Voor mij blijft de JKM de mooiste wedstrijd die er is. Gelopen in 2008, na een eerdere valse start in de afgeblazen editie, vond ik toen al vooral de zwaarte van de omstandigheden en het lange afzien het mooist.
Tenminste, als je finisht. Dan zijn de euforie en de voldoening groot, en terecht. Ik had het in 2008 gelopen, onder begeleiding van enkele collega-lopers van de AV Haarlemmermeer. Zij liepen in estafette mee vanaf Wijk aan Zee. Na 3x dood gaan toch gefinisht en me voorgenomen het zeker nog eens te gaan proberen.
Met mijn werk lukt het echter nooit in het voorjaar. Op Keukenhof, waar ik Parkmanager ben, is het juist met Pasen een topdrukte, dus ook de rondjes Texel lukken al enige jaren niet meer. Even Rotterdam tussendoor gaat nog net in het voorjaar, maar voor de rest spook ik tussen eind februari en eind mei niets uit. Op hardloopgebied dan. In de zomer ben ik vooral bezig met het kortere werk op de baan (100 – 400 meter en tienkamp) en dan volgt meestal een vakantie waarin ik weinig doe (heerlijk). Vanaf Monchau wordt het weer serieus, met Gouda, Leipzig, Winschoten, Belouil, Soest en Bertlich in twee maanden tijd.
Rond oktober / november heb ik de meeste kilometers te pakken en dat is eigenlijk de enige periode dat ik echt tijd zou hebben voor een 100 em, een 12 uursloop of zelfs een keer een 24-uursloop. Die zoek ik dus nog. Vorige week donderdag kreeg ik het bericht door dat voetbal en hockey van mijn kinderen niet door ging in verband met de herfstvakantie, en ik had ineens een weekeinde vrij voor mijzelf. Ik vatte direct het idee op om de JKM als training te gaan lopen! De weersverwachting leek wel aardig, dacht ik, en met een start om 13.00 uur in Vlaardingen en een schema van 9 km/uur gemiddeld, zou ik ’s avonds nog wat kunnen eten en drinken in Zandvoort. Mooi plan! Op zaterdag een rugzakje mee, met een droog shirt en handschoentjes, 4 krentenbollen, 2 AA’tjes en 2 Aquariusflesjes. Plus telefoon en portemonee en een kauwgommetje. Een lange tight, shirt met lange mouwen, een windstopper en een regenjackje aan en klaar was ik.
Vooraf nog wat medelopers in Hoofddorp en Boskoop ge-sms-d en volgens schema om 12.58 uur weg van station Vlaardingen West. Het ging gelijk al iets anders dan ik had verwacht. De wind was niet zuid, maar pal west en de eerste twee uren waren dus vol tegen de wind. Bovendien stromende regen. Binnen 1 kilometer al zeiknat! Nou, ja, straks op het strand gaat het wel weer beter, dacht ik, want dan zal de wind wel wat in de rug zitten en op het strand regent het nooit zo vaak. Toch? Ik liep wel te genieten, want wie doet het me na? Aan het begin van het Staalduinse Bos een bonte specht op 2 meter, die gewoon bleef zitten en me wat verdwaasd aankeek: “Wat doe jij hier in de regen?”, maar dat kon ik hem natuurlijk ook vragen.
Bij Hoek van Holland, na 1 uur en 3 kwartier, het strand op. Het werd hoog water, maar het strand bleek redelijk hard, waarschijnlijk door de vele regen. Hier bleef het enkele uren droog en ik droogde inderdaad weer wat op. Een vriend kwam bij Kijkduin even het strand op, hij wist wat ik ging doen en had me twee jaar geleden ook begeleid. Even een hand en snel weer door, want het was koud. Bij Scheveningen de haven gerond, over de boulevard gelopen, want er waren werkzaamheden onder de pier en na de pier het strand weer op. Tot en met Katwijk bleef het licht. De wind draaide wel vervelend naar noord-west zodat ik meer tegen- als met de wind liep. Dit zou helaas de hele loop zo blijven.
