La Fagna Run 2001 (100 km)

Impressies van deze 100 kilometer trail, opgetekend door Guus Smit.

La Fagna Run, 100 km trail, 2 juni 2001

Met Olne-Spa-Olne en la Transardennaise nog aangenaam in m’n geheugen was het niet moeilijk om enthousiast te worden voor een 100 km trail in de noordelijke uitlopers van de Ardennen. Loopmaat Bart Kraan was ook wel in voor weer een avontuurtje en zo vertrokken wij op vrijdag 1 juni richting Wegnez.

Hoewel slechts eventjes over de Nederlandse grens, iets ten westen van Verviers, hadden wij in verband met de start die al om 5.00 uur op Zaterdag zou zijn overnachting geregeld bij de organisatie. Voor nul komma nul Franc konden wij twee nachtjes slapen in een oud schoolgebouwtje. Pastaparty, feestmaal na de wedstrijd ,twee maal ontbijt plus de wedstrijd zelf waren ook gratuit.

We hadden nog een paar goede redenen om een dagje eerder te komen. Langs de route zouden slechts twee verzorgingsposten (op 28- en 50km) zijn met enkel water. Daar wij geen begeleider hadden meegenomen en geen zin hadden om met rugzak op te lopen moesten wij onze eigen verzorgingsposten maar realiseren. Bovendien was tussen de 30- en de 60 km zonder omlopen geen kroeg of winkel te bekennen, dus een heuptas vol met frankskes zou ons niet helpen.

Afijn, na drie uurtjes kunnen we weer rustig achterover leunen. We hebben op drie plekken langs de route drinken en eten verstopt en tevens aardig de boel kunnen verkennen. De trail volgt grotendeels de rood-witte tekens van de grande randonnée 573, waarvan ik een nederlandstalig topogidsje bezit. We zijn er klaar voor!
In Pepinster gaan we naar de Pizzeria, dan ligt er alvast een bodempje onder de pasta van vanavond.

’s Avonds druppelen er langzaam wat deelnemers binnen. Organisator Alain Charlier heeft de trail donderdag nog effe gedaan, hij had er 12 uur en 19 minuutjes voor nodig. We zijn gewaarschuwd, Alain zegt dat het een lekker pittig parcours is. Aan niets is trouwens te zien dat Alain gister 100 kilometer heeft gelopen.
We worden nog aangenaam verrast door de organisatie; Er komt een derde waterpost langs de route op 69 km en tevens kunnen we een zak met persoonlijke spullen achterlaten welke naar de post op 50 kilometer wordt gebracht.
Op laatstgenoemde post zijn tevens bananen en sportdrank aanwezig.
Waarschijnlijk zal het morgen gaan regenen, dus we stoppen wat reservekleding in de zak. Het wordt morgen vroeg op, dus na de pasta met een prima wijntje duiken we snel de slaapzak in.

Zaterdag 3:45 uur: Tijd voor ontbijt. In de sporthal naast het schooltje wordt het gezellig druk. Avelino Antunes en Bernard Schmetz, twee bekenden van de Transardennaise, zijn ook van de partij. Avelino wijst mij er fijntjes op dat ik goed uit m’n doppen moet kijken onderweg. Schmetz kon ik in ‘99 tijdens de Trans nog net voorblijven, maar mede door veel verkeerd lopen kon Antunes m’n finaleplaats inpikken. (zie marathon Plus 2000 nummer 3!) Vandaag heb ik geen finaleambities en staat het genieten van bos, beek, berg en veen voorop.

5:00 uur: Officieel zouden we starten, maar er volgt nog een laatste briefing. Uit het door de organisatie, voor elke deelnemer, beschikbaar gestelde road book scheur ik de kaartjes en steek ze in m’n heuptas. Na de studie van het topogidsje moet dat genoeg zijn. Om ons heen bij de start veel deelnemers met rugzakjes met ingenieuze drinksystemen. Ook veel deelnemers met auto en/of mountainbike begeleiding.
Tot m’n grote verbazing zie ik Alain ook tussen de deelnemers staan. Die had donderdag toch ook al 100 kilometer gelopen? Alain wordt er kennelijk niet warm of koud van.

Eindelijk starten, m’n korte broekje en polyester T-shirt zijn niet bedoeld om in stil te staan om half zes ‘s ochtends.
In de lucht hingen voor de start al donkere wolken, het duurt dan ook niet lang voor de eerste drupjes neerdalen.
Al vlak na de start worden we aangemoedigd door Ton Smeets die zelfs even later nog een stukje met ons mee dribbelt.

