Diever, marathon of toch een cross?

Gerry Visser :”Ik vind dit de zwaarste marathon van Nederland!”

Mijn loopweekend begint, ongelooflijk maar waar, met voetbal. Ik krijg op woensdag een telefoontje van Piet Noordenbos, dat hij twee kaartjes heeft voor Heerenveen op vrijdagavond. We hadden toch al afgesproken om op zaterdag samen naar Diever te gaan, dus dan kan ik best de avond ervoor met hem mee naar het voetbal. Toch? Ik hoef niet lang na te denken, ook al heb ik weinig met voetbal. Ik ben opgegroeid in Heerenveen, maar ben nog nooit van mijn leven in het Abe Lenstrastadion geweest. Meegaan met Piet, op zakenkaartjes nog wel, dat lijkt me eigenlijk best spannend en wellicht ook best leuk!

Hoe weinig ik van voetbal weet, blijkt uit het simpele feit dat ik tot vlak voor de aftrap geen idee heb tegen wie ze moeten spelen (dat blijkt Roda JC te zijn), maar al snel zit ik middenin de wedstrijd en word ik net zo enthousiast en partijdig als de mensen om me heen. Heerenveen krijgt de ene kans na de andere, en geen bal gaat er in, dat kán natuurlijk niet. Vijf minuten voor het einde komt eindelijk de verlossing, het wordt 1-0 voor de thuisploeg. Ook ik vlieg overeind en vind het bijna jammer dat ik geen sjaal heb om mee te zwaaien. Iedereen kan opgelucht en blij naar het bier.

We overnachten in Heerenveen en rijden de volgende ochtend ontspannen naar Diever. Bij de inschrijving tref ik allemaal bekenden, er is natuurlijk een boel bij te praten, en al pratend vergeet ik voor de zoveelste keer dat ik nog van schoenen moet wisselen, een ander shirt aan wil trekken, het haar nog in een staart moet doen, de voeten wil insmeren… en zoals altijd in Diever moet ik op een drafje richting het Kasteel, waar de start is.

Het heeft de hele week geregend en gestormd, maar vandaag is het in Diever prachtig weer. Blauwe lucht, windstil en een zonnetje… heel wat anders dan de vorige edities van de Boscross.
Het eerste rondje loop ik samen met Frouwkje Herder, die het vandaag bij twee rondes houdt. De band van haar neef speelt vanavond in de finale van de Grote Prijs van Nederland en ze wil op tijd in Amsterdam zijn. Piet loopt met ons mee, genietend van het mooie parcours maar ook zo nu en dan mopperend op de zware ondergrond. Dat het nog niets is vergeleken met vorig jaar (toen het maar bleef regenen en de ondergrond een glijbaan werd) gelooft hij graag, maar hij vindt het vandaag zwaar genoeg.
De vrijwilligers hebben er zin in en doen hun best om ons zo goed mogelijk te verzorgen. Als bij de verzorgingstand op het 5 kilometerpunt de ontbijtkoek dreigt op te raken, beloven ze Peijnenburg te bellen. Ach, de andere posten hebben koek genoeg, er is warm water, thee, sportdrank en banaan, we komen niets tekort.

Na twee rondes neem ik afscheid van Piet en Frouwkje en ga ik alleen verder. Maar niet voor lang, want al snel krijg ik gezelschap van Cor Butter, die er een tijdje uit is geweest met hartklachten. Juist door zijn ijzersterke conditie bleek hij er relatief snel van te herstellen. Sinds de Monschau Marathon in augustus staat voor hem het licht om te lopen weer op groen. We lopen rustig de derde en de vierde ronde, en net als ik heb gezegd dat ik niet zo goed ben in het optillen van mijn voeten, struikelt Cor over één van de vele boomwortels. Gelukkig is de ondergrond niet hard en krabbelt hij ongeschonden weer overeind. Het laatste rondje tellen we af, daar is de eerste drankpost, nog vijf kilometer te gaan, de grote heuvel over, dan het fietspad op, even wandelen bij de tweede drankpost, nog drie kilometer… Bij de kleine heuveltjes lopen we Jack Hendriks achterop, die de pijp aardig leeg heeft. Het is nu niet ver meer, we kunnen Jan Kooistra in de verte al horen, nog twee kilometer, nog één… en daar is de grote boog van Univé, en Cor heeft nummer honderd erop zitten. Er zijn bloemen en felicitaties voor Cor, en voor de gewone lopers is er de traditionele bouillon. We klokken vier uur en een paar minuten, ik vind het best, bij zo’n marathon is de eindtijd niet het belangrijkste.

Piet staat me op te wachten, en samen lopen we terug naar het Dingspilhuus, waar de douches verrukkelijk warm zijn. Even later zit ik met Piet aan de koffie en hij is het met me eens dat het een prachtige marathon is. En al scheen de zon vandaag, en was het van start tot finish droog, ik vind het de zwaarste marathon van Nederland. Piet is het niet met me eens. De zwaarste blijft de Berenloop op Terschelling, of wellicht toch de Kustmarathon in Zeeland. ‘En Diever telt niet mee’, zegt Piet stellig, ‘want dit is helemaal geen marathon, welnee, dit is een cross!’

{i}Gerry Visser{ei}