The West Highland Way Race
{u}{b}Hoe het begon:{eu}{eb}
Ergens in december vorig jaar vertelt Ron Bakker na afloop van een training dat hij zich heeft ingeschreven voor de West Highland Way Race in Schotland die op 24 juni 2006 zal worden gehouden. In 2002 had hij ook al deelgenomen aan deze race zo vertelt hij, maar met name door het bijzonder slechte weer toen, moest hij na 120 km het besluit nemen om uit te stappen. Een verstandig besluit, maar wel een grote teleurstelling. (Ter info: The WHW is eigenlijk een wandelroute, die 153 km lang is en één van de meest spectaculaire van de vele routes die Schotland rijk is.) De “hardloopeditie” die jaarlijks plaatsvindt, start ’s nachts om 01.00 uur en de deelnemers hebben 35 uur de tijd om de race te voltooien. Verder vertelt Ron dat de organisatie het verplicht stelt dat een loper in ieder geval vanaf 22.00 uur ’s avonds dient te worden vergezeld door een loper of een loopster. En omdat Ron meer met loopsters heeft dan met lopers, zo grapt hij, heeft hij Ingrid van Teeseling gevraagd hem bij die laatste etappes te vergezellen. Ingrid, zo gaat hij verder, is een uitstekende (ultra)loopster, en zij is van harte bereid om hiervoor naar Schotland af te reizen. Ron voegt hier echter aan toe dat hij graag toch ook de beschikking zou willen hebben over een reserveloopster, puur en alleen voor het geval dat Ingrid zich moet terugtrekken. Om die reden vraagt hij mij of ik bereid ben die reserveloopster te worden met grote kans dat hij geen beroep op mij hoefde te doen en dat afreizen naar Schotland niet nodig is. Dat moet ik me wel realiseren. Spontaan zeg ik ja, waarna ik me pas realiseer waarop ik ja heb gezegd! Maar, het lijkt me een uitdaging en eveneens in de veronderstelling verkerend dat de kans gering is dat Ron daadwerkelijk een beroep op mij zal moeten doen; het loopt echter anders.
Enige weken later op een zondagochtend – ergens ter hoogte van het Vierbruggenpad (vergeten doe je dat nooit) – roept Ron quasi achteloos – terwijl ik zowaar een keertje vóór hem loop, waarschijnlijk omdat hij zelf aan het uitlopen is na één van zijn wedstrijden: “Pia, je kunt je schoenen en koffer pakken, je gaat richting Schotland.” Spijtig genoeg blijkt dat Ingrid om persoonlijke redenen heeft moeten besluiten niet mee te gaan naar Schotland. Nog diezelfde dag zijn mijn vluchten geboekt…
{u}{b}De voorbereidingen:{eu}{eb}
De maanden verstrijken. Vele trainingen worden gedaan en vele daarvan staan in het teken van Schotland. Marathons in La Roche, Bouillon, intervaltrainingen op dinsdagavond die in het teken van Schotland staan (o.a. de parkeergarage met “Nordic Walking Extreme” oefeningen…). Ron (en ik) zou naar Schotland gaan en de hele A-groep mag “meegenieten” van zijn voorbereidingen, waar ik overigens bijzonder blij mee ben.
Mijn waarnemingen zijn dat Ron “goed in zijn vel zit”. Zijn voorbereidingen verlopen uitstekend en dat blijkt maar weer bij het Rondje Den Helder, maar vooral bij de 6-uursloop in Apeldoorn, waar hij overtuigend winnaar wordt. Ook zijn Marathons in Bouillon en La Roche loopt hij in – zeker voor dat parcours en onder die omstandigheden – uitstekende tijden. Ook ik bewaar goede herinneringen aan Bouillon (april) en La Roche (begin juni), waar ik de halve marathons heb gelopen, zij het dat ik zelf na Bouillon zo onmetelijk veel pijn heb de dagen erna dat ik me werkelijk voor het eerst zorgen begin te maken of ik op tijd weer hersteld ben om in Schotland fatsoenlijk te kunnen lopen. (Gelukkig valt het allemaal mee). Ook zal ik nooit vergeten dat Lenny, Leo en Maria bij de finish in Bouillon staan om alle Just Runnende deelnemers op te wachten en dat het eerste en enige dat ik nog kon uitbrengen, was dat Ron bij mij vooral nu niet over Schotland hoefde te beginnen. Bouillon was al killing, hoe moet dat straks in Schotland? Achteraf ben ik echter dolblij dat ik deze halve marathons in de Ardennen heb gelopen. Dat geldt ook voor Ron en dat spreken we nog maar eens tegen elkaar uit terwijl we samen in het holst van de nacht de laatste etappes van de WHW lopen.
