De wedstrijd maakt deel uit van de marathon en ultracup, vorig jaar koos ik vanwege gemakzucht -Hoofddorp<> Almere klinkt een stuk sneller als Hoofddorp<>Maastricht – voor Almere dus nu op naar “De Maasmarathon”
Eerst nog even de website geraadpleegd voor de starttijd en overige info, jammer want hoewel de naam anders doet vermoeden wordt je steeds weer verrast door Franse teksten terwijl je toch voor Nederlands of Engels kiest.
Maar goed 9:30 is naar ik hoop in het Frans even vroeg als in het Nederlands. Jammer van die overige info, mijn Frans is ongeveer even goed als mijn Italiaans, naadje dus. Maar na wat gepruts komt er toch wat leesbare info boven. Het parcours meet officieel 42.195 meter – dat is weer mooi meegenomen – en wordt gekwalificeerd als een van de snelste. Nou zeiden ze dat van Rotterdam ook steeds dus die twee moeten toch eens met elkaar gaan praten. Een blik op het profielkaartje leert dat Rotterdam hier met die ene rotbrug en die kuil in kralingen niet aan kan tippen. Een wasbord met 15 meter hoogteverschil zo te zien, ik tel in de gauwigheid al 7 klimmetjes van een meter of tien. Daar ik gewend ben aan polderwegen waar je op vijf km afstand een konijn de weg over ziet steken, kan wat afwisseling geen kwaad.
Om acht uur passeren we de Belgische grens en gelukkig treedt, anders dan de borden doen vermoeden, Mond en Klauwzeer pas na achten op, zodat er niemand gecontroleerd hoeft te worden.
Afslag twee Visé, ik moet gelijk het toegestuurde plattegrondje tevoorschijn halen want bordjes of pijltjes zullen we hier niet vinden. Parkeerplaats is snel gevonden en ik begeef me naar de inschrijving. Gelukkig had ik al vooringeschreven. De website vermelde trouwens “Inschrijving met beveiligde betaling”, dat moet iemand me later nog maar eens uitleggen, want het betalen van 18 Euro op een Belgische bank kun je in Nederland wel vergeten. Tenzij je het dubbele neertelt, dan kan alles. Een Frans sprekende dame maakt mij duidelijk dat ik nog moet betalen, natuurlijk, wist ik, en of ik dan wel even achter in de rij voor de kas wil gaan staan. Natuurlijk wil ik dat, ik kijk waar het eind van de rij is en schat het aantal op een man of veertig, veertig!? Ik maak de dame duidelijk dat dit na inschrijvers zijn en dat ik alleen veertig piek wil storten. Het interesseert haar geen reet en gaat gewoon verder met de volgende deelnemer. Ik zoek iemand van de organisatie en die is gelukkig na enige overreding – de man verstaat vast Nederlands, maar houd zich Frans – wel bereid om de veertig piek in de kas te stoppen en ‘madame voorinschrijving’ het startnummer te ontfutselen. Het valt me trouwens op dat hier amper vier kilometer van de Nederlandse grens bijna geen hond Vlaams spreekt of moet ik zeggen wil spreken, want daar heb ik zo mijn belevingen mee. Dat is altijd makkelijk als je zo’n internationaal publiek over de vloer krijgt, die natuurlijk van alles wil weten. Ik waag nog een poging door iemand van de organisatie te vragen waar de kleedgelegenheid is, ik had het kunnen weten, verspilde moeite voor een niet Frans sprekende Nederlander. Dus kleden we gewoon in de auto om en staan de tassen in ieder geval betrekkelijk veilig.
De start verloopt lekker soepel en gemoedelijk en in 3:24 passeer ik het 1 km bord,. Hallo zeg, dat wordt inderdaad een snel parcours zo! Laten we het maar op een verkeerd geplaatste kilometer houden. De volgende kilometer gaat weer als gepland in even boven de vier minuten en de stoet gaat richting Maasboulevard.
Wat na een paar kilometer direct opvalt en tevens flink begint te irriteren zijn de massaal mee fietsende begeleiders. Er wordt om de lopers heen gezigzagd alsof dit een behendigheid proef is. Na het tien kilometer punt wordt het mij echt te bont, ik zit nu ingeklemd achter een motor van de organisatie rechts een loper en links twee begeleiders. De motor is met een flinke schreeuw te bewegen plaats te maken, de fietsers krijgen een elleboog en ik kan weer verder. Ik begin in een stemming te komen om elke volgende begeleider die me hindert in zijn of haar nek te spugen, mijn bekertje sportdrank “per ongeluk” de verkeerde kant op te gooien of heel scherp langs de fiets te lopen, zodat mijn hand achter het stuur blijft haken. Maar gelukkig dunt met dit tempo het aantal lopers en bijbehorende fietsers gestaag uit en op 15 km loop ik nagenoeg alleen. Het parkoers is inderdaad schitterend en ik kan nu echt genieten van de vele uitzichten die de omgeving biedt. Tot Maastricht haal ik af en toe een loper in en we komen nu bij het twintig kilometer punt. Oeps flesje vergeten op de tafel, tja dat gebeurt als je niet oplet. Gelukkig was ik er maar een tiental meter voorbij en kon nog terug. De verzorging op de posten was overigens uitstekend geregeld, ik had het er niet op aan laten komen en voor elke tien km eigen sap meegenomen. Dat was echter totaal overbodig, water, aquarius, koek, rozijnen en de rest heb ik met zo’n 15 p/u niet kunnen onderscheiden. In Maastricht komt een rotstuk over keitjes en kinderkopjes, nou had iedereen daar onderweg ook al rijkelijk op kunnen oefenen, maar dit is wel een heel eind van die rommel. Maar ook aan leuke dingen komt een eind dus weer gewoon het fietspad op. Ineens komen mij een aantal lopers achterop, hmm apart, ik wist niet dat er ook een estafette was, of hebben deze mannen en ander parcours gelopen. Hoewel mannen, er komt me ook met een rotvaart een dame voorbij zetten, heel apart allemaal. Nu komt ook het zonnetje door en dit maakt de omgeving nog mooier dan op de heenweg. Ik merk dat ik wat in begin te zakken en klamp bij een passant aan. Weer een passant?, ik moet bekennen dat ik in al mijn marathons nog nooit zoveel lopers voorbij heb zien komen na de vijfentwintig, tenzij ik straal kapot was. Daar hebben we Allain, hij groet vriendelijk maar ik zie aan zijn pas dat hij niet blij is, problemen met zijn voet zo te zien.
Daar volgende week de Valkenbergrun op het programma staat ben ik niet van plan om me helemaal uit de naad te lopen, maar 2:55 moet nog wel kunnen. De laatste kilometers gaan weer als de eerste en op 2:55:55 stop ik mijn klokje. Bij de inschrijving staat men nu rijkelijk worst te braden en aan de rook te zien heeft iemand er ook maar een paar oude gymschoenen bijgelegd. De lucht die hierdoor verspreid wordt kan ik net lang genoeg verdragen om mijn T-shirt op te halen en het vragen waar de douches zijn laat ik maar achterwege. Er komt vast wel een antwoord, maar of ik er wat mee kan…
Al met al heel wat aparte ervaringen in een qua entourage en verzorging schitterende marathon.
Tom Hendriks