Zondag aan het eind van de dag: de prijsuitreiking van het NK 24 uur. Juichend op het podium. Blij met mijn PR, blij met de gouden medaille en het parcoursrecord.
Maandag aan het eind van de dag: zittend op de grond, jankend. Met in mijn armen onze net overleden poes Vicky. Mijn meiske is 14 jaar oud geworden waarvan ze er 12 bij ons heeft mogen zijn. Ik mis haar….
Vreugde en verdriet, het ligt zo dicht bij elkaar.
Vorig jaar was een zeer succesvol jaar voor me. Ik haalde al mijn vooraf gestelde doelen en heb toen eigenlijk alles bereikt wat ik wilde op ultraloopgebied. Ik had dus met een heel goed gevoel kunnen stoppen maar dat heb ik natuurlijk niet gedaan want er waren nog zoveel leuke dingen te doen. Neem nou Limburgs Zwaarste. Die had ik echt niet willen missen en dat was voor mij ook een doel om na de Spartathlon naar toe te werken. Maar ook op PR gebied zou er nog wel wat te bereiken kunnen zijn. Het jaar 2010 zal ik nooit meer kunnen evenaren en dat hoeft ook niet. Zolang ik plezier in het ultralopen heb ga ik door.
Dit jaar had ik al 2 PR’s gelopen, op afstanden die ik zelf eerlijk gezegd niet zo belangrijk vind, nl. de 50 km en de marathon. Maar het werd hierdoor voor mij wel duidelijk dat er nog steeds progressie in zit, zelfs op mijn oude dag. Een PR op een 24 uur vind ik wel belangrijk en in Steenbergen zou dat moeten gaan gebeuren. Na 2010 weet ik dat ik iets kan en ik weet nu ook wat ik kan. Ik ben erachter gekomen dat mijn kracht voornamelijk op de lange afstanden ligt, langer dan 100 km. Voor het eerst ben ik nu dus met een plan gestart en niet zoals anders toen ik gewoon ging lopen en onderweg wel zag hoe het zou gaan.
Mijn plan was als volgt:
-de eerste 100 km in 11 uur
-100 mijl in 18 à 19 uur
-en dan in die laatste 5 à 6 uur proberen om de 200 km vol te maken en als het zou kunnen 205 km lopen.
Gewaagd, heel gemakkelijk te bedenken zittend met je beentjes op de bank, maar niet onhaalbaar. Dacht ik, maar nu moest ik het alleen nog even doen.
Bij de start doe ik wel zoals anders, ik begin meteen mijn eigen race te lopen. Kijk niet naar wat de anderen doen en houd me niet met de wedstrijd bezig. Mijn doel is 200 km lopen en dat is ook hetgeen waar ik me mee bezig ga houden. De prestatie van een ander kan ik toch niet beïnvloeden, alleen mijn eigen prestatie. Het is niet mijn weer, 16 °C en winderig. Soms voelt het warm en dan weer koud. ’s Avonds zien we in de verte hevige onweersflitsen maar gelukkig blijft dat op afstand. Wel krijgen we ’s nachts een flinke hagelbui en tegen de ochtend een net zo’n flinke regenbui. De waxinelichtjes die langs het parcours zijn gezet zijn meteen allemaal uit. Gelukkig duurt het allemaal niet erg lang maar lastig is het wel.
Al heel snel krijg ik een dipje, het zal na een paar uurtjes lopen zijn geweest. Wel een beetje vroeg en ik maak me er ook wel een beetje zorgen over. Als dat maar goed gaat. Maar een dipje zou geen dipje zijn als hij niet weer over ging en dat doet deze dan ook.
Bij elke doorkomst kijk ik even hoe mijn rondetijd is. Ik wil ze graag tussen de 13 en 15 minuten houden. Ondanks mijn dipje blijft dat ook zo. En om uit dat dipje te komen ga ik mezelf dus belonen met een klein juichmomentje als de rondetijd nog goed genoeg is. Onopvallend, maar voor mij werkt het wel. Jos doet ook wat hij kan, af en toe kijkt ie wat bezorgd en vertelt hoe de stand van zaken is in het klassement. Maar dat wil ik helemaal niet weten, ik ben alleen met die 200 km bezig. Dat is het enige wat vandaag belangrijk is. De 100 km gaat mooi volgens plan in ongeveer 11 uur. Een paar minuten langzamer denk ik want ik reken 50 rondjes en dat is iets minder. Maar wel een goede reden voor een klein juichmomentje. Nu op naar die 100 mijl.
’s Nachts gaat Jos weer slapen, op mijn verzoek. Ik wil niet dat hij de hele nacht voor me wakker blijft en langs het parcours zit te kleumen. Ik red me wel. Mijn spulletjes staan voor het grijpen en het enige wat ik hoef te doen is mijn ene been voor het andere blijven zetten. Van Ann krijg ik een 3-in-de-pann. Nee, dat is geen typefout, dat is een 3-in-de-pan van Ann. En ik hoef maar te kikken of ze staat klaar met een beker thee met honing, geserveerd met een vleugje liefde. Echt geweldig.
’s Nachts krijg ik weer last van mijn darmen, lastig maar misschien ook juist wel goed. Zittend op de wc kom je toch heel even tot rust en ik gebruik de tijd ook goed door mijn bovenbenen even lichtjes te masseren. En veel tijd kost het allemaal niet. Mijn knieën en voeten zijn nu behoorlijk pijnlijk. Van mijn voeten ben ik dat wel gewend maar van die knieën niet. Vlak voor het 100 mijl punt begint het toch wel heel erg vervelend te worden en ik overweeg zelfs om maar helemaal te stoppen. De hagel, regen, de kou, de vermoeidheid, de pijn, ik heb er gewoon helemaal geen zin meer in en vervloek die hele hobby van me. Ik ben het meer dan spuugzat!
