KM 0
Zaterdag 21 mei start ik op mijn 5de 50KM race. Na 2 x Voorne, 1 x Winschoten is de bestemming voor de 2de keer Bunschoten.
Zonder al teveel ambitie start ik – het weer spreekt namelijk niet in mijn voordeel en als 9 dagen zit er een zeurend pijntje in mijn linkerbovenbeen. Kortom reden genoeg voor Romeijn om lekker tegen zichzelf te gaan mopperen hierover de dagen voor de race.
Ik heb 4 plannen opgesteld. Plan A is parcoursrecord, plan B is persoonlijk record, plan C is winnen en plan D is uitlopen.
KM 3
Ik besef me dat het vrij arrogant van me gedacht was om pas winnen als plan C te plaatsen: David Hemstede loopt me namelijk fluitend voorbij en pakt een tempo van 3:40 per KM. Pa Romeijn informeert even voorzichtig naar zijn plannen, ik realiseer met dat hij met 67MIN op de halve een geduchte tegenstander is. Ik laat hem lopen en concentreer terug op plan A.
Verbaasd over mijn eigen wedstrijdmentaliteit, normaal had dit een “dingetje” in mijn bovenkamer geworden.
KM 20
Na een kilometer of 20 begin ik het echt warm te krijgen, maar op advies van Marc Papa begin ik nog niet met koelen en loop mijn kilometers stug in een strak tempo door. Ik drink ruim 1 liter per uur en werk totaal 6 gelletjes weg. Tot aan het misselijke toe, maar het lichaam accepteert het vandaag.
Langzaam aan loopt Hemstede van me weg, ik klok 40 seconde, 60 seconde, 2 minuten. Ik geniet er wel van, herken er wel iets in. Gewoon bij je eerste vlakke 50K erin knallen (winschoten paar jaar terug ging ik weg op 3u12) en zonder beperkingen in je kop te lopen. Zelf loop ik nog steeds strak op schema 3u10 en dat betekent dat hij daar ruim onder loopt: goed voor het ultralopen!
KM 30
Mijn vooropgestelde doelstelling van 1 u 54 m 00 behaal ik exact op de seconden. Opeens zie ik Hemstede in de verte – 13 per uur – max
Pa zegt net voor het passeren: blijf er maar ff achter hangen. Tegen beter weten in, dat weet hij ook, ik kijk stoicijns voor me uit en versnel er overheen. Direct voel ik de hitte de hogere snelheid. Na een paar kilometer is het gat dusdanig groot dat plan A, B, C weer realiseerbaar zijn.
Wel begint het akelig warm te worden. De kilometers laat ik iets oplopen naar 3:52. Die 4-5 seconde lijkt op het oog niets, maar scheelt aanzienlijk. Ik denk aan Luc: hij probeert mee al maanden te leren ademhalen in een vast ritme. Ik ga maar weer oefenen, haalt de gedacht af van dat het nog 14KM is.
KM 36
14KM die ik gemiddeld in 4:00 mag afleggen en dan is het door mij geliefde parcoursrecord in mijn bezit is. Vorig jaar had ik 43K de illusie dat ie mee naar Sliedrecht ging, maar na 43K stond ik (weer!) eens genadeloos geparkeerd langs de kant van de weg.
Nu – 21 mei 2011 – kon ik met een glimlach tegen Pa zeggen waar de exacte plek was waar ik vorig jaar als een zielig mannetje bibberend de vooral mentale strijd verloor. Opgeven is nl. vaak mentaal en zelden lichamelijk. Ook bij mij…
KM 41
Een brug – drie seconde voor mijn aankomst was het prima mogelijk geweest om hier met 16 per uur overheen te denderen en de ingezette ramkoers op 3u11 te volbrengen.
Blijkbaar is me het niet gegeven door Rijkswaterstaat. De hefboom daalt, het wegdek stijgt en Romeijn staat verbaasd stil. Estafette-lopers balen met me mee en beseffen dat het parcoursrecord officieel niet gebroken gaat worden.
KM 42
Na de langste 4 minuten en 31 seconde mag ik weer op pad, wat een waardeloze zooi. Ik scheld een paar minuten lang alles naar zijn grootjes en smijt kwaad mijn petje af. Pa Romeijn bekijkt het op een afstandje en hem rest niets meer om het petje maar te pakken en de aansluiting te herpakken. Later zullen we hier vast nog eens om lachen….
Ook al wordt de wachttijd van je bruto-tijd afgehaald besef ik me dat dit knap waardeloos is en dan druk ik het heel netjes uit. De polder van Bunschoten heeft weer wat nieuwe Sliedrechtse scheldwoorden geleerd!
KM 43
Door de pauze zijn de beentjes goed naar de gloria. Zit tegen kramp aan en ze zijn zo stroef als wat. KM 42, 43, 44 zijn ook de langzaamste van de race.
KM 45
Ik herpak me, maak er het beste van en probeer degelijk de race uit lopen. Wonderbaarlijk gaan de KM weer naar de 3:52 toe.
KM 46
Het begint nu echt bikkelen te worden. Ik denk aan een mail-wisseling een dag eerder met een van ’s lands ultra-iconen. Het sterkt me en ik lach stiekem en steek mijn tong uit. Nu is lopen op negatieve gevoelens geen wijze raad, maar het helpt me vandaag. Ik zwaai naar Rotterdam, knipoog naar Deventer en zo ga ik nog een rijtje met “vrienden” af. Ik heb er lol in en voordat ik het weet ben ik bij de volgende kilometer.
KM 47
Pang
KM 48
Pang
KM 49
Pang – mijn rechterkuit vind het nu niet meer leuk. Zit zo dicht tegen kramp aan dat ik al 3 x een waarschuwing heb gekregen. Op hete kolen sprint ik de laatste KM in een wat rare stijl naar de streep. Snelste kilometer was de laatste, sluit hem mooi af, dat dan weer wel!
KM 50
3.11.46 (netto) 3.16.16 (bruto)
Gezien het regelement zo is opgesteld ga ik voortaan in de boeken als parcoursrecordhouder van de Eemmeerloop.
22 mei 2011, daar zitten we dan met zijn allen te turen naar een ranglijst die niet klopt.
De snelste 50K is gelopen op een te kort parcours en 2de tijd ooit gelopen door een Nederlander is inclusief 271 seconde wachttijd bij een automatisch werkend bruggetje van Rijkswaterstaat.
Het moet zo zijn…
Jeroen Romeijn