Bij de London marathon hoorde ik dat er vijfentwintig duizend mensen aan de marathon begonnen die proberen hun “pb”, personal best, te verbeteren. Daarnaast nog eens zesduizend debutanten. Het kan zijn dat ik de boodschap niet goed heb gehoord en er vijfentwintig duizend van start gingen waaronder zesduizend debutanten! Maar laten we maar van het eerste gegeven uit gaan, hetgeen betekent dat één op elke vijf zijn of haar eerste marathon loopt. Ga diezelfde vraag eens stellen bij een ultramarathon, en je krijgt heel andere getallen.
Natuurlijk zijn er bij de ultramarathon ook nieuwkomers; het zou niet goed zijn als dat niet zo was. Maar in het algemeen zijn het sporters die al heel wat ervaring hebben of op zijn minst vanuit hun omgeving heel wat leerstof hebben mee gekregen. Ik denk aan Koenders, de zus van de bekende triathlonatleet die op Texel deel nam aan de zes uur loop. Ik denk ook aan Erna, de vrouw van Ubel Dijk, die misschien nog nooit een marathon heeft gelopen, maar ultramarathons lopen in een zes uur duidelijk prefereert boven het zes uur langs de kant zitten. Zij is geen uitzondering meer in de vrouwen-ultramarathon. Er is duidelijk zicht op een Nederlandse belangstelling bij vrouwen voor de ultramarathon. De grote achterstand met Duitsland zou dus wel eens in een paar jaar ingehaald kunnen worden. De Duitsers hadden natuurlijk het grote voorbeeld aan Ernst van Aaken, de arts en inspanningsfysioloog die heilig geloofde in het feit dat vrouwen meer geschikt waren voor de ultramarathon dan mannen. Van de mentale verschillen tussen de beide seksen kunnen we nog altijd weinig zeggen, behalve het feit dat we ook uit andere Europese culturen soortgelijke signalen konden horen. Het feit dat de lichaamssamenstelling van vrouwen anders is dan van mannen, dus dat ze relatief meer vet hebben en dat dat vet op andere plaatsen zit (dichter bij de verbrandingsoven voor lopers dan bij mannen) is een feit dat nog altijd staat, maar waarvan inmiddels bewezen geac is dat het zeker voor de marathonafstand geen voordeel is voor vrouwen. Voor de ultramarathon moeten we dat nog altijd maar afwachten.
Een ander voordeel voor de vrouwen is dat ze kleiner zijn, waardoor volgens een Belgisch statisticus -die van die bekende gewichtsindex inderdaad- het gewicht kwadratisch kleiner zou zijn. Zeker een voordeel voor de lange afstand. Wellicht zijn de meeste Nederlanders door hun welvaart meer geschikt als volleyballer of korfballer (om maar eens een typisch Nederlandse sport te noemen).
In de rechter ooghoek staat momenteel de televisie aan met het verslag van de Britten op BBC one over de London marathon. Debutanten met een pak aan van vijftien kilogram! Vrouwen en wheelers die voortdurend in beeld zijn, omdat de mannen marathon zich nog als wedstrijd moet ontwikkelen; het zijn ongekende beelden voor de teevee kijker die slechts de Nederlandse zenders volgt.
Eenmaal over naar de Nederlandse zender zie ik een overmoedige Greg van Hest. Dat kan toch niet goed gaan, die Van Hest heeft toch geen palmares dat hij bij die grote namen in de schaduw kan blijven lopen. Ik ontkom er niet aan mij te bedenken dat in het voorjaar de schaduwen nog wat langer zijn dan in de zomer, dus hij kan nog even aan het elastiek blijven. Amper deze zin geschreven en Van Hest gaat al zwemmen. Natuurlijk nauwelijks wind dus die kan niet tegen zitten, maar je loopt op dat niveau dus met ongeveer twintig kilometer per uur ofwel zes meter per seconde; dus zelfs bij een slap briesje van maar twee meter per seconde nog altijd een tegenwind van vier meter per seconde, dus onwijs dom om te gaan zwemmen, zeker als je met regelmaat je eigen loopbeweging stoort door om te kijken naar de volgende groep.
Ongelooflijk, maar Van Hest moet toch al de eerste klappen krijgen als zelfs zijn nationale titel niet zeker is in deze wedstrijd. Zo vroeg in de wedstrijd moet je dat soort klappen op kunnen vangen, maar ook aan het mentale elastiek zit een zekere rek; nog zo een tegenslag en Van Hest raakt in het plastisch gebied waar zijn mentaal vermogen wordt vervormd.
