Categorieën
Niet gecategoriseerd

Als de nood het hoogst is, is de 42,195 km nabij …

Wegens rugletsel geen 100 K voor Kloekje, maar hij redt het wel in de 42 K.

{b}Marathon Nacht van Vlaanderen.{eb}

Vrijdag,17 juni, ik ben besluiteloos.

Vannacht wordt het Belgisch kampioenschap 100 km gelopen en dat is voor elke Belgische Ultraloper toch een datum van afspraak. Ik ben besluiteloos omdat ik reeds twee weken met een Lumbago lig te sukkelen en heb in die twee weken dan ook niets getraind. Slechter nog, het werd de laatste week platte rust. Het was al dan wel een beetje verbeterd maar een controlearts van mijn werk was donderdag nog op bezoek geweest en die duwde precies de geblesseerde wervel weer waar hij tijdens die twee weken gezeten had. Verkeerde manoeuvre dus en weer naar af. Ik kon hem wel op zijn bek slaan ware het niet dat ik de eerste minuten nauwelijks kon bewegen waarop hij me het papier liet tekenen en zich vlug uit de voeten maakte. Hij moet het geweten hebben. Besluiteloos ook omdat twee weken eerder in Eernegem op het B.K. Marathon tijdens het lopen nauwelijks last had en enkel bij aankomst er verschrikkelijke pijnscheuten door mijn rug werden gejaagd. Daar had ik ook al de 100 km laten vallen maar eindigde ik in een niet onverdienstelijke 2,54 uur op de 20e plaats. Toen stond er een enorme tegenwind vooral op de lange rechte stukken richting Ichtegem.

Nu zouden we de andere richting uitgaan. Dit keer richting Handzame, Werken, Zarren en Koekelare gestuurd. In het verleden werden we die kant al eens opgejaagd en dan wist ik al meteen dat het een zware nacht ging worden. Veel vals plat dus. Uiteindelijk nam ik toch maar de keuze om te vertrekken en nam het besluit om me toch wat te verlagen en maar de marathon voor mijn rekening te nemen. Dank zij de nieuwe organisators Jef Delrue en Andre Mingneau werd mijn honderdnummer ingewisseld voor een marathonnummer en konden we van start gaan.
Gerald koos wijselijk ook voor de marathon. Nauwelijks twee uur later vervoegden we ons bij de startstreep maar dat was een drummen van jewelste, voornamelijk van 10 km lopers. Hier gaan wij niet bijstaan, dacht ik en troonde Gerald mee naar de voorste gelederen. We zochten ons een plaatsje tussen de 100 kmlopers en konden we in rust aftellen tot het signaal. Het doet natuurlijk wel wat pijn om tussen je kameraden te staan en maar de helft te mogen lopen maar gezien de omstandigheden misschien de beste remedie. Het beloofde een mooie warme nacht, en het werd warm. Heel de nacht ging de thermometer niet onder de 22 graden. En dat bij windstilte.

