Trail du Haut Koenigsbourg

Verslag van Michael Andries

Ik heb lang getwijfeld om nog eens een verslagje te posten van een wedstrijd. 31 maart dit jaar had ik al eens de perfecte gelegenheid om achter het scherm te kruipen en een verhaal te typen over m’n avonturen in de Ariège, tijdens de Trail des Citadelles in Lavelanet. Het had mooi kunnen zijn, de helse omstandigheden, de emoties die ik onderweg allemaal onderging, het afzien in de modder, enz. Om een of andere reden is het er toen niet van gekomen. Nu voel ik me echter meer gemotiveerd en heb ik ook de nood om dit te delen.

Na voorgenoemde trail, had ik even geen doel. Dus ging ik op zoek naar iets leuks voor het najaar. M’n oog viel op de Trail du Haut Koenigsbourg (THK) in Kintzheim aan de voet van de Vogezen. Een beauty die ietwat lijkt op m’n vorig ondernemen. Vooral de kastelen spraken me aan, een element aanwezig in beide races. Het heeft toch altijd iets, een gebouw boven op een berg, het doet die ene bult er zo tussenuit springen en vormt een enorme aantrekkingskracht. Het is niet een van de grote organisaties in Frankrijk, maar ze brachten dit jaar toch een kleine 1300 mensen op de been over de drie afstanden van 12, 24 en 54 km. Ik koos “natuurlijk” voor de lange met 2050 hoogtemeters.

Na een mooie zomer vakantie in Slovenië, waar ik bijna elke dag wel gewandeld of gelopen heb, kwam ik terug in ons Belgenlandje met het gevoel dat ik echt wel top was. Dat resulteerde in goede resultaten in Augustus in Flémalle en Ham-sur-Heure waar ik beide korte afstanden won. Een week later ging ik voor m’n kans op de Trail de la Lesse (52,5 km), waar ik tevreden moest zijn met een 12e plek. Niettemin heb ik tijdens deze drie trails een heleboel mensen leren kennen, het was een fijne ervaring. Daarna dacht ik te proberen m’n vormpeil nog even door te trekken naar de THK. Enkele zware trainingsweken balancerend op het randje van blessure leidde ertoe dat ik me tijdens de week van de waarheid echt wel goed begon te voelen.

Toen gebeurde er echter iets onverwacht. Ons vader, die al een tijdje niet in beste vorm verkeerde, werd nog slechter. Hij kon niet meer eten, moest regelmatig overgeven, stond enorm mager… Donderdagavond voor de wedstrijd vroeg hij me of ik hem de ochtend erop naar de spoed wou brengen. Daar kregen we het slechte nieuws dat hij longkanker had. Hoewel hij een zware roker is en dit vroeg of laat wel had kunnen gebeuren, sloeg dit toch erg hard in. Het eerste half uur voelde ik eigenlijk weinig, ik heb toen m’n schoenen aangetrokken voor m’n laatste loslooptraining. Toen kwam de zondvloed, ik heb rondje al “bleitend” aan het draaien geweest 7km lang. Als je loopt ben je alleen met je gedachten, op zo’n moment is dat echt confronterend. Ik dacht van het weekend af te lassen en thuis te blijven. M’n ouders stonden er echter op dat ik zou gaan. Ik zat wat gekweld met het gevoel ze toch te moeten bijstaan of m’n vader misschien teleurstellen met het feit dat ik niet ging. Ik had wel zin om te lopen en na een goed gesprek met hen zij we dan toch vertrokken. Diezelfde vrijdagavond nog.

Op weg ernaartoe hebben we halt gehouden in Dudelange om te overnachten. De rit erheen was een kleine hel, al die gedachten die door je hoofd spoken, al die vragen… Het helpt als je iets te doen hebt, maar rijden op de autostrade niet. De ochtend erop verder gereden naar Kintzheim, voor we dan onze nummers gingen afhalen, hebben we eerst nog het stadje Ribeauvillé bezocht. Kwestie van iets te doen te hebben. Een aangenaam oord om een keertje door te kuieren. Dan wat vooraad ingeslagen in de winkel en onze nummers gaan afhalen. Ik had zowaar nr 3, moest ik op die plaats kunnen eindigen, nee.. Top 30-40 zou al goed geweest zijn. Een tijd van om en bij de 6 uur was wat ik verwachte. Veel ervaring met die lange hellingen heb ik niet tijdens wedstrijden. Dan hebben we nog geprofiteerd van de gratis toegang tot het kasteel (wat echt wel de moeite is) en ons een plaatsje gezocht met de camionette nabij de start. We stonden echt ideaal op 100m van de start met toiletten en een overdekte plaats waar we onze pasta ’s avonds verorberd hebben en ’s morgens ons ontbijt genuttigd hebben.

