Een 100K laat zich niet zomaar temmen

Fernand Vermeesch liep dit keer de volle honderd kilometer uit, om daarna met de fiets terug naar België te rijden: “Over de Afsluitdijk en dan de Noordzeeroute vanaf Den Helder. Hopelijk blaast de wind volgend jaar vanuit het Noordoosten….”

Op iets rijpere leeftijd maakte ik vorig jaar in Winschoten mijn debuut op de 100K. Ik stopte er na 70K (in 7.04 uur), wegens omstandigheden – zie verslag ‘Blijven lopen, een pleidooi’. Ik was wel meer dan ooit van plan om in 2012 een 100K wedstrijd volledig uit te lopen. Een eerste kans deed zich voor in mei van dit jaar in Seregno. Ik had er de eer én het genoegen in de schaduw van de Belgische ploeg te mogen starten. Dit was een voordeel maar, zoals een bekende Nederlander ooit zei, ook een nadeel. Na vier rondjes van 20K lopen (in 8.45 uur) passeerde ik voorbij een terras waar die Belgische ploeg gezellig zat biertjes te hijsen. Ik was wat moe, stopte en had er nog een fantastische avond. Op het einde van die avond zei Mark Vanderlinden mij droog ‘Fernand, il manque encore vingt kilomètres!’. Vanaf dat moment stond Winschoten september met stip in mijn agenda genoteerd.

Qua voorbereiding liep ik iedere week netjes iets over de honderd kilometer. Ik nam deel aan een paar trails o.m. Le grand trail du Limousin (in 8.44), de marathon van de Mont Blanc (in 6.16), de 6 uur van Stein (62.181K) en de 6 uur van Aalter (61.044K) en een paar marathons o.m. de Maasmarathon in 3.22 . Ik ging de ganse zomer verstandig om met vlees en drank en leefde de week voor de wedstrijd op cornflaces, droge pasta en plat water.

Op 7 oktober zette ik mezelf en mijn fiets in Oostende op de trein naar Winschoten, het was de bedoeling om na de wedstrijd terug te fietsen naar huis. Op de dag zelf waren de omstandigheden ideaal, mooie temperatuur, vlak parcours, geen wind. Bovendien kreeg ik aan de start uitstekend gezelschap van een paar gouwgenoten met name Heidi Janssens die glansrijk eerste vrouw zou worden, haar onvolprezen moeder Gerda die voor mijn drank en gelletjes zou zorgen en Wouter Decock die met marge de 50K wedstrijd zou winnen. Dit kon niet verkeerd lopen. Mijn strategie was vrij simpel: starten aan 10K/uur, dat zo lang mogelijk volhouden en landen tussen de 10 en de 11 uur. Dit lukte perfect. Halfweg 4.59.23, daarna wat versneld – droomde bepaald moment van iets sub 10 uur, maar aan kilometer 80 begon ik toch enige weerstand te voelen en vertraagde ik bewust, enorme schrik om een derde keer te falen. Dit was niet het geval. Vanaf kilometer 90 begon ik weer heel relax te lopen. De laatste vijf kilometer waren om in te kaderen. Ik liep, pardon zweefde, over de eindmeet, na 10.27.41. Als een hinde. Had het gevoel dat ik er nog een rondje kon bijdoen.

Na een heerlijke douche en een deugddoende massage ging ik nog een hapje eten met Dave Boone, een jong Hollands ultratalent. Een doner kebab toestand met frieten en alcohol, lekker decadent. We hadden een boeiend gesprek, over lopen. Dave die negende eindigde, had een mindere wedstrijd achter de rug – verdraagt niet goed warmte, maar was al supergemotiveerd om tijdens een volgende ultra keihard toe te slaan. Zo hoort het. Ikzelf eindigde 15de. Dit is fantastisch voor mezelf én voor mijn ego, maar beschamend voor het ultralopen op de weg. Op een uitstekende organisatie als Winschoten waren er 59 starters afgekomen, waarvan er 28 de finish haalden. Als ik een trail loop kom ik met honderden, soms duizenden aan de start, in de gepaste veronderstelling dat ik ingeschreven raak. Nu loop ik ook zeer graag trails. Maar een 100K op de weg heeft toch een dimensie meer. Hier gaat het om de echte confrontatie met je grenzen, de chrono liegt niet. Een 100K met succes comfortabel uitlopen heeft een ongelooflijk goed gevoel, je kunt er een tijdje op teren. Het is fantastisch dat de loopsport in de breedte steeds verder uitbreidt – de 10×10 in Winschoten was hartverwarmend, en het is fijn dat het natuurlopen in de lift zit. Maar de kers op de taart blijft toch een pure 100K wedstrijd op de weg. Een oproep dus: als je elke week een 100K loopt, niks staat er in de weg om dat eens op één dag te doen.

O ja, ik ben intussen goed en wel terug thuis gearriveerd, na een slordige 600 kilometer op de fiets, in vier dagen. Stukje Saksen route, stukje Waddenzee route o.m. over de Afsluitdijk en dan de Noordzeeroute vanaf Den Helder. Fantastisch fietsland, Nederland. Hopelijk blaast de wind volgend jaar vanuit het noordoosten.

Fernand Vermeesch