De essentie

Jeroen Romeijn blijft gewoon lopen, maar gaat geen nummer op zijn borst meer spelden omdat hij wil winnen, en geen klokje om zijn pols doen om op recordschema te finishen

De {b}essentie{eb} (Latijn: essentia, van esse, zijn) of het {b}wezen{eb} is filosofisch gezien de aard van iets, datgene wat kenmerkend is voor iets. Essentie kan in het algemeen worden beschouwd als datgene wat overblijft wanneer de als zodanig beschouwde ‘randzaken’ worden weggedacht.

Ik weet het nog goed – de dag – dat de essentie verdween in mijn loopleven. Vier dagen voor mijn 27ste verjaardag won ik mijn eerste wedstrijd. Van kop af aan solo versloeg ik iedereen die die avond ook naar het pitoreske Ameide was gekomen voor de derde 5 mijl race. Tot die tijd liep ik in de marge mee met de meute…..
Die avond voelde ik me sterk en besloot om eens als een “jekko” erin te vliegen en pas na 8045 meter (5 mijl) achterom te kijken. De race eindigde met 1 hand in de lucht en achteraf gezien wuifde ik daarmee de {b}essentie{eb} naar het luchtledige.

Vanaf die dag wilde ik maar 1 ding: winnen! Van purist transformeerde ik in een niet te temmen wedstrijdbeest. Al jaren sta ik op met lopen en ga ik naar bed met lopen – tot het maniakale af. Pasta zonder saus – schoenen wegen in een sportwinkel – lichtere veters omdat het sneller loopt en zo kan ik nog wel even doorgaan. De {b}essentie{eb} was ver te zoeken.

Twee dieptepunten staan me helder bij – de eerste was in het ziekenhuis in Nieuwegein. Eind november liep ik solo van Urk naar Zwolle tijdens de Zuiderzee Marathon – dwars door een sneeuwbui en winters weer liep ik een nieuw parcoursrecord, persoonlijk record en won oppermachtig. Drie weken later lag ik met ruim 42 graden koorts doodziek in het ziekenhuis. IJlend in de ambulance vertelde ik de broeders dat ik aan het trainen was voor een 50KM race in Duitsland en dat dit griepje niet echt uitkwam…
De derde ochtend kwamen opeens uit alle hoeken artsen naast mijn bed staan – mijn hartslag was zo laag dat ze zich enorme zorgen maakte om me – ik wist wel beter en vertelde ze doodnormaal dat ik wel vaker een rustpols had van 34.
Toen na vier dagen het infuus van mijn lijf mocht kon ik weer hardlopen – stiekem in de gang van het ziekenhuis dribbelde ik wat meters en de verslaving in me kreeg weer zijn benodigde shot.

Het tweede dieptepunt was vorige week zaterdag: huilend op een steen langs de Dordogne.
De bodem raken doet zeer, zeker als je beseft dat jarenlang watertrappelen om boven te blijven, je nu is opgebroken. De {b}essentie{eb} was wederom ver te zoeken.
‘Je gaat niets vinden als je het verkeerde zoekt’ zei het stemmetje in mijn hoofd rond kilometer 28 afgelopen zaterdag in Belves. Ik keek op, zag een kasteel voor me, mijn vader naast me en toen brak er iets in me.
Schaamte en verdriet dat ik mezelf jarenlang voor de gek heb gehouden.

De {b}essentie{eb} van lopen had ik al jaren niet meer gevoeld. Tot gisteravond!
Langs de rivier liep ik rustig naar huis – moe – lichamelijk, maar vooral mentaal. Moe van de drang naar overwinningen, moe van de wil om records te willen lopen, moe van het moeten!

Lopen zal ik altijd blijven doen – maar vanaf gisteren ga ik dit weer doen met {b}Essentie{eb}.
Geen nummer op mijn borst spelden omdat ik wil winnen – geen klokje op mijn pols dat zegt of ik op recordschema loop.

Gewoon lopen, omdat ik er zoveel van hou.

{i}Jeroen Romeijn{ei}
(jeroenromeijn hotmail.com)