Race-day! De voorspellingen waren niet goed voor 15 september, 30mm regen, weercijfer 4, donker en bewolkt. Wanneer we opstonden miezerde het dan ook. Naarmate het ligt er wat doorkwam kon je overal de wolken zien. Zelfs minuten voor de start begon het nog even te regen zodat ik voor de zoveelste keer veranderde van gedacht wat ik zou aandoen. Dan begon de wedstrijd en werd het droog… Ik stond vooraan, maar aan het tempo dat hier gestart werd kon ik niet lopen. We gingen eerst een flauwe helling op door het dorp om dan al direct terug af te dalen naar het naburige dorpje Chatenois. Daar begon onze eerste echte klim van 200m naar 500m hoogte. Het verbaasde me hoe snel ze er allemaal op donderde. Ik had zowaar 5 vrouwen me zien inhalen, het kon wel eens een confronterende dag worden. Wanneer de eerste top naderde begon ik echter stillaan mensen terug op te pikken. Snelle starters… Ik had me zoals meestal tijdens lange wedstrijden, voorgenomen behouden te starten. Ook omdat dit niet het terrein was dat ik gewoon ben.

Na een korte steile afdaling waar er al snel terug een aantal enthousiastelingen me voorbij kwamen, begon de langste en zwaarste helling van de dag. We zouden langs de flank van de burcht passeren om de achtergelegen Taennchel (939m) te beklimmen. Een onderneming van zo’n 12km en 600hm. Nu ging m’n motor pas draaien. Het verbaasde me dat alles zo loopbaar was, enkele kleine stukken doorbijten. Toch ging het verbazend vlot, ik haalde hele hordes in. Beneden moet ik tussen de 50-60e plaats gelopen hebben. Op die helling heb ik er zeker 25 terug genomen. Bovenaan Teannchel was het mistig en bewolkt, het maakte de single-trail er eigenlijk nog leuker. Alleen spijtig dat het uitzicht daardoor ontnomen werd. Normaal kan je er de hele vallei van de Elzas zien, met Colmar en Duitsland zo voor je voeten, de burcht als kers op de taart. Afdalen dan, naar het gehuchtje La Grande Verre. Ideale plaats voor een bevoorrading, niet? Het afdalen was steiler dan het klimmen en vergde wel wat moeite. Ik was blij dat er af en toe nog een klein klimmetje inzat. Lang afdalen is toch iets dat ik nog moet gaan leren.

Na de ravito kwam dan de steilste helling van de dag, derde keer goeie keer. We gingen van 500m naar 850m, dus zo’n 350m klimmen en dat over een lengte van een kleine 2km. Dit is de enige plaats in de wedstrijd waar ik denk dat de koplopers ook hebben moeten stappen. In het dorpje op het asfalt ging het nog, maar op de rotsen moest ik overgaan in hiking-mode. Na weer enkele plaatsen te moeten hebben toegestaan op de weg naar beneden, nam ik hier weer 5 man terug en passeerde ik de eerste vrouw. Ik zou niet “gechicked” worden die dag. Dan begon er een vrij lang vlak stuk langs de bergflank. Ik dacht hier wat plaatsen te verliezen maar kon me direct vestigen aan de kop van een groepje terugkomers. Ze waren tevreden met volgen. Het waren de saaiste 5-6km van de race en bij gevolg kwamen de gedachten aan ons vader weer even boven. Vreemd genoeg gaven die mij rust, ik ga niet zeggen kracht, maar ik had toch een soort “ease” over mij. Na het vlakke stuk nog een pittige afdaling, waar ik zowaar voorliggers bijhaalde.

De laaste klim, naar het kasteel. Altijd een beloning om zo te mogen eindigen. Kort na het begin van de klim kregen we onze 3e ravito. Daar pakte het toch wat op m’n benen, dus besliste ik om een goede grabbel te doen en alles al wandelend bergop te nuttigen. Boven terug aan het lopen geraakt, maar het vlotte was eraf. Ik had dan ook al 2000m geklommen en 45km gelopen, enkel nog bergaf. Laat dat net zijn wat ik het minst graag doe, maar what goes up….. must come down. Dus aan de slag maar. Het was een heel mooi stuk brede single-track, niet te technisch, maar als je zo vermoeid was zoals ik, vormde het toch een hele hindernis. Gelukkig gingen m’n tegenstanders ook al niet meer zo vlot. Boven had ik het verrassende nieuws gekregen dat ik 18e liep. Goed opgeklommen dus, tof moest ik top-20 kunnen halen. De jongen net achter me had te kampen met krampen en de oude rakker liep nog een eindje erachter. Dus tempo houden en niet te veel achterom kijken. Na de smalle paadjes kwam er een breder vlak stuk naar een onaangekondigde voorraadpost. Na die post was het wederom steil bergaf. Die laatste 3km waren er een beetje veel aan, ik kon de schijn hoog houden tot we het bos uit waren en er overgegaan werd op beton tussen de wijngaarden. Daar ontploften m’n quads zowat. Net bij het uitgaan kwam de oude rakker naast me lopen. We hadden eerder al een leuke babbel gehad en nu feliciteerden we elkaar. De jongen met krampen vond het nog de moeite om zich nog wat meer te pijnigen voor een 18e plek en kwam voorbij gedenderd in het laatste stuk tussen de wijnranken. Bij het ingaan van de laatste rechte lijn liet ik de oude rakker de 19e plaats. De top-20 was binnen en ik was een ware ervaring rijker. M’n eindtijd was 5:34:44

Achteraf bij het tonen van de foto’s en het vertellen van ons verhaal, was het leuk om te zien hoe we m’n vader weer trots gemaakt hadden.

Michael Andries

(andries.keersmaekers telenet.be)