Bart en ik doen het rustig aan, een groepje van zo’n dertig lopers zit voor ons. Alain loopt hetzelfde tempo als ons. Da’s mooi, hij weet perfect de weg! Na een opwarmertje over asfalt worden we na een paar kilometer al getrakteerd op smalle, steile en modderige paadjes door vaak dicht struikgewas. Ik voel me in het struikgewas als een auto in een wasstraat: Nat!
De regen houdt lekker aan en dus veranderen veel paadjes in kleine modderstroompjes. Tot het 28 kilometerpunt in Eupen gaat de route ook veel dwars door zeiknatte weilanden, onze schoenen krijgen dus regelmatig een schoonmaakbeurt, ideaal!
Dik ingepakt en met regenhoezen over hun camera’s legt een team van de RTBF (geloof ik) op diverse locaties de zondvloed en lopers vast. Ook radio Verviers is in the air, deze zal de gehele dag tussen de andere programma’s door even overschakelen naar hun natte reporter langs de lijn. Zelf heb ik een compactcamera in m’n heuptasje zodat ik ook nog al dat moois kan vastleggen. Ik wacht op het moment dat Bart hopelijk ergens in de modder weg zal zakken.

Onze eerste tas met drinken ligt nog keurig bij 20 km in de struiken. Snel de bidons bijvullen en daarna onder het lopen nog een flesje naar binnen werken. Achter ons is een flink gat en we willen de aansluiting met het groepje voor ons in ieder geval tot Eupen niet verliezen. We hebben absoluut geen zin om nu al ergens de weg kwijt te raken en met name in een plaats als Eupen is het zo gebeurd dat je een streep over het hoofd ziet.
Alles gaat prima en we komen in ongeveer 2 uur 45 aan bij het eerste water/controlepunt op 28 km, midden in de stad. Snel weer verder want op 31 km hebben we onze eigen zak met lekkers in het bos liggen.

Er wacht ons een flinke verassing. De drankjes zijn nog niet geopend, maar uit al ons eten, uitgezonderd één chocoladereep, zijn kleine hapjes genomen. We kunnen wel een beetje lachen om het werk van deze fijnproever en na een korte pauze gaan we weer verder. We hebben trouwens voor de nood altijd nog een powerbar (± 900 kcal) in onze heuptas.

De komende 20 km zullen we eerst het beekje de Helle volgen om daarna midden op de Hautes Fagnes terecht te komen. Ruim 300 meter hoogteverschil over 20 km. het is ons niet gegund dat we langzaam omhoog zullen lopen. Langs de Helle worden we op en neer gestuurd door de markeringen en af en toe moeten we zelfs onze handen erbij gebruiken. Ook maken we uitgebreid kennis met natte, gladde boomwortels en stenen op onze route.( Dit is naar later blijkt nog maar een opwarmertje voor de 4 km lange route verderop langs het beekje de Hoegne.
Een franstalige Belg loopt een tijdje met ons op en zo wordt ik op dit pittige parcours aardig bijgeschoold in Frans vloeken. Ook Bart en ik glibberen af en toe onderuit of zakken weg in de modder langs de beek.
Na zo’n acht kilometer is het pas weer even tijd voor een “blik op oneindig” bospaadje. Een stel Duitsers uit Mützenich, even over de grens, wacht ons op langs het pad. Ze verassen ons met bananen en water. Tijd voor een korte stop. De regen is ook weer wat minder geworden.

Ik loop een eindje voor Bart uit. Aangezien Bart niet weet waar ik onze derde zak heb verstopt wil ik er absoluut nog niet vandoor. Bovendien kunnen we allebei zo beter in ons eigen ritme lopen. Af en toe maak ik een foto.

Na nog een prachtig stuk lopen door een brandgang, over verende grasbodem en af en toe over vlonders langs en door het veen, komen we bij de tweede controle/verzorgingspost op 50 km aan. Alle deelnemers dienen hier binnen 8 uur door te komen. Bart en ik doen het net binnen 5 uur. Ik neem de tijd voor een kort interview en drink nog wat.

De helft zit er op, maar we realiseren ons dat het zwaarste nog moet komen, in de laatste 30 km mogen we namelijk nog flink op en neer. Eerst nog een laatste stukje veengebied. Vlak voordat ik het Fagne de Poleur op stap brengt een vrijwilliger langs de kant me op de hoogte van m’n klassering. Ik bevind me op een 19e plaats. ‘Lekker belangrijk’ denk ik nog, laat ik maar weer gaan genieten van de omgeving. We lopen een hele tijd over vlonders, dwars door het Fagne de Poleur. Wat volgt is een minstens zo mooi pad dwars door een berkenbos. En intussen komt er geen nattigheid uit de lucht!

59 km: De zak met cola, chips, water en chocolade ligt onaangetast in de struiken. We zetten trots al ons bezit voor ons neer in een schuilhut waar ook een paar wandelaars hun lunch nuttigen. We hebben genoeg chips om ook nog uit te delen. Ook water meer als genoeg ,dus een passerende deelnemer kan z’n bidon ook bijvullen. Overigens drink ik hier op de hoge venen al vele jaren rechtstreeks uit de beek zonder enig probleem, water zou dus niet snel echt een probleem worden.

