Theo de Jong – zoals we hem kennen – vecht terug …

“Ik denk dat ik het wel ga redden,” aldus Theo.
Wij, je maats, zijn er echter zeker van, Theo!

{b}Toch optimistisch het nieuwe jaar in.{eb}

28 augustus 2005, lekker weertje, ergens een eindje voorbij Hellevoetssluis tijdens het Rondje Voorne. Ben Mol en ik kletsen over zijn 500ste en mijn 100ste marathon. “Mijn eerste liep ik in 2001” zeg ik, “nu zit ik op 81. Het schiet dus lekker op. Ik red die 100 wel, al zal ik ze moeten kruipen”. We lachen er wat om.
Vier weken later hoor ik de cardioloog zeggen: “dat wordt opereren, meneer De Jong, en u mag ook niet meer naar huis, u blijft hier op de hartbewaking”. Nog nooit hoorde ik zo’n donderslag bij heldere hemel. Een hartoperatie, is me dat even wat, zeker als je nooit klachten hebt gehad. Twee omleidingen, want mijn kransslagader zit voor 90% dicht. Maar goed, wat moet dat moet, daar doe ik niet moeilijk over. In Nieuwegein doen ze er honderden per jaar. Ze hebben dus ervaring genoeg. En, 99% van de mensen is daarna weer als nieuw.
Stel je voor, nu loop ik, met maar 10 % kransslagadercapaciteit, de marathon nog net binnen de 4 uur. Straks zijn die kransslagaders weer voor 100% te gebruiken. Wat zal mijn tijd dan wel niet zijn. Marc P. moet oppassen, want ik loop hem straks zo voorbij! Het is dat ik Genk moet laten schieten, maar anders…..

Luchtig doen, grapjes maken is goed voor de moraal, maar de laatste drie maanden heb ik meer gejankt dan de 30 jaar ervoor. Operatie geslaagd, maar na drie weken begint de ellende. Kortademig, niets meer kunnen doen, een trap op is al te veel. Waardoor het komt weten de doktoren nog niet. Allerlei onderzoeken volgen. Eindelijk, na twee maanden duidelijkheid: één van de twee omleidingen zit dicht. De doktoren val niets te verwijten. Als ik op de snelweg pech heb met mijn auto kijk ik ook eerst op de benzinemeter. Pas later ga je aan andere dingen denken. Dus eerst de meest voor de hand liggende oorzaak toetsen. Dat leverde in mijn geval niets op. Pas later, bij een katheterisatie kwam het euvel aan het licht. Toen moest er gedotterd worden.
Dat slaagde prima, het dichte vat was weer helemaal open. Maar kennelijk hoor ik tot de groep van mensen die altijd wat bijzonders hebben want de klachten verdwenen niet. ‘Komt vaker voor hoor” was het ‘geruststellende’ antwoord. “10% van de mensen krijgt na een hartoperatie klachten waar wij doktoren de oorzaak niet van weten. Maar meestal verdwijnen die klachten op den duur”.
Leuk, maar ondertussen lag ik wel weer zes dagen in het ziekenhuis. Word je ook niet echt blij van.

Woensdagavond voor kerst toch nog onverwacht naar huis, met dikke kuiten en benen van het vocht. Mijn hart pompt de boel niet goed rond. Gevolg is dat ik het aldoor koud heb en veel vocht vast houd. Maar daar hebben ze pillen voor. En verdomd, in vijf dagen verlies ik vijf kilo gewicht. Allemaal vocht. En dat lucht op. Opeens een stuk minder kortademig en weinig druk meer in mijn hoofd.
De dagen erna gaat het heel, heel, maar dan ook heel langzaam ietsje beter. Ik kan nu al twee trappen achter elkaar oplopen. Maar daarna ben ik moe en heb verschrikkelijk zure benen. Alsof ik een zes uur heb gelopen en de laatste 30 minuten voluit ben gegaan.
Maar er is hoop. Eergisteren heb ik voor het eerst 10 minuten op de hometrainer gezeten. En ja, ook gefietst. In een licht verzetje. Gisteren fietste ik al een stuk harder en vandaag ging het weer harder. Morgen maar eens 15 minuten op een iets zwaarder verzet. Kijken hoe dat gaat.

En zo krabbel ik misschien, al grenzen verleggend, weer heel langzaam op. Marijke en ik hebben net 20 minuten gewandeld en dat ging goed! Potverdomme, drie maanden terug liep ik met wel tien vingers in mijn neus nog marathons. En nu voel ik me al een hele piet als ik twintig minuten kan wandelen. Maar ja, ik moet ergens beginnen.

Van nature ben ik een optimistisch mens. Maar de laatste drie maanden is dat optimisme wel op de proef gesteld. En dat geeft me een heel andere kijk op de wereld. Doodgewone dingen zijn dan opeen onbereikbaar en kleine zaken worden opeens van wereldbelang. Ik denk dat ik het wel ga redden. Hardlopen zit er voorlopig nog niet in. Eerst maar eens de gewone dagelijkse dingen. Een half uurtje rommelen in de tuin bijvoorbeeld en dan zien we wel weer verder. Dan misschien een keertje 50 meter joggen, daarna 100, dan 2 x 100 misschien wel 500. Wie weet. Voorlopig heb ik echter maar één wens. Een vriend zei het zo wijs: Gezonde mensen hebben 100 wensen, zieke mensen hebben maar één wens.

{i}Theo de Jong{ei}

{b}N.v.d.r. Beste Theo, zoals we al in een subtitel aangeven. Wij zijn er zeker van dat je het zal redden. Je hebt daartoe het “HART” op de juiste plaats en bij beetjes en met veel geduld zal je na verloop van tijd je plaats in de marathonmeute wel weer innemen. En dan kunnen we opnieuw genieten van je heerlijke schrijfsels over die en gene 42 km, waarin we ons allen weer herkennen.
Bij deze die ene wens van zieke mensen : een (wederom) gezond 2006 en tot binnenkort!{eb}