al heel wat aansprekende resultaten op hun lopers c.v. hebben staan. Voor een goede klassering zou ik dus in ieder geval niet gaan hoewel ik mijzelf wel een plaats bij de eerste 5 toedichtte. Bij zulke lange wedstrijden gaat nu eenmaal altijd het principe van de zeef op. In het begin is iedereen fris en gaan sommigen er als een pijl uit een boog vandoor maar zeker met zware weersomstandigheden is er halfweg vaak al flink aan de boom geschud en zijn de snelle jongens gezeefd en blijven de verstandige behoudender starters over. Twaalf uur blijft per slot van rekening een enorm tijdsblok waarin een hoop kan gebeuren.

Na een goede nachtrust ontbijten we om een uur of acht met Willy Jonkers, die met zijn tentje vlakbij ons staat, en de minuten tikken (gelukkig) snel weg naar het uur U. Het is tijdens de start nog bewolkt maar al na 1,5 uur breekt de zon door en die zal ons vandaag niet meer verlaten, sterker nog, ze zal ons kwellen door tot een uur of 3 ‘s middags steeds warmer te schijnen en pas tegen de avond wat in kracht afnemen. Maar ja, dan hebben we er al een uurtje of 10 op zitten en ik durf er nog niet aan te denken hoe ik me dan zal voelen. Fred en Bert, clubgenoten van Energie, zijn er ook en starten respectievelijk op de 12 en 6 uur. Ik loop soepel de eerste rondjes van 1851 mtr. Per 2 uur moet ik 11 ronden maken maar de eerste tussenbalans is dat ik er ruim 12 heb na 2 uur. Daar kan ik goed mee leven want het is nu nog niet verzengend warm en ik kan het tempo makkelijk aan en heb niet het gevoel veel te hard te gaan. Inmiddels geniet ik weer van de sfeer op en rond de baan. Het is leuk al die bekende gezichten weer te zien uit het kleine ultrawereldje en ondanks dat het best een pittig rondje is met scherpe bochten en veel zonnige plekken waar het steeds heter wordt is er ook een groot voordeel namelijk het stuk door de bosjes waar veel schaduw is. Iedere ronde drink ik behoorlijk veel en vooral van de sponzen maak ik gretig gebruik. Iets te gretig blijkt achteraf want doordat ik mijn bovenbenen steeds koel met die sponzen lopen mijn schoenen vol water en voel ik na een uur of 5 wat blaarvorming. Ik besluit dus om 1 blaar af te plakken en droge sokken en schoenen aan te trekken. Dat is één ronde wennen maar verder gaat de wissel me goed af. De rest van de wedstrijd houd ik de voeten droog en heb dus weer wat geleerd vandaag.

Al snel blijk ik in 4e positie te lopen maar dat zegt me nog helemaal niets zo vroeg in de wedstrijd. De grote favoriet is voor mij toch wel Wim Bart Knol, dit jaar weer eens uitblinkend op het dubbele rondje Texel en in training voor een 24 uurs loop. Verder lopen Hermy Heyman en Jan Nabuurs voor me, stuk voor stuk atleten die een veel beter c.v. hebben dan ik maar ik ben dan nog totaal niet bezig met klasseringen.

Na ruim 4 ½ uur gaat de hitte mij ineens parten spelen. Inmiddels zijn mijn schoonouders ook komen kijken en die schrokken toch wel een beetje van het zichtbare afzien op zo’n warme dag zei Marina later. Ik sta even te praten bij Marina aan de kant en opper dat ik er misschien een uurtje tussenuit moet, even plat in de schaduw. Ik probeer mezelf te herpakken en ga toch maar door, misschien toch een te snel aanvangstempo? Het volgende uur, tussen 13:30 en 14:30 ervaar ik achteraf als het zwaarste uurtje voor mezelf van de wedstrijd. Toch verandert er ineens heel veel in het klassement. Wim Bart stapt uit, Hermy krijgt een inzinking en ben ik een tijdje kwijt en Jan Nabuurs gaat nog wel door maar in zo’n moordend tempo dat het mij sterk lijk dat hij dat kan blijven volhouden. Zijn maatje Theo Kuypers zegt ook dat hij niet van plan is om de 12 uur vol te maken en zie, na ruim 6 uur prijkt op het rode bord met de afgescheurde blaadjes om het aantal gelopen ronden weer te geven ineens nummer 17 met het hoogste getal! Nu maak ik me op dat moment nog geen illusies dat ik hier wel even als eerste ga eindigen maar het motiveert in ieder geval wel om door te zetten en je pijn wat meer te verbijten. En pijn heb ik best wel, vooral in mijn bovenbenen en voeten die toch steeds meer protesteren.

Grote steun is Anita, de vrouw van Bert, die bijna bij elke ronde mij 200 meter begeleidt na de doorkomst op de finishmat. Ze heeft duidelijk veel ervaring als mental coach van Bert want ze weet precies de juiste dingen te zeggen en steeds kan ik er weer een ronde tegenaan na haar peptalk. De uren lijken steeds langzamer voort te schrijden, evenals de 12 uurs lopers die zichtbaar snakken naar het eindsignaal om 21:00 uur. Het wil maar geen 20:00 uur worden maar dan is eindelijk het laatste uur aangebroken en gaan we geen uren maar minuten aftellen. Ik lig nu al een hele tijd op kop met Hermy als belangrijkste concurrent maar ook Peter Zuidema stoomt nu op en heeft de 2e plek in het vizier. Hij loop een negatieve split in deze 12 uur wat natuurlijk heel knap is maar het verbaast mij niets want hij heeft al behoorlijk wat 24 uurs ervaring en liep vorig jaar zelfs een 6-daagse in New York dus hij weet als geen ander zijn krachten goed te verdelen. Uiteindelijk wordt hij dan ook 2e. Het laatste uur wordt het publiek opgezweept om ons estafette en sololopers aan te moedigen en dat doen ze gelukkig ook luidkeels en ondanks alle pijn loop ik op een klein roze wolkje want het kan eigenlijk niet meer misgaan. Bij mijn laatste doorkomst heb ik nog een paar minuten over maar ik wandel met Marina voor het eerst een behoorlijk stuk tot eindelijk het eindsignaal klinkt en voel me gebroken maar wel zeer happy. De 120 km zat er vandaag niet in met dit warme weer maar met een kleine 119 km ben ik meer dan tevreden. En dan komt Anita ook nog eens met een koud biertje, tja dan is mijn geluk compleet. Wat een kick om eens een keer eerste te worden en zeker in zo’n zware wedstrijd!
Voorlopig eerst maar eens herstellen nu, voeten laten bijkomen en mijn arme quadriceps rust gunnen. Dan gaan we ons opmaken voor de 2e grote uitdaging: De 100 km van Winschoten in september!

{i}Jan van de Erve{ei}

19 juni 05