Verslag RonHill Ultraloop

Van Klaas Leffring ontvingen we een verslag van de RonHill Ultraloop 2000 te Amersfoort.

*RonHill Ultraloop*

1. Toen ik op 8 Juli samen met Letta over de finish van de SLACHTEMARATHON ging wist ik het eigenlijk al. De BERENLOOP op Terschelling zou mijn 25ste marathon worden. Er was echter een klein probleem. Dat was het feit dat de Slachtemarathon de 23ste was. Er moest dus nog even een marathonnetje gedaan worden voor 5 November.
2. Keus genoeg, dat was al een meevaller, maar eerste belangrijke feit was de definitieve inschrijving voor Terschelling want de limiet was al bijna bereikt. Die bevestiging vond ik in de brievenbus toen ik van (fiets)vakantie thuis kwam. Bij dat pakket post zat ook een inschrijfformulier voor de RONHILL Ultraloop.
3. Haa…ULTRA! Het woord grijnsde me aan als een bord spaghetti of voor mijn part hadden ze het ook met een brede grijns op een pannenkoek kunnen schrijven. Na enig intern overleg hier thuis kon ik met de training beginnen.
4. Dat ging al snel mis door het enthousiasme waarmee ik bezig was. Na 3 weken training liep ik al 45 km binnen de 4 uur. Ik dacht met gemak boven de 65 te kunnen lopen maar er zat een addertje onder het gras. Na 45 km gaat mijn tempo omlaag doordat ik dan veel meer (trainings)kilometers moet maken. Het is ook een mentaal punt, alsof je na de finish van de Marathon weer terug moet naar de 30 km.
5. De training deed ik steeds in de Sysselt waar ik een ronde van 7,2 km had. Het voordeel was dat ik eten en drinken op de fiets kon laden en die langs het parkoers parkeren. Een tweede voordeel was het redelijk beschut kunnen lopen maar toen het 30°C was moest ook ik de training inkorten tot 30 km.
6. In de weken daarna moest ik echt kilometers gaan vreten om voldoende conditie te krijgen. Dat betekende op Dinsdag 15 km, op Donderdag 22 km, op Zaterdag 10 tot 12 km en dan op Zondag vanaf half 11 de Lange Duurloop van 43 of 50 km. Kortweg gezegd elke week een halve èn een hele marathon of meer als training. En daarboven nog alle drukte op het werk. Maar die lange duurlopen op Zondag deden met ontzettend veel goed.
7. Op de fiets naar het bos en die achter het gashuisje geparkeerd. In het mandje voorop voldoende water, limonade en vooral de beroemde Stroopwafels. Elke keer als ik er langs kwam werd de bidon gevuld met drinken en moest er een stroopwafel gegeten worden. Als drinken nam ik tot ruim de helft van de training water en daarna sterk verdunde limonade (1:15). Met deze manier van voeding voorkwam ik uitdrogen en honger. Mijn gewicht was vrijwel elke avond hetzelfde: 63 tot 64 kilo.
8. Onderweg was er veel te zien, vaak vogels maar ook reeen en wilde varkens hoewel die niet echt wild waren. Na een paar weken waren ook de reeen aan mijn aanwezigheid gewend en bleven toekijken. Omdat ik er steeds om dezelfde tijd liep kwam ik er ook vaak dezelfde mensen tegen en sommige liepen ook wel eens een eindje mee. Vaak was de training (50 km) al voorbij voordat het me ging vervelen.
9. Langzaam kreeg ik in de gaten dat de kilometers boven de 45 toch echt dubbel gingen tellen. Je moet het zo zien dat je na de finish van de Marathon nog even terug loopt naar de 30 km, zoals ik hierboven al schreef. De fysieke zwaarte kon ik afmeten aan de klim naar de top van de zwaarste heuvel. Dat viel steeds mee maar de 6de en 7de ronde kostten meer mentale kracht.
10. Uiteindelijk was het dan tijd om in de trein te stappen en naar Amersfoort te reizen. Op het station belt een van mijn beste loopvrienden nog even op om me succes toe te wensen. In Amersfoort heb ik nog anderhalf uur de tijd tot de start en wandel dus op mijn gemak naar de start.
