Op zondag 7 november 2010 liep ik mijn eerste marathon, de ING New York City Marathon, met een team van lopers voor KiKa Kinderen Kankervrij. Het was een overweldigende belevenis. Wil je dit in 2011 ook meemaken, lees dan door.
We vertrokken met tien lopers en drie begeleiders op donderdag 4 november van Schiphol. Twee van onze teamleden waren afgevallen. Bas Muijs (acteur in GTST, Costa en Voetbalvrouwen) moest in Nederland blijven voor tv-opnamen. Rob Druppers (800 m loper, zilver op WK 1983) had zichzelf overtrained in de voorbereidingen voor zijn eerste marathon. Op Schiphol was er een cameraploeg aanwezig van SBS6 Shownieuws om een interview te doen met Elle van Rijn (actrice en schrijfster, o.a. een wekelijkse column in de Flair) en haar man Kaja Wolffers (regisseur van soapseries, thans directielid bij NL Film and Television). En ik kreeg alle aandacht van mijn moeder die me kwam uitzwaaien.
De vlucht met de KLM verliep probleemloos. In New York werden we opgevangen door de reisorganisatie ATP en naar ons hotel gebracht. We verbleven in het Radisson Martinique on Broadway hotel. Dit is even chique als het klinkt en het lag zowat naast het Empire State Building. Ik deelde een kamer met prof. Huib Caron, de kinderoncoloog van het AMC en opvolger van prof. Voute die mijn behandelend arts was toen ik kanker had als kind.
De ochtend van 5 november kregen we eerst een peptalk van Wim Verhoorn (ex-bondscoach van de KNAU en een man met een groot internationaal netwerk). Zijn goede tip was om ’s ochtends eerst naar de Expo hal te gaan om onze startnummers op te halen. Strak georganiseerd werden daar in twee dagen tijd ruim 45.000 startnummers uitgedeeld, tassen met drinken en energierepen en de ING NYC marathon hardloopshirts. ’s Middags hadden we vrij van Wim Verhoorn, en ik ben naar Ground Zero en het vrijheidsbeeld geweest. Indrukwekkend.
De ochtend van zaterdag 6 november moesten we vroeg opstaan, maar dat was door de jetlag geen probleem. We namen deel aan de International Friendship Run. Dit is een kort loopje vanaf het gebouw van de Verenigde Naties naar het Central Park. Er deden zo’n 25.000 mensen mee en het is het best te omschrijven als een internationaal hardlopend carnaval. Uitbundig uitgedoste mensen liepen mee, vaak verkleed in de kleuren van hun land van afkomst. Omdat er zo’n 1475 Nederlanders meedoen met de marathon, was de kleur oranje ook ruim vertegenwoordigd. De oprichters van KiKa (Frits en Kathy Hirschstein) maakten allerlei foto’s van het KiKa team, als promotiemateriaal voor volgend jaar. Van Wim Verhoorn kregen we de tip om ’s middags even rustig op bed te liggen en dat deed ik dan ook.
De avond voor de marathon is er het traditionele pasta-feest in Central Park. Ik ging er ook heen met een groepje mede-lopers, maar de rij voor de ingang was zo lang, dat we een Italiaans restaurant in de buurt hebben opgezocht waar we heerlijk Pasta Bolognese hebben ingeslagen. Genoeg koolhydraten aan boord.
De zondag van de marathon moesten we natuurlijk weer vroeg uit ons bed, maar we hadden onszelf verwend. We hadden een taxi-busje voor 14 personen gehuurd die ons naar de start reed. Dat scheelde weer een uur later vertrekken en minder lang wachten in de kou. Het was ’s ochtends 4 graden Celsius en er stond een frisse bries, maar het was zonnig en droog. De startprocedure voor de marathon is indrukwekkend. Het startterrein is verdeeld in drie startdorpen, oranje, groen en blauw, voor ieder 15.000 lopers. Hier kon je naar het toilet (lang wachten) en hier gaf je je plastic tas af met droge kleren voor na de finish. Die worden per 1000 stuks in UPS trucks vervoerd. Vervolgens ging je naar de startrij waar je bent ingedeeld in ‘corrals’ (letterlijk vertaald een veekraal), gesorteerd op verwachte eindtijd. Er zijn drie verschillende starttijden, om 09:40, 10:10 en 10:40, waarin per keer 5000 man per startdorp (dus 15.000 man) aan hun marathon beginnen.
Ruim op tijd moet je in je corral zijn en het is zaak om warm te blijven. Daarom wordt iedereen aangeraden om warme kleding aan te trekken die je kunt weggooien vlak voor de start. Deze kleding wordt verzameld en aan de arme mensen van New York gegeven. Ieder jaar krijgen ze dus een grote collectie truien en jogging-broeken. In je corral ontmoet je allerlei mensen. Ik maakte een praatje met een Australische man die vanuit zijn werk in Engeland kwam meedoen en een Duitse dame die nu in Singapore woont.
