WK indoor …

Wat doet “WK indoor”op ultraNED zult u denken. Het geeft mij de gelegenheid om wat zaken naar voren te brengen waar ik [A.S.] als als lid van de record commissie van de IAU mee worstel, dat is de link en niets anders.

Patrick van Balkom heeft zijn serie gewonnen! We hebben het over het WK indoor, op het onderdeel 200 meter. Patrick had natuurlijk het voordeel van baan zes! De 200 meter indoor betekent namelijk per baan ongeveer een voordeel van dertig centimeter. Hadden we Patrick in baan vijf aan de start gezien, dan had hij beslist niet de serie gewonnen (verwissel baan vijf en zes, en je hebt het over zestig centimeter verschil, iets dat je op teevee makkelijk kunt beoordelen!). Overigens was Bram Som zijn optreden wel overtuigend op zijn serie 800 meter.

Waarom dit nieuws op ultraNED? Welnu, afgelopen week berichtte Malcolm Campbell (voorzitter IAU) mij dat de IAAF de besteprestaties 100 kilometer gaat publiceren als officiële besteprestaties 100 kilometer. Daarbij had de IAAF wel heel wat noten op haar zang. Nauwelijks een 100 kilometer zou voldoen aan de IAAF richtlijnen. Bij de vrouwen wordt bijvoorbeeld geeist dat er verschillende starttijden zijn voor mannen en vrouwen. De bron van die eis is duidelijk. De marathontijd bij de vrouwen van Rotterdam heeft heel wat commotie in de loopwereld opgeroepen. Maar het is natuurlijk heel eenvoudig om op een 10 maal 10 kilometer parcours als mannelijke haas te wachten om met een ronde achterstand alsnog de vrouw in kwestie te ondersteunen. Vanuit de Olympische 10 kilometer op de baan hebben we in het verleden al kunnen zien dat het voor juryleden moeilijk is om tot een juiste uitspraak te komen. Maar een streep door prestaties als de 6:10’20 van Donald Ritchie op de baan, en de 6:03’ en 6:09’ van Jean-Paul Praet op de weg, is toch wel erg rigoureus.

Laten we terug gaan naar de stadionatletiek. De nieuwe speer trok natuurlijk gewoon een streep door alle prestaties die stonden. Terecht vindt de een, onterecht de ander. Maar als de speerwerpers dit slikken, waarom doet de ultramarathon dan zo moeilijk? Ik denk dat de speerwerpers tijdens hun actieve loopbaan al genoeg erkenning hebben gehad; als Olympisch kampioen of als voormalig wereldrecordhouder. De voormalig topper van de 100 kilometer kan niet op zijn of haar verleden terugvallen, en dat maakt de situatie extra gevoelig. Nog los van het feit of je als ultramarathon topper je beroepscarriere vergooit voor een lege hand!

Natuurlijk moet de atletiek een sport zijn waarbij het eerlijk meten van prestaties voorop staat. Strenge regels voor de wegatletiek lijken dan ook niet meer dan billijk. Maar hoe zit het dan met andere onderdelen, zoals de 200 meter indoor. Een record kun je alleen maar lopen als je in de buitenste baan start. Als er al in een meer naar binnen gelegen baan records gelopen kunnen worden, dan roept dat alleen maar vragen op over het niveau van het voormalig record.

Eerlijke wedstrijden? Natuurlijk is het raar dat vrouwen door mannen gehaasd kunnen worden, terwijl het andersom niet kan. Maar veteranen kunnen ook door senioren gehaasd worden, zelfs op willekeurige baannummers, en daar praat niemand over. Sterker nog, tegenwoordig mogen vrouwen gewoon in mannen races lopen als het gaat om nationale records voor veteranen op de baan. Het wordt af en toe een wereldje waarvan ik echt niet meer begrijp waar het werkelijk om draait. Als sommige regels ter voorkoming van oneerlijke bevoordeling al nuttig zijn, dan moeten ze toch doorgetrokken worden, en mag de willekeur -die meestal ten voordele van de stadionatletiek uitpakt- toch niet de boventoon voeren.

Kampioenschappen zoals de 200 meter indoor zijn onzinnig. De finalist in baan 1 is bij voorbaat verloren. Kampioenschappen worden op zo een manier voorspelbaar voor elke willekeurige leek, die de voordelen van de buitenste banen kent. Gokken op de winnaar is geen gokken meer, maar kijken naar de baanverdeling, ook al ken je geen van de atleten. Het ontneemt elke spanning op een dergelijk onderdeel. Dan het hoogspringen of polshoog, waar de atleet kan gokken en een hoogte over slaat om foutsprongen te voorkomen voor de definitieve uitslag. Dan is het er op of er onder. Doe dan bij de 200 meter de snelste de binnenbaan geven, en op de eindstreep zijn de verschillen veel kleiner. De atleet kan dan ook gokken door met een langzame tijd toch door de series en de halve finale te komen, en zo een buitenste baan te bekomen, maar dan is het er op of er onder, zoals we de atletiek kennen vanuit de springnummers. Veel herkenbaarder dus voor het publiek en veel meer spanning en sensatie. Natuurlijk ook veel meer gelegenheid voor atleten om met excuses te komen, maar daar hangt topsport toch vaak van aan elkaar of niet soms?

Over meetbaar en eerlijk gesproken overigens. Onlangs kwamen mij de nieuwe regelingen onder ogen voor de ultramarathon in Nederland. Het betreft het nieuwe wedstrijdregelement van de KNAU. Als ik al klompen zou dragen, zouden ze mij spontaan uit vallen 🙂 Een parcours voor de ultramarathon moet tussen zonsondergang en zonsopgang verlicht zijn. Leuk voor bijvoorbeeld de Jan Knippenberg Memorial. Jan zou zich in zijn graf omdraaien als hij het zou horen denk ik. Maar geen nood. De KNAU heeft geen kwantitatieve normen gesteld over de verlichting. Er staat nergens iets van minimaal zoveel lumen per vierkante meter. Wat is verlicht? Ergens onderweg een theelichtje laten branden en je hebt als organisatie voor verlichting gezorgd. Wil je echt verlichtingsniveaus afspreken, dan moeten officials ook het verlichtingsniveau kunnen meten -dus de apparatuur hebben en er ook zinvol mee om kunnen gaan-. Dat kan de KNAU natuurlijk nooit waarmaken, en dus zijn de meeste bepalingen uit het nieuwe reglement te kwalificeren onder het mom van “zeepbel”, veel lucht en weinig body!

Ton Smeets
a.smeets@trouwweb.nl