Jeroen in de Fjordland 100km

Jeroen Wigard liep in Denemarken voor dit jaar een tweede Nederlandse podiumplaats bijelkaar en doet hiervan verslag.

Fjordland 100 km

Afgelopen zondag stond ik om 6 uur ’s morgens aan de start van de Fjordland 100 km. Dit was een 100 km wedstrijd, die georganiseerd werd vanwege het 100 jarig bestaan van Dalby IF, een sportclub met o.a. een hardloopafdeling. Dalby ligt in het noorden van Sjaeland, het eiland waar ook Kopenhagen op ligt.

Na een vrij korte nachtrust (en een overigens zeer gezellige pastaparty) bleek het weer veel beter dan voorspeld, want de lucht was blauw en het was geheel windstil. Er waren 13 starters, waarvan de helft ongeveer debutanten en de andere helft vrij ervaren ultralopers. Ik liep zelf voor de tweede keer een 100 km na Winschoten vorig jaar. De route bestaat uit een ronde van zo’n 76 km. Daarna moeten de laatste 12 km nog twee keer doorlopen worden. Kortom het is totaal anders dan Winschoten: weinig deelnemers, ik verwacht bijna geen publiek en geen rondes van 10 km maar een lange ronde. Gelukkig heb ik Anita mee op de fiets. Mijn doel is dan ook uitlopen om meer ervaring te krijgen op de 100 km. Het liefst onder 10 uur, een PR (onder 8:56:30) verwacht ik absoluut niet. Maar ergens achterin mijn hoofd is er een klein stemmetje dat op een podiumplaats hoopt, vanwege het kleine aantal deelnemers.

Maar terug naar de wedstrijd, we beginnen te lopen om precies 6 uur. 2 lopers lopen meteen in een rottempo weg. Even later komt ook de nummer 2 van Stige (een 100 km hier in Denemarken, die 2 weken geleden door Tom Hendriks was gewonnen) voorbij in een rotvaart. Tom Hendriks had me geschreven dat hij zich in Stige erg verbaasde over het (te) snelle starten van veel denen, dus met dat in mijn achterhoofd probeer ik rustig aan te lopen. De eerste 10 km gingen in 54:14, langzamer dan gepland, maar dat is beter dan te snel en dat werd ook goedkeurend geconstateerd door coach Anita.

Ik lig op de 8e plaats, net achter een groepje met 4 lopers, die veel praten en zich naar mijn mening te veel uitsloven. Ze stoppen ook bij elke waterpost (elke 5 km) om uitgebreid te drinken, terwijl zij ook fietsers bij zich hebben. Ik wil niet stoppen, maar krijg van Anita, die de hele tijd net achter me fietst, drinken aangereikt. Na de drinkpost bij 15 km ga ik het groepje voorbij en nu lig ik dus 4e. 20 km in 1:46:23 (52:09).

Het landschap is zeer mooi. Het parcoers loopt langs fjorden en door een zeer groen golvend landschap over kliene slingerende weggetjes. Het is stil, geen auto’s, geen mensen, alleen én paar ultralopers. Alles voelt makkelijk hier. Een loper uit het groepje van 4 komt terug en we lopen even samen, maar daardoor gaat de snelheid omhoog, dus ik laat hem lopen. Vervolgens loopt hij wel heel erg makkelijk van me weg. Ofwel hij houdt het vol of ik ontmoet hem vandaag nog een keer….. 30 km in 2:36:21 (49:57).

Ik voel me nog steeds prima, maar die heuvels de hele tijd, die beginnen toch behoorlijk te bijten. Ik had gevraagd hoe heuvelachtig de route was en had als antwoord gekregen dat het relatief vlak was. Maar dit was voor een nederlander in ieder geval niet vlak. Bij 35 km begin ik een beetje moe te worden, maar net voor 40 km krijg ik nieuwe energie, want daar loopt een van de 2 lopers die was weggelopen bij de start. Hij trekt met zijn ene been en stapt bij de 40 km post uit. 40 km in 3:26:58 (50:37).