Om 09:40 mocht ik van start in het oranje dorp. Tegelijkertijd startten de toppers in het blauwe dorp, rechts van mij. In de verte ving ik een glimp van ze op toen ik vlak na de start de Verrazano-Narrows brug overliep. Ik liep op het bovendek aan de linkerkant, met het beste uitzicht op de Manhattan skyline. De blauwe lopers liepen op het bovendek aan de rechterkant en de groene lopers op het onderdek. Het lange lint met lopers op deze brug voert je vanzelf vooruit. Omdat je loopt tussen lopers met eenzelfde eindtijd heb je geen probleem met het inhalen van mensen. Je voelt je als een waterdruppel in een rivier, just go with the flow. Nadat je de brug afkomt loop je tussen het publiek. De Amerikanen zijn oneindig enthousiast en moedigen je luidkeels aan. Tussendoor staan bands te spelen. Iedere mile is er een verversingspost met sportdrank en water. Ook staan er iedere mile toiletten opgesteld, want onderweg zomaar ergens plassen kan simpelweg niet. Het publiek is zo enthousiast dat lopen bijna vanzelf gaat en ik voelde me opperbest.
Een half uur voordat ik van start ging, mochten de gehandicapte lopers gaan. Onderweg maakte ik er een gewoonte van om te klappen als ik iemand in een rolstoel of iemand met een kunstbeen inhaalde. Ook klapte ik luid voor een man die blind en doof bleek te zijn….
Bij het 25 km punt liep ik de Queensboro Bridge over naar Manhattan. Dit is een pittige klim van 40 m hoog waar je tempo flink zakt. Bovenop liep ik zowat tegen een Run for Kika medeloper op, Gregor Stam (meervoudig Nederlands kampioen en Europees kampioen op de triathlon met zo’n 150 marathons op de teller). Hij zat er al aardig doorheen en ik voelde me toen nog prima. Erop en erover ging ik, op naar First Avenue. Op deze lange weg stond het publiek 5 rijen dik, en ook een Nederlands blok met supporters waar ik fit en uitbundig zwaaiend langsliep.
Al die tijd had ik scherp op mijn hartslag gelet en was ik niet met mijn tempo bezig. Met mijn maximale hartslag van 185 bpm liep ik op een schema waarbij ik mijn hartslag langzaam mocht laten oplopen tot 172 bpm. Ik zat iedere keer een paar slagen boven mijn voorgenomen schema, en daardoor zat ik mezelf iedere keer in te houden niet te hard te gaan en het voelde allemaal prima. Totdat ik een kilometer of 32 had gelopen. Toen zeiden mijn bovenbenen tegen mij: “Beste Martin, allemaal leuk en aardig dat jij een marathon wilt lopen, maar wij doen niet meer mee”. In mijn trainingsduurlopen had ik soms last van mijn linkerkuit en mijn rechter hamstring, maar mijn bovenbenen, nooit. Toch wilden ze echt niet meer. Ik moest nog 10 km en het ging steeds zwaarder. Het deed echt pijn. Ik durfde niet te gaan wandelen, bang dat ik kramp kreeg. Die lange laatste kilometers vanaf de Bronx heb ik niet echt meer genoten. Mijn tempo zakte in, mijn hartslag ook. Afzien.
Maar ik haalde het einde wel. Aan de foto’s te zien met een strakgetrokken gezicht en opengesperde ogen. Vlak voor de finish hoorde ik mijn naam roepen vanaf de VIP-tribune. Wim Verhoorn overhandigde me een KiKa vlag. Ik poseerde ermee voor de camera van de KiKa-oprichters. Ik was de eerste KiKa-loper die over de finish kwam! Later bleek dat Kaja Wolffers netto 15 seconden sneller was. Had ik maar niet moeten poseren met die vlag… Mijn eindtijd was 3:42:26. Maar dat is verder niet belangrijk. Ik heb de marathon uitgelopen voor KiKa en dat voelt ontzettend goed.
Volgend jaar willen we met 200 lopers de New York marathon lopen voor KiKa. Via KiKa kost de trip maar 500 euro (inclusief vlucht en verblijf) maar je wordt wel geacht om 5000 euro aan sponsorgeld te verzamelen. Ook zijn we op zoek naar survivors van kinderkanker, die net als ik, met een speciale lading voor KiKa lopen. Interesse? Kijk op http://www.runforkika.nl
{b}Martin Baptist{eb}, Den Burg
(familiebaptist
{i}Noot van de redactie{ei}. Martin Baptist stuurde ook de registratie van zijn GPS-hartslagmeter mee als illustratie. Tot ruim 30 km liep Martin op een tempo van iets onder de 5 minuten per kilometer (met een hartslag van 158 oplopend naar 168). Daarna ging het tempo drastisch en gestaag naar beneden, tot 6 ½ minuut per km bij de finish (en de hartslag zakte naar 155)