Afgelopen zaterdag heb ik, Henri Thunnissen, aan de Monnikentocht meegedaan, een landschapsloop tussen Ter Apel en Bourtange. Bijzonder aan deze loop is dat zowel hardlopers (33 en 60 kilometer) als wandelaars (29 kilometer) welkom zijn. Als ultraloper koos ik natuurlijk voor de 60 kilometer.
Helaas was de deelname aan deze langste afstand net als vorig jaar weer aan de magere kant. Slechts 9 man deden aan de 60 kilometer mee, maar het enthousiasme bij de vrijwilligers en de organisatoren was er niet minder om. Is het de korte periode voor de Run of het vooroordeel dat de provincie Groningen kaal, winderig en lelijk is? Nou dat laatste gaat dus niet op want de Monnikentocht voert door een deel van Groningen dat meer op Drenthe lijkt, met bossen, essen en riviertjes. Om aan de 60 kilometer te komen wordt er heel wat heen en weer geslingerd, over vooral fietspaden en zandpaden. Het vele onverhard maakt de route niet echt snel, maar mij motiveert het lopen door een mooi landschap meer dan het lopen van rondjes in de stad of op de atletiekbaan.
En daar stond ik dan aan de start bij het oude klooster in Ter Apel. Vorig jaar had ik onverwacht goed gelopen in 6.04, maar na een jaar met een mislukte 24 uur in Stein, een qua hardloopprestatie slecht Pieter-ROG-Pad en een matige 6-uurs loop in Duitsland, waren mijn verwachtingen lager gespannen. Liefst 6.30, maar in ieder geval binnen de 7 uur was mijn doelstelling. Het enige probleem van de Monnikentocht is dat er geen kilometer-aanduiding is, dus je kan je tijd niet plannen. Na de start loop ik de eerste 2 kilometer met een tempo van 11 per/uur. Ik merk dat het te hard gaat, dus laat ik mij langzaam terugzakken. Rond de 5 kilometer loop ik een paar kilometer op met de Belg Jos van den Hende. Het is altijd gezellig om in het begin wat met elkaar te praten. Het leidt af, houdt het tempo laag en voor je het weet ben je op de helft. Vandaag gaat dat niet helemaal op voor mij, want ik moet mijn tempo weer wat terugschroeven. Gelukkig loopt onze eerste 20 kilometer gelijk met die van de 33 kilometer, dat zorgt voor wat volk op het parcours. Tussen 19 en 26 kilometer loop ik samen met Frank Schut en Bert de Rouw. We praten over wat we gelopen hebben en wat onze plannen voor de toekomst zijn. Op 26 kilometer moet ik ze laten gaan en verdwijnen ze snel in de verte.
Bij de volgende verzorgingspost zeggen ze dat ik op 34 kilometer zit, maar ik kan zelf wel nagaan dat dat niet klopt. De stopwatch staat op 3.06 x ca 10+ = ca 32 kilometer. Mooi op schema voor een tijd van 6.30, maar helaas gaat een kwartier later bij mij het licht uit. Ik moet af en toe een stukje wandelen en het hardlooptempo gaat omlaag. Gelukkig loop ik op een mooi stuk van het parcours, tussen Smeerling en Wedde. Ik loop nu zo’n 8 per uur, dus het schema van 6.30 kan voorlopig even in de kast. Ik loop ena-laatste. Het gat met de man achter mij (Herman Euverman) is zeker 10 minuten. Als ik bij het Ruiten A-Kanaal kom, waar een saai stuk van 3 kilometer volgt, weet ik mijn tempo weer wat op te schroeven naar ca 9 per uur. Het einde komt in zicht, je kan gaan aftellen. De route volgt nog steeds het Ruiten A-Kanaal, maar er staan nu mooie oude eiken en beuken langs. In de laatste 10 kilometer zit veel onverhard, met een paar lastige stukken waar ik helaas nog een blaartje oploop. De laatste kilometer is verhard en ik kan nog aanzetten terwijl ik de oude gerestaureerde vesting van Bourtange binnenloop. Er is veel volk op het plein, ze zouden toch niet…? Nee natuurlijk niet, er is feest met een demonstratie kanonschieten. Als ik even later op een stoeltje zit uit te hijgen, word ik nog compleet verrast door een denderend kanonschot.
Mijn eindtijd was 6.41.57, waar ik best tevreden mee ben. Ik ben weer op de weg terug en met de 50 kilometer van Winschoten en de 6 uur van Amersfoort op het programma moest ik mij niet stuklopen op een tijd. De Monnikentocht werd gewonnen door Lex de Boer in een knappe tijd van 5.02.11.
Volgend jaar staat de Monnikentocht weer op het programma. Ik zal er zeker bij zijn en hoop dan wat meer Ultra-collega’s te treffen. Tot volgend jaar!
Henri Thunnissen
