Categorieën
Niet gecategoriseerd

Vlaai en nog eens vlaai

Verslag van André Boom van zijn 80 km Limburg Zwaarste

Dankzij Willem Mütze was Limburg weer in de gelegenheid om zijn zwaarste en lekkerste kant te laten zien. Aan ultralopers wel te verstaan. 60, 80 of 100 kilometer heuvel op en heuvel af. De zestig vormde de ‘ruggengraat’ tussen Heerlen en de Vaalserberg, waaraan naar believen twee lussen van elk 20 km vastgeknoopt konden worden: naar Epen voor de 80 en naar Valkenburg voor de 100. En dat levert natuurlijk allemaal heel wat hoogtemetertjes op. Hoeveel dat er zijn is niet duidelijk. Er circuleren verschillende varianten. Zelfs op de site wordt er de ene keer gesproken over ‘ruim 2500’ en de andere keer zelfs over ‘3192’. Ik houd het op zo’n 1500 voor de 60, 2000 voor de 80 en 2500 voor de 100.
Vorig jaar heb ik de 100 gelopen, dit jaar viel de keuze op de middelste afstand.

De door Willem geregelde overnachting met ontbijt in het ‘Natuurvriendenhuis Eikhold’ van het NIVON in Heerlen was uitstekend. Een echt bed en ontbijt! Helaas had ik nogal wat last van het gesnurk om mij heen. ’s Ochtends plensregende het, dat zag er niet zo best uit. Gelukkig werd het droog toen we het 3km verderop gelegen Sportpark Imstenrade bereikten, waar de start was. Omdat de datum dit jaar drie weken later viel dan vorig jaar hadden we de hoofdlamp niet nodig, er was voldoende licht door de ochtendschemering.

De rest van de dag wisselden felle opklaringen en heftige kortdurende plensbuien elkaar af. In de buien, die soms van hagel en een donderslag vergezeld gingen, koelde het zo snel af dat het waterdichte vestje aan moest. Daarna was je in het voorjaarszonnetje echter weer snel droog. De imposante wolkenluchten en de felle zon zorgden voor schitterende landschappen die versierd waren met bloeiende heesters en bomen. Ook de felgeel bloeiende koolzaadvelden waren een lust voor het oog! En ik moet zeggen dat de regenbuien goed gepland waren, want van de drie felste vielen er twee precies op het moment dat ik de tent bij het Hijgend Hert bereikte. Daar was de controlepost waar de 20km lus naar Epen begon en eindigde.

Met een temperatuur die rond de 10 graden schommelde en de frisse lucht was het eigenlijk ideaal loopweer. Veel en veel beter dan de drukkende warmte van vorig jaar, waarin de temperaturen opliepen tot 24 graden. Ik had dan ook helemaal geen last van hyperventilatieverschijnselen zoals in de laatste 20 km lus een jaar geleden . Integendeel, het lopen ging prima en ik moest alleen op de steilste stukken wandelen. De wat minder zware beklimmingen kon ik in een soort dribbelpasje doen, wat eigenlijk prettiger aanvoelt dan wandelen.

Het enige ongemak werd gevormd door de gladde klei. Naarmate de dag vorderde werden de plassen steeds dieper en begon het water in de aanvankelijk nog vrijwel droge stroomgeulen omlaag te lopen. En natuurlijk moesten wij precies via heel wat van zulke, met keien bezaaide, geulen de hellingen afdalen. Ik ben niet gevallen, maar heb wel een aantal flinke schuivers gemaakt.

Limburgs Zwaarste is op en top een trail. Het percentage geasfalteerde weg is minder dan vijf. Moesten we in vroegere edities de laatste vijf kilometer langs een provinciale weg lopen, dit jaar liepen we door een modderig en glad Imstenrader bos tot op de stoep van het clubgebouw waar de finish was (de website is wat dat betreft kennelijk niet bijgewerkt, want daar staat: ‘De laatste 6 km zijn grotendeels verhard richting onze start en finish-locatie, wat gezien de invallende duisternis voor menig loper ook nodig zal zijn’. Met 10:45 over de 80 kilometer en geen problemen na afloop zoals twee jaar geleden ging ik met een goed gevoel naar huis.

De overnachting en de loop zelf boden weer veel gelegenheid om bekenden te spreken en met nieuwe mensen (ik sprak maar liefst vier Haarlemmers!) kennis te maken. Tijdens de laatste 20 kilometer heb ik een heel eind samen met de ‘woestijnloper’ Henk Sipers gelopen die de 60 deed.

Rest mij nog om Willem, Annemarie en alle vrijwilligers die dit hebben mogelijk gemaakt te bedanken. Met op elke 10 kilometer een goed voorziene verzorgingspost zal het geen sinnecure geweest zijn om deze loop te organiseren en voor te bereiden. Bovendien was de routemarkering met pijlen en geschilderde rode stippen perfect. En dat allemaal voor relatief weinig inschrijfgeld. O ja, toch nog een klein minpuntje. De Limburgse vlaaien op de verzorgingsposten waren té lekker. Ik bleek de volgende dag meer dan twee kilo te zijn aangekomen…

André Boom
(ajjboom online.nl)