We dalen langzaam af naar Hockai. Op 65 km begint het vier kilometer lange gedeelte door het dal van de Hoegne, een wild kolkend stroompje. We spreken af dat we elkaar over vier kilometer weer zien, dan kunnen we allebei in ons eigen tempo dit zeer pittige parcours veilig afleggen.
Al bij de eerste boomwortels en glibberstenen krijg ik vleugels en dans als een elfje langs het sprookjesbeekje omlaag. Ik heb al snel een paar lopers ingehaald die zeer behoedzaam hun weg gaan. Bij de pont de Belleheid op 69 km de laatste controle/waterpost.

Er zullen wel een aantal lopers zijn uitgestapt, want ik lig ineens op de twaalfde plaats. Ik voel me steeds lekkerder en als Bart aankomt wil ik er snel vandoor. Bart heeft van een uitvaller de kaart gekregen voor de rest van de trail. Ook Bart voelt zich nog prima.

Een stevige klim die ik hardlopend afleg brengt me op de hoogvlakte waar het dorpje Solwaster ligt. Het begint weer te plenzen. De rood-witte tekens voeren met een wijde boog om het dorpje heen door het bos. Na nog een zigzagwandeling tegen de Rochers de Bilisse op ga ik met een noodgang omlaag over een lang bospad, Asterix op everzwijnenjacht is er niets bij. Ik passeer weer iemand en even later kom ik weer uit het bos. ‘Dat schiet op’ denk ik nog, als ik een dorpje nader. In plaats van dat ik in het volgende dorpje Charneux kom, ben ik weer terug in Solwaster. Spontaan begint het nog harder te regenen. Geen kip te bekennen hier en geen kroeg open. ‘Kijk dan ook goed uit je doppen, RUND’

Ik maak een doorsteek en na een tijdje zoeken ben ik weer terug op de juiste route. Maar het tempo is er helemaal uit. Die laatste 20 worden zwaar. Ik moet meer wandelen helling op en m’n afdalingen gaan op de handrem. Op de vlakkere stukken gaat het eigenlijk wel weer heel aardig en zo haal ik na een tijdje weer wat bekend volk in.
Als ik in Theux aankom, op 9 km van de finish krijg ik te horen dat Bart tien minuutjes eerder langs kwam. ‘Dat haal ik nooit meer in’ denk ik nog en na dit nieuws besluit ik om eerst maar eens een stukje rustig te gaan wandelen.
Ik begin aardig leeg te raken, maar de behoefte aan de finish is sterker als die aan een kroeg dus gaat het weer door.
In de afdaling naar Pepinster laat ik me nog inhalen door iemand. Nu hoef ik alleen nog die laatste klim over de weg naar Wegnez te bedwingen en dan ben ik er eindelijk!
Onderaan de weg koop ik bij een benzinepomp een zak chips. ‘Zo, die ga ik eens lekker al wandelend opeten.’ Na een paar honderd meter eten wordt ik toegesproken door een automobilist; ‘Als je nu doorloopt kun je nog binnen 11 uur finishen.’

De zak chips smijt ik in de berm en ik zet het op een lopen. Ik finish in 10:59:29. Geen flauw benul wat m’n klassering is, maar dat interesseert me nu eventjes wat minder. Gelijk op de lijst kijken wat Bart z’n tijd is, maar tot m’n verbazing staat hij nog niet op de aankomstlijst. ‘Die zal dan wel ergens in een kroeg zitten’ denk ik nog, maar later blijkt dat ook hij aan wat extra kilometers omlopen is gekomen.

Uiteindelijk zijn we allebei dik tevreden. Onze tijden zijn toch een beetje bijzaak na deze prachtdag. Het wordt tijd voor een pilsje. Het wordt nog heel erg gezellig in de sporthal. Waar ik nog stilletjes kon finishen wordt elke deelnemer die nu binnenkomt in de sporthal met luid applaus onthaald. Er is muziek en er wordt gedanst.
Ik weet niet wat voor tijd mede-organisator Alain Charlier heeft neergezet, maar na zijn tweede 100 km trail in drie dagen staat hij er nog frisjes bij.

De “finisher”T-shirts zijn naast de eerder genoemde maaltijd ook gratis. Ook krijgen we bij de maaltijd nog een plateau met 6 soorten kaas uit de streek. Gelukkig mogen we de biertjes nog wel betalen.

Op zondag rijden Bart en ik met een zeer voldaan gevoel weer huiswaarts. Het was een heerlijk avontuur, dat we niet snel zullen vergeten. Chapeau voor de organisatie van deze 100km trail.

La Fagna Run, een aanrader voor iedereen die wel in is voor een avontuurtje vlak over de grens.

Guus Smit, Den Haag