11. In het clubhuis van AV Triathlon staat alles voor ons klaar, ik kan me in alle rust omkleden, het meegebrachte eten en drinken even klaarzetten op de daarvoor bestemde tafel en me klaarmaken voor de start.
12. Na het startschot zetten we ons in beweging en verkennen de eerste ronde het parkoers. Het is nog droog maar dat zal later anders worden. Eerst concentreer ik me op het parkoers van 4849 meter, in het begin kunnen we nog auto’s tegenkomen. Ongeveer halverwege wordt het verharde fietspad een schelpenpad. Na een scherpe bocht naar rechts komt er een klimmetje en een ijzeren wildrooster. Een paar honderd meter later het door de organisatie voorspelde flauwe klimmetje, een ding van NIKS. Heb ik me daarvoor lopen afbeulen bij de Napoleonsheuvel op.
13. Omdat we na 5 uur en 20 minuten naar een kleine ronde zouden worden geleid was dit een belangrijk punt. Ik had daarom 2 schema’s gemaakt: 1 op basis van 60 km en 1 op basis van 55 km, mijn ideaal was 56 km want dat is mijn leeftijd. Het eerste schema ging uit van 29 minuten per ronde, het tweede van 32 minuten per ronde.
14. De eerste 4 ronden gingen in 29 tot 30 minuten per ronde, daarvan heb ik de exacte tussentijden niet meer. Toen begon het te regenen, zachtjes weliswaar, maar je werd er wel nat van en we moesten nog 4 uren.
15. Aan het einde van de 5de ronde staan Mieke en Kees me aan te moedigen en dat kon ik best gebruiken want het idee van 4 uren regen leken me helemaal niets. Ronde 5: 32’20.44, totaal 2.30.53 In de volgende ronde wordt het al een beetje watertrappelen maar het is niet koud en het tempo blijft constant. Ronde 6: 28’40.03, totaal 2.59.33
16. In deze ronde wordt het me duidelijk dat het snelle schema er niet meer in zit en ik dus maar beter op een lagere versnelling kan overschakelen. Door de regen begin ik ook koud te worden, de plassen moet ik op de tenen lopend nemen en dat geeft stijve spieren in vooral de bovenbenen. Ronde 7: 31’38.47, totaal 3.31.12
17. Het lopen door het bos en vooral het stuk over het schelpenpad wordt steeds zwaarder door de regen. Het wildrooster is glad geworden en de plassen worden steeds langer en dieper. Ronde 8: 32’39.42, totaal 4.03.51 Hierna krijgt het watertrappen steeds meer het karakter van pootje baden. Opeens moet ik stoppen als ik de hoek naar het wildrooster omga. Plotseling staat er een grote hond voor me, maar het dier loopt weer gewoon door. Ik niet want ik ben geschrokken en het duurt even voordat ik weer in het normale ritme loop. Ronde 9: 33’28.57, totaal 4.37.20
18. Ronde 10 is er een van het normale rustige tempo dat ik de hele tijd al had willen lopen. Ik weet dan al dat ik met gemak de 11de ronde ga halen en daarna een modderig parkoers te lopen krijg. Daar heb ik niet veel zin in en dus bewaar ik mijn energie voor die laatste loodjes. Ronde 10: 32’03.75, totaal 5.09.23 De elfde ronde is er een van weinig haast want ik weet dat ik de 55 en misschien zelfs de 56 km ga halen. Aan het einde weer een positieve verrassing want Mieke en Kees staan er weer om me aan te moedigen. Ronde 11: 33’44.83, totaal 5.43.08
19. Dan de moeilijke laatste rondjes, het zijn er bijna 6 en de totale afstand van 6 uren (hard)lopen is 56.009 meter. In het clubhuis zijn heerlijke soep en douches, daarna wordt ik met de auto naar huis gebracht. Een prijs rijker en niet in de laatste plaats ook een ervaring rijker. Dank aan de organisatie die dit alles mogelijk maakte, een volgende keer zal er waarschijnlijk niet zijn maar dit was een onvergetelijke belevenis.

KLAAS