Texel 2011 nabeschouwing van Pieter Mans

Pieter Mans: “Daar train ik toch voor? Voor dit moment, om hier te laten zien wat ik waard ben! Waar al die vermoeidheid, blaren en kapotte nagels, verzuring, pijnlijke massages, blessureleed en sociale verwaarlozing voor diende?! Juist!”

Bij de inschrijving ruim een half jaar geleden was het nog een abstract begrip. De zestig van Texel. Een rondje om het eiland. 60 kilometer hardlopen. Over strand, door duinen en een lange dijk naar het eind met bijna altijd wind tegen. Tot het ineens 25 april is, en ik tussen andere ultralopers mijn concentratie voor de wedstrijd probeer te vinden. Hoe kan ik een dergelijke wedstrijd visualiseren? De 60 van Texel meelopen, wat houdt dat nu eigenlijk in? Ik probeer me er een voorstelling van te maken. Het enige tipje van de sluier zijn de andere lopers. Sommige tot de tand bevoorraad, anderen licht als een veertje. Lichamen die gewend zijn aan presteren zonder te eisen. Stuk voor stuk zien ze eruit als trotse lopers, ogenschijnlijk ontspannen op deze zonnige ochtend. Bovenal proef ik een zweem van respect in de lucht, afgedwongen door het eiland zelf. Texel is het Colosseum, ik ben een gladiator. Met opgeheven hoofd storten we ons in het zand.

Ik bedenk me dat dit een wedstrijd wordt met drie typen tegenstanders. De omstandigheden, mezelf en de andere lopers. Ik besluit ze één voor één aan te pakken. Tactiek: de eerste helft zoveel mogelijk drinken, lopen komt op de tweede plaats. Ten tweede: na het strand zo goed mogelijk het juiste tempo en ritme zien te vinden, vertrouwen krijgen in mijn lijf en fit de vuurtoren aantikken. En ten slotte kijken of ik nog iemand om me heen kan vinden die ik snot voor de ogen kan lopen..

Tot stap twee loopt het aardig. Ik kom goed over het strand, drink me het apezuur en heb weinig last van de warmte. Misschien loopt het té aardig. Ik voel me opperbest en sterk in de benen. In de duinen naar de vuurtoren vind ik een lekker ritme. Onverwacht duikt Marc op, die zijn dag niet heeft. Een teken aan de wand? Even verder passeer ik ook Pascal en het dringt tot me door dat ik tweede loop in de wedstrijd, vlak achter luc. Ik zeg hardop dat ik niet op de andere lopers let, wil mezelf dwingen niet met de wedstrijd te gaan bemoeien, nu nog niet..

Maar hé, het is de zestig van Texel! En ik loop in het kielzog van Luc Krotwaar, vooraan in de wedstrijd! Daar train ik toch voor? Voor dit moment, om hier te laten zien wat ik waard ben! Waar al die vermoeidheid, blaren en kapotte nagels, verzuring, pijnlijke massages, blessureleed en sociale verwaarlozing voor diende?! Juist! Dus hup met dat tempo, de benen willen wel. Het hoofd op hol.

En wat voelt dat lekker. Slingerend door de duinen. Langs de vuurtoren. 35 kilometer op de teller en benen die fluisteren: Sneller! Sneller! Sneller! Hoogmoed voor de val. Dravend over het asfalt langs de dijk ontstaan de eerste twijfels. Teveel euforie, teveel van het goede. Dat bestaat niet in ultraland. In deze extreme sport bestaat geen extreme vreugde zonder extreme pijn. Hard is de werkelijkheid wanneer je ermee geconfronteerd wordt. En de werkelijkheid stond geduldig te wachten bij Oosterend om bezit te nemen van mijn lichaam, van mijn benen, die zo gewillig over Texel draafden.

15 kilometer van aftakeling, verzwakking en mentale beproeving. Het stuur is overgenomen, mijn lichaam onder curatele gesteld. Wat is er over van die geweldige benen? Als ik niet zo’n pijn had zou ik er melancholisch van worden. Een onvermoede poging om het tempo weer op te voeren wordt bestraft met kramp. Luc is allang uit beeld, verdwenen naar oorden waar ik alleen maar van kan dromen, Pascal stuift voorbij als een overclockte superprocessor. Ook Olivier passeert me met zijn fluweelzachte tred.

En ik? Ik sleep me de laatste heuvel over en passeer de finish. En vlak voor het eind zweeft die zweem van respect mijn gedachten weer binnen. Wat een eiland! Wat een strijd! En in de laatste meters voel ik trots opkomen. Alsof Texel zelf mijn kin een beetje optilt, een klein schouderklopje geeft, en vervolgens weer uitkijkt naar de volgende finisher. Misschien was dat Jan Knippenberg wel.

Pieter Mans