Als laatste redmiddel vraag ik Jos om nieuwe schoenen voor me te pakken. Razendsnel worden die gewisseld, ik sta stijf van de adrenaline, puur door de ergernis. Chip overzetten, voeten in de schoenen persen (valt niet mee want ze zijn beiden gezwollen), veters dicht en rennen! Dit resulteert in een rondje 12-nogwat en is dus goed voor een juichmomentje. De pijn in de knieën wordt beter maar de voeten blijven lastig doen. Het dipje is echter weer voorbij.
De 100 mijl kom ik door in 18:26 of zoiets. Juichen!!! Nog steeds volgens plan en helemaal niet slecht voor iemand die zoveel zeurt over van alles en nog wat.
Nu nog de resterende 40 km en daar heb ik nu wel weer vertrouwen in. Maar nu beginnen de mensen om me heen te vertellen dat ik voor de overwinning moet gaan. Ik heb daar helemaal geen zin in, wil alleen die 200 km halen. Bovendien geloof ik ook helemaal niet dat ik nog kan winnen. Wilma ligt meer dan een ronde op me voor, ze heeft de steun van een volledig estafetteteam en ze is beresterk. Als ik dan 200 km haal, doet zij het helemaal en dat zou een unieke prestatie zijn in het Nederlandse vrouwenultralopen. Er zijn maar weinig Nederlandse vrouwen die ooit boven de 200 km uit zijn gekomen en als er dan twee vrouwen in dezelfde wedstrijd dat halen is dat fantastisch.
Ik blijf dus gewoon doen wat ik van plan was: mijn eigen tempo lopen en hopen dat er geen al te grote dip meer komt. En af en toe om de meest onbenullige redenen juichen want dat helpt. Jack is vandaag ook gekomen om me aan te moedigen en met zijn grappen en grollen weet hij me iedere keer weer wat op te vrolijken. En dan gebeurt er toch nog een klein wondertje. Ik haal Wilma in. Nog precies één ronde moet ik nu goedmaken. Zou dat kunnen? Mensen gaan me aanmoedigen en zeggen dat het kan. Tegen Wilma zeggen ze natuurlijk dat ik het niet ga redden. Steeds krijg ik nu te horen dat ik weer een paar minuten goed heb gemaakt en dat ik er nog zo goed uitzie. Kijken jullie wel goed? Langzaam, heel langzaam probeer ik er in te gaan geloven. Ik moet het proberen, die 200 km red ik wel. Ik weet niet wanneer het precies gebeurd is maar het lukt inderdaad.
Nu loop ik wel voor Wilma maar één sanitaire pauze kan roet in het eten gooien. Ik zit er echt volledig doorheen, wil niet meer. Wil stoppen na die 200 km. Die 200 km haal ik na ongeveer 23:20. Jos staat te juichen en ik doe mee. Doel bereikt! Een dik PR en een barrière doorbroken. Nog twee rondes is de opdracht van Jos want dan heb ik het parcoursrecord. Ik weet niet eens waar dat op staat maar als hij zegt dat twee rondes genoeg is dan zal dat wel zo zijn. In die 40 minuten moet dat lukken. En inderdaad krijg ik dat ook nog voor elkaar. Weer eventjes juichen hoewel ik me daar nu zelfs te moe voor voel. Nog 12 minuten heb ik over en in die tijd kan ik precies naar de plek toelopen waar Jack staat. Hij loopt de laatste minuut met me mee en kan me dus ook meteen opvangen want op het moment dat ik moet stoppen omdat het eindschot klinkt, kak ik ook meteen in. Kan niet meer op mijn benen staan en laat mezelf in het gras vallen. Hier ga ik de komende week lekker uitrusten.
Maar dat mag niet want na het opmeten van de restmeters word ik door Jack en Jos overeind gehesen en moet ik weer teruglopen naar de sporthal. En dat lukt dus niet. Na een tiental meters wordt het zwart voor mijn ogen en ga ik onderuit. Ik heb 24 uur gelopen en dan kan ik niet eens meer 300 meter naar de sporthal wandelen. Aanstelster!
Hans Spieker en Ed van Beek helpen om me weer op te lappen, ze zetten me in een stoel en geven me suiker. Het geeft het woord suikeroompje weer een nieuwe dimensie voor me. Jack tovert een rolstoel te voorschijn en ik word afgevoerd. Het scheelt me weer een paar honderd meter wandelen, dat heb ik dus mooi voor elkaar gekregen.
Na een douche mag ik dan maar liefst drie keer op het podium klimmen en dat valt helemaal niet mee nadat je 24 uur hebt gelopen. Zoals de speaker zei: ‘Het is een zware strijd om op het podium te mogen en het is een zware strijd om er op te komen.’ Drie keer: omdat ik tweede ben in het 100 mijlklassement, eerste vrouw overall en dus ook Nederlands Kampioene. Maar het meest blij ben ik met mijn PR van 206,258 km. Bedacht met de beentjes op de bank maar wel uitgevoerd. Vanwege ernstig gehavende voeten heb ik afgelopen dagen zoveel mogelijk op de bank gezeten. Benen omhoog en ….een plannetje bedacht.
Jannet Lange
http://jannetlooptlang.punt.nl