{u}{b}De reis:{eu}{eb}
De datum van vertrek naar Schotland komt met rasse schreden dichterbij. Op 20 juni 2006 zullen Lenny en Ron, Maria en Leo per boot naar Schotland vertrekken, waar ze een huis hebben gehuurd in Whitebridge (in het noorden van Schotland; niet ver van het meer van Lochness). Dit plekje – een dorp kun je het niet noemen – ligt zo’n drie kwartier rijden van de finish van de WHW. Tactisch gezien een hele goede zet, want dan hoeven we na de finish in Fort William niet meer zo’n eind te rijden; want wat wil je nog anders dan in je bed storten na 153 km.
Voor mij is het op 22 juni 2006 zover en via Londen vlieg ik naar Inverness, waar ik door het ontvangstcomité (Ron, Lenny, Leo en Maria) hartelijk word onthaald.
Na gezamenlijk koffie te hebben gedronken, duiken we de supermarkt in om het nodige aan eten in te slaan, benodigd tijdens de WHW-race. Weliswaar hebben we de nodige etenswaren, sportdranken en gels vanuit Nederland meegenomen, maar de rest zullen we bij de plaatstelijke supermarkt moeten halen. Bij de kassa blijkt “de schade” zo’n GBP 125,– te bedragen…; het grootste deel daarvan is besteed aan eten t.b.v. van die ene race (van yoghurt, tot fruit en van pinda’s tot chips en van zoete koekjes tot krentenbollen).
De rest van de middag en avond brengen we lekker relaxed door met hazenslaapjes, eten, glaasje wijn en “small talk”. Zo vertel ik dat eekhoorns – dit n.a.v. de prachtige flora en fauna in Schotland – dol zijn op pindakaas, maar dan wel die van Calvé!! Geen onzin benadruk ik, alhoewel ik hartelijk word (uit? of) toegelachen. Ach, het haalt even de spanning weg en Maria belooft mij dit te gaan uitproberen als ze terug zijn in Nederland. Maar natuurlijk komen we toch weer op het onderwerp WHW-race uit en nemen we alle informatie die Lenny heeft verzameld en verder heeft uitgewerkt en zo keurig in een map heeft geordend voor de zoveelste keer door. Een goede voorbereiding is het halve werk…
{u}{b}De laatste voorbereidingen:{eu}{eb}
Vrijdag 23 juni 2006. De dag waar Ron (maar wij ook) zo enorm naar heeft uitgekeken en naar toegeleefd en waarvoor hij zoveel heeft gedaan om aan de start te kunnen staan om die helse race te lopen. Het “feest” kan beginnen.
’s Morgens staan we op het gemak op. Kort duurloopje van 20 minuten en daarna wordt het tijd om alle benodigde spullen in te pakken. En dat is nogal wat, gezien het grillige klimaat. Van winter tights, thermohemden tot singletjes en korte broeken. Op alle weersomstandigheden zijn we voorbereid. En vergeet vooral de “fourage” niet . Dit alles gaat met “militaire” precisie. Minutieus wordt alles geordend en ingepakt. En dan toch… de hot pack die Lenny mij heeft laten zien en dan met name de werking ervan, is spoorloos verdwenen. Wie heeft ‘m het laatste in handen gehad, waar kan dat ding toch gebleven zijn… En alle tassen – die zo keurig zijn ingepakt – kunnen weer worden uitgepakt. Die van Ron, die van mij. Het hele huis wordt op z’n kop gezet. Elk laatje wordt opengetrokken en op de meest gekke plekken wordt gezocht. Het moet toch boven water komen, zo’n ding kan toch niet zomaar opeens verdwenen zijn. En stel je toch eens voor dat je dat ding nodig mocht hebben tijdens de race; je zou het jezelf niet vergeven als je dat ding niet bij je zou hebben. Alles wordt keer op keer grondig doorzocht, maar niet te vinden. Lenny besluit om toch nog eenmaal het tasje om te keren, waarvan zij zegt dat ze deze “hot pack” daar normaal gesproken zou opbergen. En ja hoor, bij de derde keer het tasje doorzoeken (en zij is echt niet de enige die er overheen heeft gekeken), blijkt de hot pack keurig te zitten daar waar ie hoort. Een zucht van verlichting gaat door het huis. Overigens: niet zo vreemd dat we het ding over het hoofd zien. Zo’n hotpack is doorzichtig en dat valt onder in een donkere toilettas niet echt op. Veel belangrijker: ’t ding is boven water.