Van Noordwijk (een klein uurtje verder dan Katwijk) was het een lang stuk naar Zandvoort. Echt niemand op het strand gezien, dus ik had wel lekker de ruimte. Af en toe een flinke hagel- of regenbui, maar het strand bleef goed en ik liep nog steeds op schema. Hoewel, ik had me voorgenomen er geen wedstrijd van te maken; zondagmiddag aankomen zou nog steeds prima zijn. Gewoon, lekker ontspannen lopen! In Zandvoort om kwart voor tien ’s avonds het strand af en bij Donar Kebab een broodje shoarma gegeten en een paar blikjes ingeslagen. Na wat te zijn door gewarmd viel het buiten wel weer erg tegen: het begon steeds harder te waaien en de buien waren ook steeds natter. Ter hoogte van de waterleidingduinen zag ik iets op het strand: een poes, een hond? Het reageerde wel op mij en liep rondjes om me heen. Toen zag ik dat het een jong vosje was! Het wilde blijkbaar spelen. Ik wist niet dat vossen zich bij zulk slecht weer ook op het strand wagen, maar het liep ongeveer 100 meter met me mee en verdween daarna het duin in.
Plots een bliksemschicht en een harde klap. In een reactie dook ik op de grond. Flauwekul natuurlijk, want dat zou toch al te laat zijn geweest en nu hapte ik flink zand. Van het strand af, dacht ik meteen, maar ik kon nergens heen. Toen dacht ik de column van Ron, over het lopen met Veron over het strand tijdens onweer: heel onverstandig natuurlijk, maar wel lachend ten onder, was het motto. Ik besloot het ook maar van me af te lachen en liep door. Geen bliksemschicht meer gehad. Heel vreemd! Bij IJmuiden een enorme mui, net voordat ik het strand af moest, maar gelukkig zag ik het op tijd en hoefde niet om te lopen. In IJmuiden ging het redelijk: ik voelde wel blaren ,want zand in natte sokken is niet goed voor de huid, maar het liep tenminste eventjes voor de wind. Het was kwart over elf en ik lag nog prima op schema, ongeveer het zelfde als in 2008.
Na Corus viel het vies tegen. De lange weg (Zeeweg dacht ik) langs Wijk aan Zee naar het strand terug was volop tegen wind en het was ook weer erg hard begonnen te regenen. Toen had ik echt even geen zin meer. In een soort bushokje nam ik een krentenbol en ik bedacht dat uitstappen ook geen optie meer was, want ik zou nooit meer bij mijn auto in Vlaardingen kunnen komen. Het was inmiddels bijna half twee. Dan maar verder, het strand op. Vanaf daar was het behoorlijk afzien. Zere voeten, stijve knieen en vooral een erg koud lijf met koude handen. Maar goed, ik had er zelf voor gekozen. Met de knop op nul, rustig aan schuifelend, een beetje hangend tegen de wind en de regen en na elke kilometer even 50 meter achteruit wandelen. Dat beviel me erg goed, want dan ontspannen de benen en de enkels en je voelt de wind tenminste even aan de andere kant.
Na de Hondsbossche Zeewering begon het lichter te worden. Jammer dat ik nu lichamelijk niets meer kon, want het hoofd was weer helder. Ik had echter de puf en de macht niet om nog lekker te lopen. Veel wandelen en af en toe dribbelen. En vooral mezelf regelmatig vervloeken. Bij Huisduinen eventjes een hoera-gevoel, want 2 jaar geleden lag daar de finish. Nu moet ik door naar het station en loop over de dijk verder. De wind is hier niet bepaald zachter. Eindelijk mag ik de dijk verlaten en kan ik, met de wind in de rug, de stad in naar het station. Om kwart over negen kwam ik daar binnen strompelen, totaal verkleumd. Vijf minuten gedaan om mijn betaalkaart in de ticketautomaat te krijgen, maar toch gelukt. Eerst een kop koffie scoren om een beetje door te warmen. Direct mijn bevroren en gevoelloze lippen verbrand, maar dat had ik later pas door. Eindelijk in de trein, eindelijk zitten. Moe, maar zeer voldaan, het thuisfront van lopers sms-en dat ik er ben. Ik had er ruim twintig uur over gedaan, maar wel sneller dan in 2008. In de trein regelmatig weggedut. In Amsterdam er uit om wat warms te nemen en in Leiden, na een busrit vanaf Hoofddorp in verband met werkzaamheden aan het spoor, nog eens. Langzaam kwam ik weer bij. Inmiddels was het in het binnenland zonnig en rustig weer. Ik geloof dat ik voor de derde JKM (2x volbracht) in mijn leven met wind tegen en regen heb gelopen. Dat moet volgende keer toch beter uit te zoeken zijn!!!
Ton Aker
Ps Zondagmiddag een hete douche, ‘s avonds vroeg naar bed en zo waar geen spierpijn of vermoeidheid meer over! Maandagavond op de baan weer wat rondjes gelopen. Wonderbaarlijk.