Eindelijk klonk het startschot en kwam de meute in beweging. Meteen werden we overspoeld door de 10 km lopers die ons haast over de voet liepen. Als ze ergens een gaatje zagen dan sneden ze je de pas af om maar twee seconden winst te kunnen boeken. Kleine hint, laat die volgend jaar om 8 uur starten en laat ons 100 km en marathonlopers het vaste uur van 2 na acht gebruiken. Veel rustiger starten en de grote bende haal je toch wel weer in. Nu liep ik met Jean Claude Roels op en bleven in de buurt van Inez Jaquemart die wellicht zonder problemen Belgisch kampioene zou worden. Je moet natuurlijk nog wel uitlopen, dus gratis krijg je het nooit. We kwamen door op 21 minuten voor 5 km en dat was voor beide te snel en mocht ik van hen versnellen. Echter bij mijn eerste versnelling kwam de pijn weer opzetten zodat ik enkel nog dat tempo opzocht waardoor ik net eventjes onder de pijngrens bleef. En dat lukte aardig. Enkel wanneer ik even halt hield om mijn drankje te zoeken dwarrelde de pijn door mijn rug. Maar ik had al erger gevoeld. Tijdens de eerste ronde van 10 km deed voornamelijk het bovenbeen pijn doordat ik een andere houding aannam. Na een tochtje van 42 minuten kwamen we weer in Torhout aan en mochten we de 10 km lopers van ons afschudden en meteen liep je alleen over de baan. Verderop liep nog iemand en in de bochten kon je ver voor je uit weer iemand opmerken maar dat was het dan wel. Wat een verschil met een tien minuten geleden en wat een serene rust. Je herademde meteen. Een auto komt langszij rijden. “Hoe gaat het?” Het is Andre die poolshoogte komt nemen. “Ik heb mijn flesje drank gemist daarnet” vertel ik hem en meteen reikt hij me een blikje cola aan voordat hij verder stuift. Prachtige samenwerking tussen atleet en organisator.Ik hou mijn tempo vast en jaag op de voorgangers. Versnellen kan ik toch niet maar ik sta er van versteld dat ik nog zoveel deelnemers passeer die te overmoedig van start gegaan zijn. Een voor een raap ik ze op en zal enkel door een man nog gepasseerd worden en dat op de 39e kilometer. We wisselen de velden zo nu en dan af door kleine dorpjes en telkens weer staat het volk langs de kant te roepen en te applaudisseren. Wat doet dat een deugd. Ik weet echter uit ervaring dat de overige twee ronden van 26 km er geen volk meer te zien zal zijn. Hier heb ik dan weer geen hinder van.

Halfweg kom ik door in 1,31 uur Doordat ik toch niet kan versnellen hoop ik niet meer onder de drie uur te duiken en loop gestaag dit tempo na te jagen er op lettend dat ik niet te hard ga. Het is echt met de handrem oplopen. Vier flesjes drank heb ik laten klaarzetten en daarvan vind ik er welgeteld drie. Genoeg om te overleven dus. En ik heb tijd om rond te kijken. Ik richt me voornamelijk op de bordjes per 5 km. En zelfs die voor de 100 km want per schijf van 5 km weet ik ongeveer hoelang ik nog moet. Zoals bij het bordje 95 km. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik tot km 40 nog drie kilometer te gaan heb en dan nog maar twee naar de eindmeet. Deze blijft echt lang weg maar eindelijk is hij er dan toch. Net voor de 40e kilometer haal ik een 100 km loper bij en mag dan afdraaien naar het centrum van Torhout. Acht minuten later overschrijd ik de aankomststreep en eindig in een tijd van 3,08 uur rond Een 17e plaats valt me ten deel.. Er is door iedereen trager gelopen, dus opdracht volbracht en gered wat er te redden viel.

Niet moe, en warempel geen pijn meer in de rug. Die wervel moet er in de hitte van de strijd er weer uitgeschoten zijn. Het is nog warm en ik besluit op mijn broer te wachten. Tot Pat Leysen er aan komt. “Jouw broer zat al na 5 km in de problemen,” vertelt hij me. Ik ga met hem mee naar de sporthal. Gerald zit er misschien al. Pat is uit de race gestapt. Het ging niet en hij is mee afgedraaid op de marathon. En met en na hem deden er dat nog veel. Het parcours werd dan ook te zwaar bevonden. Net we uit de douche komen komt Gerald er aan. Hij wist ook de pijn te verbijten en eindigde in 3,58 uur Nu rest er nog enkele uren slaap voordat we weer naar huis kunnen rijden. Waarvoor onze dank Pat. Nog voor we echter afreizen komen we aan de praat en overwegen we nog of we alsdan nog niet eventjes naar Winschoten af kunnen zakken om daar op de 100 km een sportieve revanche te kunnen nemen. Ik zit echter gekneld met de marathon van Flanders Fields waarvan ik alle edities reeds gelopen heb en die ik natuurlijk nu ook niet wil missen. Deze valt echter de dag na Winschoten dus dat hou ik nog in beraad. De verplaatsing is echt ver maar wie weet? Misschien is er nog iemand zo gek als ik om beide wedstrijden te combineren. Ze moeten het me maar laten weten (Gerald.kloek provider pandora.be).

Volgende afspraak de Guldensporen Marathon (Kortrijk – Brugge). Tot dan.

{i}Kloek Patrick{ei}