Het is 16.00 uur en we beginnen aan een overheerlijke pastamaaltijd die Leo voor ons heeft bereid.. De spanning begint weer ietsje meer toe te nemen.
{u}{b}Op weg naar de start:{eu}{eb}
Eindelijk wordt het dan toch 18.00 uur en vertrekken Ron, Lenny, Leo en ik vanuit Whitebridge – uitgezwaaid door Maria die in huis zou blijven – voor een autorit van ruim 235 km naar de start van de WHW in Milngavie (7 km boven Glasgow). Onderweg luisteren we naar prachtige muziek die gebruikt is bij diverse afleveringen van Villa Felderhof. Één van de muziekstukken is het Ave Maria, uitgevoerd door een zangeres met een uitzonderlijk mooie stem. Het ontroert ons allemaal en zelf moet ik een traantje wegpinken.
Om even voor 22.00 uur arriveren wij in Milngavie. Ron meldt zich in het plaatselijke treinstation en krijgt van de organisatie een polsbandje om met zijn nummer i.p.v. de overbekende startnummers. Overigens, veel praktischer want bij het verwisselen van kleding hoef je je startnummer niet los te halen. Voor de rest valt er weinig te doen. Dus wordt het wachten en een beetje kletsen met de enige andere Nederlandse deelnemer en zijn begeleider. Het moet maar gauw 01.00 uur worden, dan kan Ron samen met nog 120 deelnemers (en zelfs een paar deelneemsters!) van start.
{u}{b}De start:{eu}{eb}
En dan eindelijk, eindelijk klinkt op 24 JUNI 2006 om 01.00 uur het startschot en vertrekken 121 “dansende lichtjes” voor een tocht van 153 km. Voorlopig ben ik niet aan de beurt en terwijl Leo van checkpoint naar checkpoint rijdt, Lenny navigeert en bij de checkpoints er alles aan doet om Ron een optimale verzorging te geven, doe ik de nodige hazenslaapjes om er maar voor te zorgen dat ik zo uitgerust mogelijk kan beginnen.
{u}{b}Van checkpoint naar checkpoint:{eu}{eb}
Het gaat goed met Ron. Hij voelt zich goed. Hij lacht en zwaait vrolijk naar ons. En zo gaat dat ook bij checkpoint 2 en 3. Hij loopt ruimschoots sneller dan in 2002. Lenny houdt alles nauwkeurig bij, (een echte coach!) en berekent op basis daarvan hoe laat Ron bij een volgend checkpoint kan zijn. Op naar checkpoint number four. Inmiddels is het ruimschoots licht en laten ook die kl… midges zich van hun “beste” kant zien. We worden belaagd door die vele minuscule beestjes en met z’n drieën, getooid met muskietennetje over ons hoofd staan we Ron op te wachten. We beginnen meer en meer het uiterlijk van buitenaardse wezens te krijgen. Nee, de schoonheidsprijs zullen we met deze look niet winnen, maar beschermen doet het je en daar gaat het om. We wachten en dat duurt langer dan verwacht. Ron is nog niet in zicht en daarom stel ik Lenny voor Ron een stukje tegemoet te wandelen. Lenny weet als geen ander waar Ron prijs op stelt, dus vraag ik haar om advies of hij dat op prijs stelt. Het gaat per slot van rekening om hem. We besluiten dat ik hem een stukje tegemoet wandel. Veel is het niet want Ron komt in zicht. Hij ziet er niet goed uit en vertelt dat het zwaar is en dat hij vooral duizelig is. Het voelt gewoonweg NIET goed! Bij het checkpoint aangekomen, geeft hij aan dat hij bouillon wil, cola, schone kleding en dat hij het nog een etappe wil proberen, maar als het dan niet beter gaat, dan stapt hij uit, zo laat hij ons weten… Hij klinkt redelijk vastberaden en roept ons nog sorry toe … Sorry…, voor wat??? Het zou enkel en alleen voor hem de allergrootste teleurstelling zijn als hij weer zou moeten opgeven!! Ook Dario, de wedstrijdleider, ziet dat het Ron niet meezit en is met hem begaan.
