De zes uur van Heerde

Theo de Jong loopt 6 uur op de baan: “Lopen, lopen en wegdromen en bijgestuurd worden door Wilma: “Wel de binnenbocht houden hoor”. Ze had gelijk, was ik toch bijna rechtdoor gelopen.”

Zaterdag liep ik Heerde de zes uur op de baan. Ik wil niet hebben over de kou. Weliswaar waaide het stevig uit het noordoosten, sneeuwde het af en toe en lag de gevoelstemperatuur dik onder het vriespunt, maar ik hield het goed warm. Ik had een thermoshirt met lange mouwen aan, een dik shirt met lange mouwen aan, een dunner shirt met lange mouwen en mijn jasje. ‘s Morgens had ik nog nieuwe wanten en een bivakmuts gekocht. Prima wanten, ik kreeg zelfs warme handen, en door de bivakmuts was de toch wel pittige wind goed te harden. Maar na 4,5 uur kreeg ik toch weer erg koude handen.

Ik wil het ook niet hebben over de verzorging. Die wel beter gekund. Het eerste drinken kwam pas na ruim een half uur op tafel en cola kwam pas toen ik er om vroeg. Later moest ik de cola zelf inschenken in een wegwaaiend bekertje met wanten aan en dat valt niet mee. Verder een goede organisatie met binnen 10 minuten na afloop een complete uitslag. Ik hoorde overigens fluisteren dat, vanwege het geringe aantal deelnemers, dit wel eens de laatste editie van de zes uur in Heerde zou kunnen zijn. Dat zou toch wel doodzonde zijn, ik hoop dat de organisatie zich bedenkt.

Waar ik het wel over wil hebben zijn de bikkels die de zes uur hebben uitgelopen. Van de 23 starters volbrachten er maar 11(!) lopers de zes uur. De andere 12 zijn al eerder uitgestapt, soms al na net iets meer dan 20 km. Dat zegt wel iets over de pittige omstandigheden maar ook over de doorbijters.

De start was om 12:00 uur, twee en half uur eerder was ik in Culemborg met veel sneeuw van huis gegaan. Tot aan Amersfoort dikke sneeuw en veel sneeuwruimers op de weg, dat belooft weinig goeds. Maar na Amersfoort werd de sneeuw motsneeuw en weer iets later gewoon regen en toen ik eindelijk in Heerde aankwam was het, op een enkele voorbij waaiende sneeuwvlokken droog. In de kantine zaten Jannet Lange en Jacolien Schreuder te praten. Leuk om Jannet weer te zien, was al weer even geleden, Jacolien kende ik niet persoonlijk, maar dat kwam tijdens het lopen wel. Later schoof ook Wilma Dierx aan, dat was ook al weer een tijdje terug dat we elkaar gesproken hadden. Even bijkletsen en dan op naar de start.

Zes uur lopen op kunststof, 418 meter per rondje. Je hoeft er niet gek voor te zijn en ik word er allang niet meer gek van, sterker nog, ik begin het leuk te vinden. Ik wilde rustig starten, eigenlijk heel rustig en uitkomen op 50, 51 km. Na weer een te snelle start had ik na een uurtje toch een lekker ritme gevonden. Ik werd al vroeg door Wilma ingehaald, even een aai over mijn rug, zoals vaker en een enkel woord en weer door. Ik droomde weg onder het lopen. Ik loop heerlijk en luister naar de Top 2000 die flagerig en krakend uit de luidsprekers komt (al jaren kan ik niet meer naar de top 2000 luisteren zonder aan Heerde te denken). Lopen, lopen en wegdromen en bijgestuurd worden door Wilma: “Wel de binnenbocht houden hoor”. Ze had gelijk, was ik toch bijna rechtdoor gelopen.

De tijd maalde maar door, een uur, twee, drie, vier uur. De minuten rijgen zich aan een tot kwartieren en tot uren. Na vijf uren verandert mijn soepele tred in een wat strammig, houterig geklungel. Ik krijg koude knieĆ«n, koude handen en koude oren. Maar ook een warm hart, een warm hart van alle vriendelijke woorden en complimenten die Jannet en Wilma me elke keer, als ze me voorbij kwamen, toeriepen (Ik weet nu dat als ik in de put zit, ik een wedstrijd op de baan met Jannet en Wilma ga lopen; ik zal als herboren zijn.) En ik, ik moedigde die twee kanjers aan, elke keer als ze voorbij kwamen. En ze kwamen me vaak voorbij! Het laatste uur wordt het nog een beetje en wedstrijd, niet met elkaar maar met de afstand. Jannet wilde 65 halen, Wilma 66 en ik 50. Ze zijn zo verschillend, maar nu gelijk, beiden kunnen ze volhouden. Na afloop vertelde Wilma dat ze door een klein zetje van mij in het laatste kwartier weer zo veel energie kreeg dat ze kon volhouden. Ik luisterde verbaasd, verbaasd dat zo’n klein tikje zo veel doet. En juist die kleine dingen maakt ultralopen zo leuk en ultralopers tot bijzondere mensen. Men vraagt mij wel eens wat de lol is om zes uur op een baan te rennen. Na Heerde weet ik het weer. Meiden, bedankt.

Theo de Jong
theohinne(at)hotmail.com