Nu lig ik dus weer op de vierde plaats. Maar de 3 lopers voor me zijn allemaal ervaren rotten, dus in een podiumplaats geloof ik toch niet echt. Nu gaat de route naar Frederikssund, waar om 10 uur op het punt waar de 100 km lopers ongeveer 47 km hebben gelopen, een marathon zal beginnen. Dat is dus het volgende richtpunt. Die marathon begint op de markt. Net als ik de markt op kom wordt het startschot gelost en 150 lopers komen in mijn richting. Veel aanmoedigingen van de marathonlopers, plus al het publiek dat hier stond, was fantastisch! Even later word ik ingehaald door de marathonlopers, want na een klein rondje zullen ze de 100 km route tot 65 km volgen. Overigens heb ik het erg makkelijk hier, want ik heb het idee dat ik zo met de koploper van de marathon en de groepjes daarachter kan meelopen. Anita blijft echter maar zeggen dat ik ze allemaal moet laten lopen, en hoewel dat enigszins irriteert, hou ik de snelheid toch zo laag mogelijk. Na het bordje 44 km ontbreken alle km brodjes tot km 61, hetgeen erg vervelend is, want ik heb geen idee hoe snel ik loop. Bij 61 blijkt echter dat Anita’s opmerkingen niet ongegrond waren, want 61 km passeer ik in 5:09:36 (21 km in 1:42:38).

Maar nu begint mijn grootste crisis tot nu toe. Ik begin wandelpauzes in te lassen en het worden vele wandelpauzes. Ik heb het moeilijk om een ritme te vinden en kan me niet focusseren. Bij 65 km draaien de marathonlopers naar rechts, waar wij rechtdoor gaan, dus het is opeens weer heel alleen. 70 km in 6:00:28 (9 km in 50:52).

Plotseling zegt Anita dat ze voor me in de verte een loper ziet. Na een km zie ik hem ook. Hij ziet er enigszins uit als de loper die van me weg liep bij 30 km. Mijn wandelpauzes worden korter, want ik heb weer iets om op te focusseren, maar hij komt niet echt dichterbij, dus ik zeg tegen Anita dat ik niks meer over hem wil horen. Tussen km 73 en 74 kom ik echter toch tot een paar 100 meter van hem. Ik wil het gat zo houden en dan in de laatste paar km er voorbij gaan. Maar hij staat opeens stil bij 76 km om kleding te wisselen. Dan is het nu erop en erover, meteen een gat slaan. Ik loop hard voorbij en krijg een geweldige verrassing na de volgende bocht, daar staat nummer 2 ook kleding te wisselen (het was een beetje gaan regenen, maar ik had het warm genoeg in mijn singlet). Ik hou de vaart hoog tot 80 km, waar ik weer even wandel. 80 km in 6:55:49 (55:20)

Ik vraag Anita om me voortdurend op de hoogte houden van de ontwikkelingen achter me, want ik wil er nu in ieder geval 1 van die 2 achter me houden. De heuvels worden nu overigens wel erg hoog hier, ik moet bij elke flinke stijging wandelen, maar weet nu hoe dit 12 km rondje eruit ziet. Ik begin nu ook lopers in te halen die een ronde achter me liggen, maar vlak voor 90 km loopt er één wel erg hard. Is dat de nummer 1? Ik wil het niet weten, want ik heb geen energie voor nog zo’n ruk. 90 km in 7:52:23 (56:34) .

Maar hij staat stil bij de drinkpost bij 91 km en staat te stretchen. Het gat wordt 300 meter, 200 meter, 150 meter en dan loopt hij weer. En hij loopt hard, hij is weg in no-time. Ik zie hem pas bij de finish weer, waar hij 7 minuten eerder arriveert. En dat nadat hij 2 weken terug 100 km in Stige liep. Maar kennelijk wil hij niet weer 2e achter een Nederlander worden ;-).

Die laatste 9 km zijn loodzwaar voor me. Ik vraag Anita de hele tijd of ze al lopers achter me ziet, want ik ben er niet gerust op. Het enige dat me lopende houdt is het feit dat ik weet dat het bijna voorbij is. Ik kom over de finish in 8:52:15 (59:52).

Het is nog nooit zo heerlijk geweest om te stoppen :). Dit was heel anders dan Winschoten, maar eigenlijk minstens net zo mooi. Weer een geweldige loopsbelevenis en weer dankzij de onmisbare steun van Anita een PR.

Jeroen Wigard