Na goed gerust te hebben, vertrekt Ron voor z’n volgende (en misschien wel laatste) etappe. We rijden snel naar het volgende checkpoint en het wachten (en hopen) is voor ons begonnen. Hoe zou het hem vergaan? Geestelijk, lichamelijk?
Maar Ron houdt stand, en eerder dan verwacht, is hij bij het volgende checkpoint. Terwijl wij nog in de auto zitten te wachten, tikt hij al op de achterklep van de auto, lachend en met de opmerking of we niet eens snel die auto uit zouden komen om hem te verwelkomen… En dan te bedenken dat we normaal al met stoeltje en al buiten stonden te wachten… Gelukkig, het gaat goed met Ron èn het blijft goed gaan. Natuurlijk is het zwaar, maar niemand heeft gezegd dat het makkelijk zou zijn. Ron blijft zich goed voelen en één etappe eerder dan gepland mag ik met hem mee; hem vergezellen bij zijn laatste 57 km, reken ik snel even voor mezelf uit; nog nooit zover gelopen schiet er door mijn hoofd heen… maar ik ben er klaar voor (en toch heel even die twijfel: heb ik wel genoeg aan voorbereiding gedaan of misschien wel te veel?); allemaal gedachten die kort door je hoofd schieten, maar ik wil zo graag en spreek mezelf toe dat het pijn gaat doen, dat het zwaar wordt en dat in mijn beleving mijn bijdrage aan zijn succes maar minimaal zal zijn, maar dat ik vóór alles zal en moet voorkomen dat ik vooral geen last wordt voor hem. Het gaat erom dat Ron het gaat halen. Wetend dat dit het allemaal waard is, beginnen we aan een volgende etappe. Ik denk aan een welgemeend advies van een van mijn loopmaatjes die zei: “Laat je niet kennen.” En dat wordt mijn motto.
Overigens, niet onbelangrijk om te vermelden: vanuit Nederland wordt intens meegeleefd. Vele sms’jes van Just Runners, vrienden en vriendinnen worden voor, tijdens (ja, zelfs diep in de nacht) en na de race ontvangen. Dat sterkt je en steunt!
De etappe vanaf Bridge of Orchy naar Kingshouse is bijna 20 km. Het gaat goed. Het is prima loopweer en de natuur is overweldigend mooi. De sfeer is goed en het gaat goed. Een relatief lange etappe, maar een niet al te zware, dus lekker om erin te komen. We arriveren bij Kingshouse en door de wind voelt het vrij koud aan. We drinken, eten en rusten en beginnen aan de volgende etappe; onze volgende uitdaging die volgt is “Devil’s Stair Case”… Ik had me voorbereid op een zware klim; wat het ook is, maar het is zo machtig mooi dat het eigenlijk genieten is. Ron loopt lekker door en we zwijgen; allebei zo met onze eigen gedachten. Maar mijn taak is hem te ondersteunen voor zover hij dat überhaupt nodig heeft, dus vraag ik hem of hij er behoefte aan heeft dat ik een gesprek met hem aanknoop ter afleiding, want – zo zeg ik hem – “ik wil best een boom met je opzetten over de hypotheekrenteaftrek, om maar eens iets te noemen…”. We lachen wat, maken wat foto’s en lopen zwijgend door. Met jezelf in gesprek zijn, afzien en tegelijkertijd genieten van de rust en de natuur. Een gesprek voeren over wat dan ook is niet nodig. En zo lopen we verder en heel voorzichtig begint Ron aan een mogelijke eindtijd te denken.
