Ardennes Mégatrail

Michael Andries werd tweede in de AMT: “De Weefberg, 35m hoog en een hoogteverschil van 25m over een lengte van 150m. Deze stomme bult heeft m’n loop carrière gered, heeft me terug honger doen krijgen naar prestatie. Dit wordt stilaan mijn heilige berg.”

Dit was het doel waarvoor ik maanden getraind had. Na Olne-Spa-Olne, wat een tegenvaller was, had ik deze wedstrijd aangestipt. Langer, zwaarder en moeilijker. Zo heb ik het graag. Het zou de volgende stap zijn in m’n tocht naar een 100 mijl wedstrijd.

Het pad hier naartoe was lang, maar heeft me veel nieuwe vrienden opgeleverd. In de winter ben ik begonnen met trainingssessies te houden op een heuveltje op de rand van het Hageland en de Kempen, in Averbode. De Weefberg, 35m hoog en een hoogteverschil van 25m over een lengte van 150m. Deze stomme bult heeft m’n loop carrière gered, heeft me terug honger doen krijgen naar prestatie. Dit wordt stilaan mijn heilige berg, want hoe klein en onbenullig hij is. Hij laat niemand koud, krijgt iedereen op de knieën. Tot zover deze ode aan de Weefberg.
Op deze leuke locatie in het platte Vlaanderen heb ik dus m’n basis gelegd tijdens de winter. Dit samen met een heel stel anderen, te veel om op te noemen. Wel kan ik zeggen dat het stuk voor stuk sterke karakters waren, goede atleten, gedreven ieder op zijn niveau. Tijdens deze trainingen deden we herhalingen, series van 7 tot 10 keer de helling op, tot wel 6 reeksen na elkaar. Niet iedereen deed altijd alles mee, maar waren wel telkens aangenaam gezelschap. Iedere z’n ding, maar toch samen om elkaar vooruit te drijven. Ik hoop echt dat de groep die we uitgebouwd hebben de afgelopen maanden bij elkaar blijft en misschien nog wat uitbreid. Wie weet… Ik ga het nog maar eens zeggen: “ I LOVE THE WEEFBERG “

Na de winter was het tijd om de beentjes wakker te schudden, wat gedaan werd op Trail des Bosses en Trail des Poilus. De eerste deed ik voor de 4e keer en voor de 2e keer de 45km-afstand. Voor de 2e keer werd ik er 2e. Dit gaf al aan dat de basis goed zat. Drie weken later werd ik dan 7e op een sterker bezette wedstrijd in Noord-Frankrijk. (Poilus) Dit gaf weer een boost!
Dan hebben we weer een reeks trainingen gehouden en de focus van de afstand, naar de hoogtemeters gebracht. De wedstrijden die volgenden waren immers niet van de poes. Eind April werd ik 24e op de Saint Guiral in Sain-Jean-de-Bruel. Een race in het natuurgebied van de Grand Causses, nabij Milau, waarbij we 60km en 4000hm moesten afleggen. Ik heb er zelfs nog een ommetje van 4,5km bijgedaan… 2 weken erna moest ik normaal aantreden op de Hollenlauf voor de ITC-callenge. Die heb ik spijtig genoeg moeten laten schieten. Ik voelde me niet klaar en genoeg hersteld van de wedstrijd ervoor. Ik wou m’n verdere voorbereiding op AMT niet in het gedrang brengen. Mijn planning ligt meestal al een half jaar op voorhand vast en ze hadden me pas begin april gevraagd hiervoor. Ik had kunnen weigeren, maar het bleef een mooie kans. Ik dacht echt dat het wel ging lukken.
Na wat herstel stond dan de Transju’trail op het programma, 72km met 3600hm. Een prachtige punt tot punt loop doorheen de Jura. Het zicht over het lac Leman en op het Mont-Blanc massief blijven voor eeuwig in m’n schedel geprent. Hier werd ik 52e op 9u15m nadat ik de dag voordien m’n enkel had omgeslagen.
Een week later had ik dan een drie-daagse gepland van “kortere” trails in de Ardennen. Eerst Boucle Ardennaises 37,5km met 1500hm waar ik onverwacht 5e werd. Dan een super zware Ohm-Trail van 35km met 1800hm. Hier was het gewoon krachten verdelen en deftig uitlopen. Dan de laatste in de reeks, Trail de Namur. Een “makkie” met z’n 30km en 950hm. Hier kwam ik nog sterk voor de dag en kon een tijd lopen van 2u45m, wat een 18e plek opleverde in een enorm sterk veld. Een weekendje van 102,5km met 4250hm. Tot hier de voorbereiding…

De Ardennes Megatrail dan!

