Verslag London – Brighton.

Kees Albers was in Londen om de klassieker London – Brighton mee te maken. Hierbij zijn ervaringen.

Zondag 1 oktober heb ik meegedaan aan de London-to-Brighton race.
Zaterdag met de trein naar Brussel en daarna met de Eurostar naar Londen.
’s Avonds aan The London to Brighton prerace dinner, georgaaniseerd door COCO (Comrades Of Children Overseas) an official charity of the London to Brighton marathon.
De weersvooruitzichten waren goed, zonnig, 18 graden, weinig wind en die voorspelling kwam redelijk uit.
Op elk 5-mijls-punt was verzorging gepland en voor elke verzorgingspost had ik een flesje drinken (300ml) afgeleverd (Isotoon, energiedrank en aan het eind wat cola).
’s Morgens vroeg was de temperatuur al redelijk dus ik besloot om in mijn hardloopsetje te vertrekken.
Om zeven uur was de start, aangegeven door de eerse klap van zeven uur van de Big Ben.
Opvallend is de gigantische hoeveelheid verkeer in Londen rond die tijd. Nederlanders liggen nog in bed of overwegen te gaan ontbijten, maar Londenaren zitten blijkbaar in een auto. Het duurt ook bijna 15 mijl (= 24 km) voordat je het gevoel krijgt Londen uit te komen.
Tot 30 mijl ging alles vrij soepel, de eerste heuveltjes (The Northern Dawns) waren vrij gemakkelijk genomen.
En daarna werd het wat benauwd en warm, met name op de windstille plaatsen. Bij de volgende verversingsposten (tot 45 mijl) bleek steeds mijn drinkvoorraad net onvoldoende te zijn en – wat ik anders bij dit soort gelegenheden nooit heb – ik kreeg ontzettende honger. Steeds probeerde ik zo veel als ik op dat moment kon verdragen te eten (biscuitjes, chocola) en te drinken en daarna probeerde ik de draad weer op te pakken.
Na het 45-mijls-punt kreeg ik weer de geest en kon ik weer goed doorlopebn naar de finish. Ook de bestijging van de Southern Dawns (248m), de laatste rij heuvels voor de kust bij Brighton, werd redelijk soepel genomen.
De eindtijd was 9:22, ik was redelijk tevreden, maar gezien mijn lopen in de voorbereiding (Leiden 3:23, Rondje Voorne 4:27), had ik niet het gevoel dat er uit was gekomen wat er in zat.
Het is een race, die je als ultraloper gewoon een keer gelopen moet hebben. Wel moet in aanmerking worden genomen, dat we in Nederland doorgaans een betere verzorging gewend zijn (posten om de 5 km met meer soorten drinken en fruit en zo) en gedurende nagenoeg de hele loop is er een enorme hoeveelheid verkeer op de weg.
Ik ben in ieder geval weer een mooie ervaring rijker.
Kees Albers