We arriveren in Kinlochleven, waar Lenny en Leo weer als trouwe supporters en verzorgers ons staan op te wachten. Het is nog ruimschoots licht, maar de midges beginnen weer van zich te laten horen. We rusten, drinken, eten en vervolgens vertrekken we voor de op één na laatste etappe naar Lundavra. Wederom een prachtige route. Langzaam begint de duisternis in te vallen. We zetten onze petzls op (lampjes die je op je hoofd draagt) en vervolgen onze weg naar Lundavra. Het checkpoint in Lundavra is prachtig gesitueerd. Het is inmiddels donker en ter plekke is een kampvuur gemaakt, wat nog eens een extra dimensie geeft aan deze tocht. We realiseren ons dat er hierna nog maar één etappe volgt, de allerlaatste naar Fort William. Het moet nu toch gaan lukken. Ron gaat die eindstreep halen. Niet te vroeg juichen is mijn stelregel; eerst zien en dan geloven, maar het moet toch wel heel gek “lopen” als hij dat niet gaat halen. Het mag hem nu toch niet meer uit de handen glippen. We gaan “de nacht in” en een deel van deze laatste etappe is door het bos. Alhoewel het in Schotland rondom de langste dag niet aardedonker wordt, is het dat in het bos wel. En het is moeilijk om de bewegwijzering van de WHW te vinden. We lopen en lopen en zien geen medelopers meer. Het pad – voor zover je daarvan kunt spreken – wordt smaller en smaller en we gaan twijfelen. Hebben we een paaltje over het hoofd gezien? Maar we zijn er ook zeker van dat we geen “pad” gemist hebben. Ondertussen zien we wel hier en daar een rood/wit lintje hangen, maar wie zegt ons dat dat een alternatieve bewegwijzering is voor deze route. Zelf speur ik de grond af of ik sporen van afdrukken van sportschoenen in de redelijk vochtige grond kan ontdekken. Het lijkt er wel op en ik vermoed dat we goed zitten, maar ja, dat willen we dan ook wel zeker weten.. Ron en ik besluiten een stukje terug te lopen…Het zal toch niet dat we “in het zicht van de haven” stranden… Bij het laatste checkpoint waren nog meer lopers die na ons binnenkwamen en nog niet vertrokken waren toen wij aan onze laatste etappe begonnen. Dus als we goed zitten dan moeten we toch een paar “lopende” lichtjes in het donker kunnen ontwaren. En dat gebeurt gelukkig ook vrij snel. We blijken goed te zitten en vervolgen onze weg.
{u}{b}De laatste kilometers:{eu}{eb}
Het laatste stuk gaat “down hill” en we zetten het op een “lopen”. Waarom niet, laten we het proberen. En zo rennen we de laatste kilometers over een inmiddels wat breder pad naar Fort William. Lopen in het donker over onverhard terrein, ondanks een lichtje op je hoofd, is lastiger dan we verwachten en natuurlijk speelt de vermoeidheid ons ook parten (mag het!). Het lijkt wel alsof aan die laatste kilometers geen einde wil komen, maar we blijven “vrolijk” hardlopen en uiteindelijk bereiken we in het holst van de nacht Fort William, waar een serene rust heerst. Iedereen slaapt. En ja hoor, daar zien we gelukkig Leo en Lenny weer staan, onder het bord waarop “einde van de West Highland Way Race” is gemarkeerd.
{u}{b}Ron did it! {eu}{eb}
We maken foto’s, we feliciteren Ron en elkaar en lopen de laatste paar honderd meter naar het “Leisure Centre” waar de wedstrijdleiding zit en Ron zich officieel mag melden. Hij heeft het gefikst in 24.44.15 uur!! Hij is 30e geworden. (Na afloop blijkt dat van de 121 deelnemers er 70 zijn gefinisht).
Dolblij aanvaarden we de reis terug naar Whitebridge, waar we diep in de nacht toch nog even met elkaar het glas heffen op de goede afloop en vervolgens doodop in ons bed storten.
Pia Soetebier
PS:
Voor diegenen die geïnteressseerd zijn geraakt: de volgende WHW-race is voorlopig vastgesteld op 23 juni 2007; http://www.westhighlandwayrace.org