De dagen voordien was het prachtig weer. We waren woensdagavond afgereisd naar Givet, waar we op de camper-parking sliepen. Donderdag had ik wat parcoursverkenning gepland. Een aantal punten en de dorpjes van de bevoorradingen eens gaan bezichtigen. Het viel me op hoeveel anders het hier wel is dan een paar kilometers verder in België. Authentieker, ruiger, ja mooier. Een wandelingetje naar Longue Roche en een lichte training vanaf het plateau (Woieries) naar Roc la tour en dat moest er voor zorgen dat alles op z’n plaats viel. Toch had ik geen fris gevoel.
Vrijdag was het dan verzamelen geblazen op de super gezellige camping nabij de start. Dat is nu iets dat meer organisaties zouden moeten doen. Er stonden wel 100 tentjes rondom de sporthal, er hing een echt festivalsfeertje! Een voor een kwamen de trainingsmakkers toe. We hadden een mooi plekje en bespraken onze plannen voor D-day. In tegenstelling tot bij een festival, kroop iedereen hier tussen 22-23u z’n slaapzak in. Zaterdag was het immers vroeg dan met een start om 5u!

‘s Morgens begaven ik en m’n makkers Paul en Eric ons naar de start vergezeld van Christine die zich waagde aan de RLT. Niet al te goed geslapen, zoals meestal voor een focus-wedstrijd. Zenuwen… Aan de start ontmoeten we nog snel even Tom en even later ook Mildred, die er weer enorm scherp uitziet. Wat hectiek voor de start, iedereen moest ingescand worden. Wat bij mij bijna als laatste gebeurde, dan maar wat ellebogenwerk om vooraan het startvak te geraken. Ik had geen zin om al minuten te verspelen nog voor ik gestart was. Ik vond Mildred terug en kon nog even wat praten om toch wat tot rust te komen. Dan….

Bang!! We waren weg! Eerst passeerden we door een erehaag van fakkels om dan eerst een rondje te lopen en terug langs de start te komen. Niet slecht van de organisatie om zo het pak wat uit te rekken vooraleer de bossen in te trekken. Nog een laatste aanmoediging van m’n vrouwtje en ik moest er tegenkunnen voor de resterende 92km. In het begin liep ik in de buurt van Mildred, die me op OSO geklopt had met meer als een half uur, dus normaal zat ik wel goed. Zij loopt super vlot op de rollende stukken, waar ik telkens wat meters liet. Wanneer het echt klimmen werd kwamen we op mijn terrein en haalde ik de snelle starters al snel weer bij. De eerste klim herinner ik me als vlot lopend. Dan kwam er een leuk technisch stuk langs de flank van een helling. Na enige tijd op dit stuk haalde ik de winnaar van vorig jaar bij, Laurent Remacle. Hij mankte en had zichtbaar moeilijkheden met het technische parcours. Korte babbel en bleek dat hij even daarvoor zich goed mistrapt had. Halverwege de volgende helling kwam hij dan weer vlotjes voorbij en ik had op dat moment nog geen meter gewandeld… Slik wat is die gast sterk! Dan was het afdalen naar de eerste bevoorrading in Haulmé, en haalde ik hem weer bij. Het zag er niet goed uit voor hem en achteraf bleek hij toch nog geprobeerd te hebben tot de volgende post in Bogny.

Het volgende stuk was al wat agressiever qua omgeving met een stevige klim richting 4 fils d’Aymon. Daarna volgde weer een uitdagend stukje technisch lopen langs de kam van deze heuvel. Een van de mooiere stukjes van het parcours. Op dit lastigere stuk voelde ik me voor het eerst op de dag echt goed en haalde ik vlotjes enkele voorliggers bij. Na dit stukje rotshoppen kwamen we in Bogny-sur-Meuse. Een klein industriestadje langs, u raadt het al, de Maas. Tweede bevoorrading, even de tijd nemen om alles terug bij te vullen. Geen sinecure met die soft-flasks. Toch geef ik deze de voorkeur op een blaas. Je kan veel beter bijhouden hoeveel je al gedronken hebt en zo dus sneller ingrijpen als je te weinig drinkt.

