Zaterdagochtend 10 september was het dan eindelijk het moment van de waarheid. Ik stond voor de 4e keer aan de start in Winschoten en dit keer wilde ik vooral mijn slechte lopen van het jaar ervoor revancheren. Toen liep ik drie rondjes zeer prettig, maar ook veel te hard waarna het een drama werd. Het doel was toen 8:20 en het werd 9:36….. het enige positieve dat ik aan die wedstrijd overhield was dat ik niet uitstapte.
Het doel nu was duidelijk: ik had een positieve ervaring nodig op de 100 km, want als het weer zo’n drama werd, zou ik weleens serieus kunnen gaan overwegen om te stoppen met 100 km lopen. Een positieve ervaring betekent voor mij onder de 9 uur en lekker lopen. Een week voor Winschoten zette ik mijn streven op een tijd tussen de 8:20 en 8:50, maar die tijd werd ’s morgens vroeg in Winschoten aangepast, want het was om 8 uur al behoorlijk warm en ik loop vaak slecht in warm weer. Een tijd net boven de 9 uur zou ook nog acceptabel zijn.
Een extra moeilijkheidsfactor was dat Anita er niet bij was. Anita is bij al mijn 100 km wedstrijden een zeer grote steun voor me geweest, maar we hadden besloten dat het niet zo geweldig zou zijn voor onze dochters Naja (2 jaar) en Cecilie (6 maanden) om twee dagen in de auto te zitten om papa te zien hardlopen. Ik kreeg echter 9 briefjes mee: een voor elk rondje (behalve de laatste), zodat ze toch aanwezig was.
Maar terug naar de wedstrijd: in het startvak praatte ik nog even met de vier clubgenoten uit Denemarken, die ook aan de start stonden en plotseling ging het startschot en weg waren we. Het is altijd weer genieten om te zien hoeveel publiek er in Winschoten is en hoe geweldig mooi de straten versierd zijn en de eerste rondjes gingen dan ook makkelijk.
De bedoeling was niet dezelfde fout als vorig jaar te maken en langzaam te starten. Ik mocht in de eerste 5 rondjes niet harder dan 49 minuten en dat lukte zeer goed. Het eerste rondje ging in 50:22 en de volgende vier in tijden tussen de 49 en 50 minuten. Het eerste rondje liep ik met wat Italianen en vervolgens, toen die versnelden, met een aantal Duitsers tot ook die versnelden. Ik haalde Frederik, die uit Denemarken met me was gereden, weer bij en we liepen een tijdje samen. Hij liep goed en zou dat blijven doen en maakte een fantastisch debuut.
Ik kreeg bij het 5 km punt elke keer een flesje van Krijn, die me op het hart bleef drukken langzaam te lopen, want er zouden er nog een hoop uitstappen met de warmte. Bij het 9 km punt stonden mijn andere flesjes met daarin de briefjes van Anita. Die briefjes maakte ik dan open in het stuk tussen 3 en 4 km in het volgende rondje, want dat vind ik altijd een rotstuk en zo had ik iets om naar uit te kijken. In de eerste briefjes stonden aanmoedigingen van Naja en Cecilie met foto en dat ik rustig moest aandoen.
Het 6e rondje begon het moeilijker te worden en de rondetijd ging omhoog naar 51 minuten. Bij de 65 km vertelt Krijn me dat ik Edward achter me heb en dat Edwin net voor me ligt. Dat geeft nieuwe kracht, want ik doe tenslotte ook mee aan het Nederlands kampioensschap en wil daarin o zo graag in de top 5 lopen. Even later haal ik Edwin en Tom in en de wens om te gaan wandelen verdwijnt even naar de achtergrond. Net na de 72 km komt Edward echter voorbij gevlogen. Ik denk even in een fractie van een seconde om mee proberen te gaan, maar laat de gedachte snel los, want hij kan veel sneller dan ik lopen en dat zou waarschijnlijk zelfmoord zijn. Even later ga ik voor de eerste keer wandelen. Tijdens het wandelen maak ik het 7e briefje van Anita open: er staat een kip getekend die ’piep’ ‚’piep’ zegt. Goede timing (hoe wist ze dat?) en ik begin dus maar weer hard te lopen.
Net voor het 5 km punt zit een groep mensen aan de linkerkant van de weg die mijn persoonlijke fanschare lijkt te zijn geworden Elke keer wordt mijn naam gescandeerd en elke keer gaan mijn armen weer omhoog en hoe moe ik ook ben, ik loop veel makkelijker verder met een grote lach op mijn gezicht. Even daarna ontmoet ik Krijn elke keer en hij loopt altijd even mee: zo geeft hij me geen mogelijkheid om te gaan wandelen. Hij vertelt me elke keer rustig te blijven lopen en dat ik een podiumplaats in mijn klasse in mijn zak heb.
De laatste rondjes gaan moeizaam maar ik kom er doorheen en ik kom uiteindelijk over de streep in 8:51:57. Zeer tevreden, want het is mijn tweede tijd ooit en ik liep vrij goed ondanks de warmte. Het kan ook veel beter want ik verlies de laatste 3 ronden zeker 20 minuten aan het wandelen. Een extra bonus is dat ik 4e Nederlander ben geworden en dat ik een zilveren medaille in mijn klasse heb gewonnen. Die medaille gaat voorlopig niet de doos met de andere medailles in. Dit alles dankzij de fantastische hulp van Krijn en de steun van Anita.
Jeroen