Inmiddels zijn we voorbij de helft; tekenend is het optreden van vader Ad. “Je bent er klaar voor”; dat had hij op zijn laatst gisteravond kunnen zeggen, maar heeft nu absoluut geen toegevoegde waarde meer. Het is het niveau van “You can do it” wat de gemiddelde leek langs de kant roept en temporeel gezien zelfs meer op zijn plaats is. Is dit nu tekenend voor de Nederlandse wegatletiek; een coach die iets moet roepen om op te vallen zodra een camera in de buurt komt. Als de Nederlandse wegatletiek zover is gezonken vraag je je af waarom er nog in internationale evenementen geïnvesteerd wordt, want alle investeringen van de afgelopen decennia hebben duidelijk weinig opgeleverd. Het is toch zielig om te zien dat Van Hest het probeert om met die grote groep mee te gaan en vervolgens de ene teleurstelling na de andere moet verwerken. Ooit houdt dit op, want mentaal kun je ook de man met de hamer tegen komen. En dan richting NOC*NSF, als je zelfs op een dag met marathons als Londen en Hamburg geen Nederlanders in een thuiswedstrijd in de voorste gelederen mee kunt sturen? Voor de Olympische Spelen geldt toch dat je pas mag gaan als er uitzicht is voor een plaats bij de beste acht. Streep erdoor dus. De KNAU beeft voor andere nummers als een 100 kilometer voor te dragen als Olympisch nummer. Met zo een smalle top zou het nog alleen maar meer versnippering teweeg brengen. Maar op de marathon blijkt Nederland al lang de aansluiting met de top gemist te hebben. Een coach als Ad van Hest geef je of de ruimte om zich te profileren of je snoert hem de mond omdat je hem niet capabel vindt. Uit de beelden van de marathon van Rotterdam kom ik tot de conclusie dat men binnen Nederland voor de tweede optie heeft gekozen.
Inmiddels loopt de marathon van Rotterdam naar zijn eind. Dat Ten Kate op amper één kilometer van de finish nog hoopt op een tijd onder de 2:06’40 geeft te denken over zijn kwaliteiten op het gebied van hoofdrekenen. Voor atleten toch een niet onmisbare competentie. Ik erger mij tijdens de uitzending aanzienlijk over het slappe commentaar van de beide heren. Van Hest liep gewoon als een kip zonder kop, en dat blijkt wel want hij is weer uitgestapt. Het slappe commentaar waaruit geen enkele kritiek naar voren komt is dat van de stinkende wonden en de slechte heelmeesters. Tijd voor commentatoren die eens durven te roepen dat er absoluut geen wedstrijdinzicht zit bij de Nederlandse atletiektop. Aaitjes over de kop zijn pas op zijn plaats als er een prestatie is neergezet na de eindstreep. Leuk geprobeerd telt niet in de sport. Als voetballer krijg je dan te horen “bijna raak is helemaal mis”.
Bijna raak telt blijkbaar ook voor het NK marathon. Met twee uitstappers blijft er weinig over van de Nederlandse marathon. Baanatleet Maase heeft andere keuzen gemaakt, dus ook uit die hoek komt geen frisse wind. Krotwaar was altijd bescheiden over zijn nationale titels, maar inmiddels mag hij toch de medailles wat glimmender op gaan poetsen. Terug naar 1989 Helmond met Van Pragt die in (heb ik het goed?) net onder de 2:20’ nationaal kampioen werd. Nooit meer een kampioenschap in de regio was het toen, maar op zo een hoog niveau als Rotterdam komt de nationale top toch wel erg slecht er vanaf, met 12 jaar na Helmond nauwelijks vooruitgang op het hoogste niveau. Als de krantenjongens niet hebben liggen te slapen dan mogen we morgen de nodige kritiek in de kranten verwachten. Het kan hooguit zijn dat Rotterdam wat meer hapjes en drankjes aan de journalisten kan geven om de wanklank wat te verzachten, terwijl in Helmond diezelfde journalisten van de landelijke dagbladen een lange weg terug te gaan hadden vanuit het zuiden. Iets wat vandaag de dag met de communicatiemiddelen geen enkel bezwaar meer zou moeten zijn, alhoewel ik nog voetbaljournalisten tegen kom die geen computer hebben en nog vol trots vertellen dat ze met tien vingers kunnen typen. Op zo een moment vraag ik mij dus af waarom kranten nog altijd pagina’s vol schrijven over voetbal. Waarschijnlijk omdat ze de bijna gepensioneerden nog bezig moeten houden.