Het volgende stuk begon met een klimmetje langs koorden, om dan een pikdonkere tunnel in te duiken. Ik had m’n lampje al weg gestoken en dus ging ik er op de tast door. Dan was het verder klimmen vooraleer we terug konden afdalen naar het volgende dorp, Monthermé. Een mooi plaatsje in een bocht van de Maas. Het was serieus te merken dat de hellingen zwaarder werden. Er kon nog weinig gelopen worden en er moest heel wat op de knieën geduwd worden. Heel wat volk langs de kant in het dorpje, altijd leuk als je aanmoedigingen krijgt. Daar hoorde ik dat ik 4e liep. Dan begon er een lange klim richting Longue Roche. Het eerste deel nog in de straten over trapjes tussen de huizen, welk ik volledig gelopen heb. Daardoor ben ik genaderd op de nummers 3 en 4, Emir Graïri en Romain Thiebaut. De eerste een donker getinte slanke atleet en de tweede een echte krachtpatser. Net voor de top kon ik ze inhalen en een beetje afstand nemen. In de afdaling kwamen ze dan al snel weer dichter en gingen ze zelfs over me. Het liep daar te gemakkelijk. Beneden twijfelde ze dan bij het oversteken van een stroompje zodat ik kon profiteren om weer over te nemen. Even later begon er weer een hels klim en kon ik wat verschil tussen ons maken. Volgens m’n studie van het hoogteprofiel bevond ik me stilaan in het lastigste deel van het parcours en dat was te voelen. Wat eerst nog mooie paadjes waren werden als maar meer overgroeide verlaten weggetjes. De hele tijd worstelen met takken, stuiken en rotsen. Ik werd moe… Net wat vroeger als gepland moest ik m’n poles uit m’n rugzak nemen. Ze verlichten het lijden wel en nemen de druk van de Quads af bij het afdalen. Eindelijk kregen ik terug zicht op het water, de Maas. Dus de volgende bevoorrading.

Daar heb ik even m’n kunsten getoond. Ik gebruik namelijk een extra bidon om m’n sportdrank te “shaken” en dan in de flasks te spuiten. Ik bood de mensen daar een cocktail aan, maar ze vertrouwden dat poeder toch niet denk ik. Na wat lachen en aanmoedigingen kon ik aan de Cote de Madagascar beginnen. De lastigste helling van het parcours, 200m stijgen over een afstand van 400m. Pittig dus, maar eigenlijk goed te verteren. Eens in een goed ritme kon je dat aanhouden en was je zo boven. Geen lastige stukjes, geen tussen hellingen, gewoon recht omhoog. Boven even een glimlach naar een toeschouwer, die wel begreep dat ik even niets kon zeggen, om dan de kam rondom Laifour af te lopen. Wederom een enig mooi stukje. Waar de klim steil was, was de afdaling enorm steil. Als skiënd met behulp van m’n Leki’s zonder brokken beneden geraakt, maar toch niet kunnen beletten dat ik meerdere malen op dit stuk met m’n kont op de grond heb gezeten. Even rust, wat vlakker lopen door het dorp om dan de klim van les Dames de Meuse aan te pakken. Hier kreeg ik het echt moeilijk en heb ik veel gewandeld, geprobeerd om niet te forceren, ik was immers pas over halfweg. Het was nog een echt rot einde tot de finish. Ik pepte me op met het gedacht dat m’n achtervolgers ook uit geput moesten zijn. Regelmatig achterom kijken en niemand. Boven op de klim volgde weer een lang stuk over vrij beloopbaar terrein Ik moest me ertoe zetten om te blijven tempo maken. Het zou zo blijven tot de volgende ravito in Anchamps.

