Op uitnodiging van Robert Nieuwland was ik samen met mijn vrouw naar Madrid gevlogen om mee te doen aan de Gran Trail Peñalara, een trail door de bergen van de Sierra de Guadarrama. Robert heb ik leren kennen in Ierland, tijdens het WK ultratrail. Ik mocht coachen en hij was één van de Nederlandse atleten. Alhoewel, Nederlands? Volgens mij spreekt hij rapper Spaans dan Nederlands. Indrukwekkend was dan ook dat hij alle Spanjaarden voorbleef tijdens dat WK.
Ik hoefde voor mijn Spanje avontuur alleen mijn ticket te regelen en Robert regelde de rest. Hij is vorig jaar begonnen met Madrid Trailrunning, een reisbureau voor mensen die een hardloopvakantie of -weekend in de regio Madrid willen gaan doen. Na aankomst op het vliegveld van Madrid stond Robert klaar en werden we naar het prachtige B&B in Miraflores de la Sierra gebracht. De uitvalbasis voor de wedstrijd de volgende dag. Het hele weekend werd door Robert prima georganiseerd, dus als jullie zin hebben in een sportieve vakantie, kijk dan snel even op de site van Madrid Trailrunning: http://www.madridtrailrunning.com/
Maar dan de wedstrijd. De basis die je moet hebben voor een wedstrijd met vijfentwintighonderd hoogtemeters, 60 km lang, met de hoogste berg uit de regio, is natuurlijk een puike conditie. Na mijn 76 km tijdens de Zes uur van Stein en de Halve JKM was het beste er wel af. Zeker na mijn onverwachte ziekenhuisbezoek in Den Helder na de JKM en een met de ziekte van Lyme besmette teek. Neem daarbij de hitte in en rond Madrid. Als de Madrilen zelfs klagen en de radio een hittewaarschuwing afgeeft, dan is het blijkbaar warm. Ook handig voor een goede trail is wat lef. Nu ben ik nogal bang uitgevallen en heb het nooit zo op grote rotsen en wegrollende keien. Lees hier dus het recept voor een lange zaterdag in de Spaanse bergen.
In een typisch Spaans dorpje, stoffig, kerk en een bar, was de start. Tweehonderd mannen en een paar vrouwen. Rugzakjes gevuld met de verplichte spullen als reddingsdeken, hoofdlampje, windjasje, de minimale liter water en de driehonderd kilocalorieën aan voedsel. Daarnaast staken uit de meeste rugzakjes wel een stel stokken. Ook ik had een paar stokken bij mij, de Ultra-Distance van Black Diamond, om te testen en te beschrijven. Ik hoor Ton Peters al mopperen achter zijn pc. Het gebruik van stokken is een onderwerp van stevige discussie binnen het ultratraillopen. De één verafschuwt ze, de ander loopt er letterlijk mee weg. En eerlijk is eerlijk, ik begrijp beide kampen, maar de discussie is al gevoerd op de site van MudSweatTrails. Toch wilde ik het toch ook zelf ervaren.
Rascafria, de startplaats, ligt in het dal, aan de voet van de Peñalara. De eerste twintig kilometer was het klimmen. Eerst nog over brede paden, daarna meer en meer over single-tracks. Paadjes met keien bezaaid en omringd door de bloeiende gele brem. Met in de verte de top. De weg naar de top van Peñalara is een klip van willekeurig op elkaar gesmeten rotsblokken. Granieten blokken van divers formaat. Voor de rotspartij liep ik rond de vijftiende plek, na de rotspartijen waren er toch zo’n veertig mannen mij gepasseerd. Waarvan er trouwens weer een twintigtal op de top stopten om een poosje uit te rusten en van het adembenemende uitzicht te genieten. Adembenemend is het op 2429 meter hoogte sowieso wel. Nadat ik met knikkende knieën het laatste rotsblok afliep kwam er een afdaling waar bij de briefing vlak voor de start nog voor gewaarschuwd werd. Ik had het hoogteprofiel goed bekeken en wist al dat dit een hels karwei ging worden. Maar langzaam liep de steile, gevaarlijke helling over in een prachtige afdaling door een sprookjesachtig bos met mooie beekjes. Beetje voor beetje schoof ik weer wat op in het peloton. Het liefelijke dal kwam echter uit in San Illdefonso, een dorpje waar de zon onbarmhartig brandde. Het was ondertussen al half twee in de middag en ontsnappen aan de hitte was geen optie. Bij de drankpost veel gedronken en mijn bidons weer aangevuld. Diverse lopers zaten daar ontspannen aan de pasta maar ik vond het te warm om lang te blijven staan. Het tweede deel van de wedstrijd leek op papier makkelijker dan het eerste deel. Kijkend naar het hoogteprofiel klopte dat wel maar het pad langs het kabbelende riviertje lag echter kilometers lang in de zon. Ik wenste al snel dat ik omhoog kon, uit de hitte van het dal. Die wens werd op het veertig kilometer punt vervuld, maar niet op een manier die het leuk maakte. De klim die volgde bleek anderhalve kilometer lang te zijn en zorgde ervoor dat we zeker driehonderd meter hoger stonden. Het enige geluk was dat er boven een klein stroompje water uit de rotsen kwam om de bidons weer aan te vullen. Ondertussen had ik veel meer gewandeld dan hardgelopen. Op mijn gps merkte ik dat hardlopen vaak niet harder ging dan 8,5 kilometer per uur, wandelend kwam ik aan de zes, maar met mijn stokken wist ik het tempo geregeld op 7,5 kilometer per uur te houden.
Na acht uur en drie kwartier mocht ik beginnen aan de laatste afdaling. Murw van de warmte, van de spierpijnen en de kapotte voeten. En weer een afdaling waar de stenen voor je voeten wegrolden. Pas de laatste vijf kilometer kon ik weer een beetje hardlopen. Sjokkend kwam ik het sportveld op, onder de finishvlag door. Ruim tien uur onderweg geweest over 60 kilometers. Robert Nieuwland zat met een dikke enkel op een stoel en ik plofte naast hem neer. Mopperend over alles. Ik was nog nooit zo moe geweest. Hoeveelste ik was geworden wist ik niet, vast en zeker de op één na laatste.
Maar een paar dagen later bleek ik dertigste te zijn geworden van de 147 gefinishte lopers.
Ik liep slechts de 60 km, maar de echte helden van de trail liepen de 80, of zelfs de 110 km versie.
Voor een korte impressie van het lopen over de Peñalara kijk dan eventjes naar dit Youtube filmpje:
En lees ook het verslag van Robert op MST: http://www.mudsweattrails.nl/GTPenalara_2012
Mark de Boer