Zo af en toe komt het voor dat ik niet op gang kan komen. Dan ben ik direct al bijna buiten adem en wil ik eigenlijk meteen al wandelen. Hoe het komt weet ik niet precies, het is heel vervelend, maar het hoort sinds een jaar of acht bij mij. Ik voel het niet aankomen en wordt er steeds weer onaangenaam door overvallen. En bij de zes uur op de 400 meter tartanbaan in Santpoort in de nacht van 31 mei op 1 september was het weer eens zo ver. Mooie avond, mooi weer en een prachtige baan. En, bovenal een select groepje lopers. Het was leuk om Simon Pols en Carl Schrama weer te zien. Ik had ze lang niet gesproken.
De start was om 00.00 uur, de finish logischerwijs om 06.00 uur. Meteen al na de start voelde ik het, dit is weer zo’n dag. En ondanks dat het eerste uur zo voorbij was, ging het niet. Elke ronde was lastig en in plaats dat de rondes zich aan een regen, was het meer dat elke ronde veroverd moest worden. En als het dan niet gaat, dan roert de geest zich. Dat is niet te stoppen, niemand is verantwoordelijk voor zijn gedachten. De geest doet wat hij wil. Gedachtes: wat doe ik hier eigenlijk, lopen hoort leuk te zijn, maar dat is het nu helemaal niet. Iedereen haalt me in, ook dat nog. Hoezo een sprookjesnacht, het is gewoon hartstikke donker. En zo doemdenk ik dan door. Wandelen helpt niet, dat weet ik en toch doe ik het, misschien dat het nu wel helpt. Nee dus. Dus toch weer in sukkeldraf, maar het gaat niet. Weer even wandelen, nee, dit wordt niets. Ik ga hier toch geen vier uur wandelen, ik kom om te rennen, maar kan dat niet, dan maar naar huis. En dus na 2,5 uur douchen en naar huis; en zo lag ik toch nog tegen vieren in bed.
Dan twee weken later, afgelopen zaterdag, Roelofarendsveen, de One and Only, dit keer de Lange Galg Oostenrijckmarathon. Weer veel korte wendingen, om paaltjes heen en moeilijk passages. Om over het water te komen hadden ze twee boten geplaatst waar we over heen moesten. Erg glad, dus oppassen. En smalle zompige paadjes waar de tegels aan het einde van de strijd op en neer gingen als je er over heen liep, logisch met 117 marathonteams en 25 sololopers. De wind was af en toe fors, de regen viel wel mee. En overal een zeer enthousiast publiek, waarvan sommigen zich de volgende dag vast niet meer herinnerden waarom ze nu zo hadden staan juichen.
Ik had er niet zoveel vertrouwen in, had zeer weinig getraind en Santpoort zat nog in mijn hoofd. Maar Roelofarendsveen heeft zijn eigen wetten. Rustig starten ging niet. Ik liep echt veel te snel, maar ook dat gebeurt soms, dan gaat het vanzelf, dan klopt alles gewoon en ga ik als een trein (voor mijn doen dan). Nu ook, het koste geen moeite, maar ik wist dat ik ergens de tol moest betalen. Het fenomeen Anton Schuurman liep een eindje voor me, maar ik haalde hem langzaam in. Dat was op een stukje heen en terug goed te zien. Wonderlijk zoals hij met zijn leeftijd van 77 jaar zo snel kan lopen. We hebben nog een hele tijd samen gelopen, keer op keer samen bij de speaker langs die steeds hetzelfde te melden had. Maar na een bezoek aan de WC was ik Anton kwijt en na 35 km kwam dan eindelijk de rekening. Maar ik betaalde met plezier voor mijn derde snelste tijd sinds 2005. En het bijzondere is dat al die drie snelle marathons in Roelofarendsveen zijn gelopen. Het zijn geen makkelijke marathons, veel bochten en wendingen, soms met echte hindernissen (zand, heuvel op, heuvel af, warm etc.) en zijn allemaal echt 42,195 (mijn horloge gaf nu 42,228 km aan). Maar kennelijk lukt het me daar steeds weer om de juiste pas te vinden. Ik noem het de magie van Roelofarendsveen.
Theo de Jong
Theo.marijke@planet.nl