Zondag 9 april ben ik naar Rotterdam getogen om de marathon als toeschouwer te aanschouwen. Maar vooral eigenlijk om Ben Mol zijn 500ste!! marathon te zien volbrengen. Vorig jaar nog, tijdens het rondje Voorne hadden we afgesproken dat samen te doen, Ben zijn 500ste, ik mijn 100ste. Maar helaas, er kwam wat tussen (daarover straks meer).
In Rotterdam ging ik met de trein naar Station Zuid om de lopers op de Spinosaweg tegen de wind in te zien boksen. Groepjes hadden het daar makkelijker dan eenlingen. Ben kwam mooi op schema door. Vooraf had ik gedacht dat hij wel steeds in een groepje zou lopen en zoals gebruikelijk zou kletsen. Maar hij kwam me helemaal alleen lopend voorbij. Kennelijk is het lopen van een 500ste marathon voor zeer velen een zeer ver van mijn bed show. 10, 20 of desnoods 100 marathons, (met vier marathons achter je naam ben je, volgens het AD al een ‘ervaren marathonloper) okee dat is te bevatten, maar 500 marathons? Nee, dat niet, dat is voor de meute te onwezenlijk Toen Ben mij zag naar de kant, even handen schudden en voort ging hij weer, nog maar 27 km tot aan de Coolsingel.
Daarna ging ik, weer met de trein, naar Laan op Zuid om al die ploeteraars bij het 29 km-punt door te zien komen. En waarachtig, Ben liep nog steeds alleen.
Dan richting finish. Lies en de moeder van Ben zaten op de tribune, maar die is alleen voor VIP’s. En daar hoor ik, zo werd me door de bewaking duidelijk te verstaan gegeven, niet bij. Dan er maar om heen en meer richting Blaak. Het was daar dringen om wat te zien. De mensen stonden drie rijen dik. Eindelijk een plaatsje en al na een minuut of tien kwam Ben voorbij, vlak achter de 3 uur 45 groep. Prima gedaan.
Na de finish nog even met de Nederlands recordhouder gekletst en dan weer naar huis, naar Culemborg.
Gek, ik had me er meer van voorgesteld. Daar loopt Ben zijn 500ste marathon, een absoluut record in Nederland en eigenlijk is er op de dag zelf nauwelijks aandacht voor. Sterker nog, vlakbij de tribune hoorde ik de speaker zeggen: “er loopt vandaag ook iemand zijn 500ste marathon”. Pas minuten daarna noemde hij de naam van Ben (moest de naam waarschijnlijk eerst nog opzoeken). Gelukkig besteedde SBS 6 zowel op de vooravond van de marathon als op de marathonavond aandacht aan Ben zijn grandioze prestatie.
In januari was ik in Genk. Daar kon ik het bij tijd en wijle niet droog houden bij het zien van al die bekende (ultra)lopers. In Rotterdam had ik geen last van tranen. Waarschijnlijk te weinig herkenning, te weinig bekenden en te veel lopers en publiek. Minder mogelijkheden me in te leven.
Anders was dat in voor en na Stein. Ik denk dat ik in 2005 één van de eersten was die zich in had geschreven voor de 24 uur. Maar wel zeker was ik ook de eerste die zich weer afmeldde. Ik was strontnieuwsgierig naar de prestaties van de lopers. Perfect wat Math daar heeft laten zien. Een prachtige energieke loper met een ijzeren wil. Dat laatste kan zeker ook van Vincent worden gezegd. Ruim 170 km, een aanscherping van het Nederlands record voor mannen 65+ met drie! kilometer. Voorlopig is er niemand die hem dat nadoet. Je snapt niet dat die kilometers allemaal door dat iele manneke gelopen kunnen worden. Wat een doorzettingsvermogen. Toen ik het verslag van Mark las vielen er weer tranen op het toetsenbord. Prachtige sfeerbeelden.
Ja, met Stein had ik het moeilijk. En ik lijk wel een masochist, want diezelfde avond nog las ik de verslagen van Jan van de Erve en mijzelf over de JKM van 2004 nog eens door. En dat had ik niet moeten doen. Pijn en verdriet was mijn deel.
Voorlopig loop ik nog niet hard. Na mij hartoperatie in oktober traden er complicaties op. Geregeld zat en lag ik in het ziekenhuis. En eindelijk, in begin februari werd de oorzaak van alle ellende ontdekt: een hartzakverkleving (pericarditis constrictiva) met als gevolg dat mijn hart niet meer goed kon ontspannen en dus niet voldoende bloed kon opnemen. Als gevolg hiervan trad stuwing van bloed op in de bovenste holle ader wat een enorme druk in mijn hoofd gaf, alsof je al een half uur met je hoofd naar beneden hangt. Zo’n pericarditis komt in het Antoniusziekenhuis, met 2700 hartoperaties per jaar, maar twee per jaar voor. En ik behoor tot de ‘gelukkigen’. In de periode van onderzoek was ik totaal verzwakt, zo verzwakt dat ik me zonder hulp niet meer kon douchen of aankleden. Maar, toen eenmaal de juiste diagnose was gesteld ging het allemaal erg snel en werd ik op 8 februari versneld geopereerd. Langer wachten was onverantwoord.
En nu, ruim twee maanden later heb ik nog steeds te maken met allerlei vervelende naweeën van die operatie. Veel vocht op plaatsen waar dat niet hoort. Maar, langzaamaan gaat het beter. Ik kan de trap nu al fluitend oplopen. Twee trappen fluiten is nog te veel van het goede, maar het komt.
Ondertussen pijnig ik mezelf zo af en toe door Ultraned te openen. En zeker nu, op de dinsdag voor de Jan Knippenberg Memorial. Wat had ik graag nog een keer met Jan van de Erve de felle tegenwind getrotseerd en hem nog wat vogelnamen bijgebracht.
Aan een ieder die de JKM loopt: geniet ervan, voor je het weet is het voorbij. In gedachten loop ik, net als jullie met tranende ogen, langs het strand met jullie mee. Maar mijn ogen tranen niet van de wind.
Theo de Jong
viridis provider planet.nl