Daar moest ik weer een lange stop houden, want het lastig stuk had serieus aan m’n voorraad geknabbeld. Net toen ik vertrok kwam m’n eerste achtervolger binnen. Tactisch niet al te goed. Als je binnen het zicht loopt ben je een mikpunt. Nu volgde de langste klim van de dag, Mont Malgré Tout, boven Revin. 270m omhoog op 2,5km. Dus doseren, maar al snel was daar Frederik Hardenne die me voorbij snelde. Hij had het eerste stuk van de klim blijven lopen en zette toen hij bij mij kwam een stevig wandeltempo in. Even kon ik aanpikken, maar besloot hem toch maar te laten gaan. Hij was veel sterker, onnodig om nu al te gaan forceren. Boven op de helling begonnen we aan het plateau richting Les Hautes Buttes. Geen al te lange klimmen meer, maar nog wel veel vals plat met af en toe een rivierdalletje te doorkruisen. Het liep niet lekker met die stokken dus besloot ik ze weg te steken. Net toen ik m’n pack terug op, haalde Emir me terug in. Hij bleek een vlotte loper te zijn op het vlakke. Gelukkig waren er af en toe lastige stukken waar ik kon terug komen en was ik beter in het wandelen. Tijdens het wandelen merkte ik dat er stilaan terug wat leven in m’n benen kwam. Ik begon aan een plannetje te smeden. Tot hiertoe moest ik echt aanklampen. Ik moest hem zelfs laten gaan in de kilometer voor de Ravito.

Aan Les Hautes Buttes kwam ik dan weer bij hem. Hij moest z’n blaas bij vullen en dat liep niet direct vlot. Dus als ik snel was kon ik wat seconden pikken. Helaas was diegene die moest scannen niet al te snugger en verloor ik toch een minuutje door haar getreuzel. Sorry voor m’n gevloek, maar het is niet elke wedstrijd dat ik een podium kan halen. Snel wat water mee en weg. Afdalen, het duurde net iets langer dan verwacht voor hij me terug had bijgehaald. Hij had een regenwestje aangedaan. Ja het regende eigenlijk al de hele dag, maar nooit echt zo hard dat ik de behoeft had aan een jasje. De bomen gaven genoeg beschutting, juist m’n sleeves had ik terug aangetrokken op het plateau. M’n plannetje had kans op slagen, maar daarvoor mocht ik niet veel achterliggen voor de klim naar Roc la Tour. Nog een kort klimmetje naar Woieriesaf te dalen naar post aan het Maison Forestière. Door de snelle pitstop op de vorige moest ik heir wel wat langer halt houden. Beide flasks gevuld, maar geen sportdrank genomen. Dat had te veel tijd gekost, gewoon snel wat Herbalife Hydrate bij m’n resterende sportdrank gekapt en zo verder gegaan.

Nu was het tijd om te pushen. De klim naar Roc la Tour bleek heel gezapig, goed beloopbaar langs een stroompje omhoog. An de voet een gelletje met cafeïne en ik kon een bommetje leggen. Dit was echt het beste stuk van m’n wedstrijd. Ik vloog letterlijk omhoog. Het duurde niet lang voor ik Emir te pakken had en ter plaatse liet. Kwam het erop aan om afstand tussen ons te creëren, want hij was vlotter in het afdalen. Dus bleef ik pushen. Boven kreeg ik te horen dat nummer 2 maar net voor was. Dus bleef ik even aanhouden tot ik hem echt in het vizier kreeg aan een technische helling met koorden en een laddertje. Echt mijn ding. Het duurde niet lang of ik on in z’n enkels bijten. Hij had zichtbaar moeite met dit stuk. We waren net boven en volgde dus weer een passage die me niet goed ligt. Een makkelijke afdaling, maar ik bleek zelfs hier beter… Geruststellend. Gewoon blijven tempo houden en proberen zo veel mogelijk te lopen tot de volgende post. Daar kon ik dan inschatten wat te doen.

Naux, de laatste post. Ik verwachte geen zware dingen meer, maar dat sloeg al snel tegen. Ik bleek echter genoeg voor te hebben om me niet echt druk te hoeven maken. Telkens ik een overzicht had achter me kon ik niemand zien naderen. De eerste moest ik niet mee op hopen die had zeker een half uur voor dus was het gewoon proberen m’n plek te behouden. Het laatste stuk was echt nog wel moeilijk. We bleven maar op en neer gaan ter hoogte van de laatste top. Af en toe hoorde ik de speaker aan de aankomst maar telkens moest ik weer klimmen. Eindelijk kwam ik dan beneden aan de weg vanaf daar was het genieten. De mensen die me feliciteerden, alle gedachten die door je hoofd gaan. Na wat pootje baden in de Semois rustig over de streep gebold op een tweede plek in 12u08m (tijd nog niet bevestigd)

Nog een bedankje aan iedereen die mee is komen trainen op de Weefberg, in Genk of elders. Nog een speciale vermelding voor mijn Dusty, Paul Dehoux. Die trouwens ook knap finishte in 15u45m. Het is leuk als al die arbeid beloond wordt.

Michael Andries