Rotterdam is inmiddels voorbij. De beste vrouw hebben we gezien. Aart Stigter maakte weer eens mooie public relations voor zijn eigen commerciële belangen door tot het laatste moment in beeld te blijven bij de beste vrouw. Ik begrijp dat ik met deze opmerking mensen over mij heen krijg, maar als dat een bekende Nederlandse atleet is, dan is het toch al meer dan een decennium droevig gesteld. Van de vrouwen NK krijgen we niets meer mee want Liège-Bastogne-Liège staat op de rol. Ten Kate haalde nog zijn carrière er bij met zijn EK in Split. In die tijd had je inderdaad nog commentatoren met guts, zoals een Ria Stalman die durfde te zeggen dat je op de middenafstanden moest durven duwen en douwen. Iets wat overigens toen verzwakte omdat atleten achteraf uit de uitslag geschrapt werden. Maar toch een andere toon dan de huidige. Uit die tijd stamt natuurlijk ook Ten Kate die achter de gazons om in Split het parcours tijdelijk verlaatte om enkele posities opgeschoven weer op het parcours terug te komen. Het waren de brutale atleten die er om gingen, met het risico natuurlijk om uit de uitslag geschrapt te worden, wat voor die situatie niet ten onrechte geweest zou zijn. Het was ook de tijd waarin Ten Kate door de auto van Verhoorn wel erg uit de wind gehouden werd, totdat de auto vast liep tussen het publiek en hij bijna languit op de uitstaande achterklep lag. Zo kon je in die tijd inderdaad 2:10’ lopen terwijl je geen specifieke marathonloper was. Want na Nijboer hebben we ze eigenlijk niet gezien, de typische marathonlopers. Dat Bruno Joppen eind tachtiger jaren met de wereldtop op de 100 kilometer mee kon weet nauwelijks iemand (hij werd tweede bij de WC 100 km te Parijs, en nog twee maal negende bij een WC!). Ten Kate had gewoon een goede manager moeten hebben voor de halve, want dat was zijn sterkste punt. Hij moest toen op de trein of in het vliegtuig naar Italië, om de confrontatie met Bordien aan te gaan of naar la Flesche om tegen Barrios het wereldrecord 1 uur te verdedigen voor Nederland. Maar Ten Kate heeft zijn carrière vergooid voor iets onbenulligs als geloof ik toen het Pickwick circuit.
De wegatletiek heeft nog altijd weinig aandacht. Henk Heemskerk heeft zijn taak neergelegd. Er gebeurt dus nu al maanden lang niets bij de KNAU. Smoesjes als de wissel van een technisch directeur of verhuizen gelden op dit soort termijnen niet meer. Heemskerk zou een contract hebben tot oktober, maar dat was, naar ik mag hopen gezien de kwaliteit die daar tegenover stond toch een onbezoldigd contract? Van beleid op het gebied van de ultramarathon mag je niets verwachten. beleidsplannen zijn niet meer dan vage verhalen zonder toetsbare beleidsdoelen. Gevolg is dat de ultramarathon inmiddels net zo ver achter de feiten aan loopt als de rest van de wegatletiek, terwijl Nederland toch in de jaren zeventig en tachtig een dominante rol vervulde voor zo een klein landje. Gemiste kansen dus, want de opgelopen achterstand wordt niet makkelijk ingehaald, terwijl je toch mag verwachten dat het eerstvolgende wegatletiek Olympisch nummer uit de ultramarathon zal komen.
Uit het verleden zou je misschien verwachten dat er geen kandidaat is voor een nieuwe bondscoach “ultralang” zoals men binnen de KNAU misplaatst de ultramarathon noemt. Peter Stein is er geweest als ervaren coach van Bruno Joppen; zelf ben ik een aantal jaar coach geweest als autodidact en tweederangs loper (los van de internationale congressen waar kennis was opgedaan en zeker van meer nut waren dan de KNAU cursussen). Heemskerk zou zijn gratie hebben gekregen omdat hij KNAU cursussen had gevolgd. Een technisch directeur kan zo iets niet met goed fatsoen naast zich neer leggen als die kaart uitgespeeld wordt, want dan haal je je eigen opleidingen onderuit, en negatieve publiciteit zou dan zelfs subsidiegelden van de overheid in gevaar kunnen brengen. Maar nu hebben we een sub zeven uur loper, intelligent genoeg om ook buitenlandse kennis te kunnen opnemen, bovendien in het bezit van KNAU-diploma’s, dus wat schort er nog aan. Ik doel op Gerrit van Rotterdam. Ik heb wat geruchten gehoord van andere kandidaten, maar die mag je toch niet serieus nemen. Voor wat ik gehoord heb gaat het om praatjesmakers die bij mij al vaker tot wel vijf keer toe iets hebben toegezegd, maar daar absoluut geen gevolg aan gaven. Ongevraagd, dus laat staan dat je zulk soort mensen iets vraagt. Van luchtkastelen en mooie praatjes schiet de ultramarathon niets op. De persoonlijkheidsstructuur van ultramarathonlopers is ook zodanig dat men dat soort mensen absoluut niet accepteert. Laat daarom de KNAU de knoop eens door hakken, want die praatjesmakers die zich ook willen profileren als bondscoach wordt onnodig veel schade aangebracht door de beslissing uit te stellen.
Anton Smeets
a.smeets@trouwweb.nl