Zozo, zeven maal OSO

André Boom deed voor de zevende maal mee aan de trailklassieker Olne-Spa-Olne: “Terwijl alles om mij heen kraakte en bewoog, meende ik stellig langs het pad vóór mij de rijzige gestalte van een heks te zien.”

Mijn zevende Olne-Spa-Olne was bepaald niet de gemakkelijkste. Dat blijkt wel uit de bijna 11 uur die ik er over deed. Bijna twee kilometer langer en 150 meer klimmeters dan vorig jaar. Maar dat was het hem niet. Het kwam door het grotendeels nieuwe parcours waarbij met name in de laatste 8 kilometer veel meer klim- en modderwerk zat. Na de laatste bevoorrading volgde een drie kilometer lange aardedonkere singletrail-bospad van stenen en modder waarin bovendien nog een gemene klim verstopt zat. Vorig jaar konden we na de laatste post zo’n 5 kilometer, voornamelijk afdalend en over asfaltwegen, naar Olne lopen. Feitelijk was dat een beetje een anticlimax na zo’n ruige natuurloop, dus in dat opzicht was het dit jaar een verbetering: meer trail voor je (weinige) geld. Maar daardoor wel een verbetering die niet tot betere tijden leidde.

Het smalle trappetje dat de afgelopen jaren aan het begin van de loop (na ca. 3 km) tot enorme lopersfiles leidde zat er deze keer gelukkig niet in. Erg leuk was ook het bezoek aan de kasteelruïne van Franchimont, http://www.chateau-franchimont.be/ bij Theux. Daarvoor moest een extra lus van 2 kilometer met een flinke en nogal griezelige klim gemaakt worden (smal en glad modderpaadje langs een diep ravijn), maar de aanblik van de afgebrokkelde muren op het hoge en winderige plateau waren die extra inspanning zeker waard. Zou de organisatie hierbij gedacht hebben aan de trail des Fantômes?

Nu we het toch over spoken hebben: tijdens de passage van een donker dennenbos, in de grijze en stromachtige schemering terwijl alles om mij heen kraakte en bewoog, meende ik stellig langs het pad vóór mij de rijzige gestalte van een heks te zien. Zwarte puntmuts, zwarte mantel en lange witte neerhangende haren. Het gezicht en de handen lichtten bleek op in het duistere bos. Ik dacht eerst dat er een figurant stond die een flauwe grap uithaalde. Of was het wellicht een kunstwerk? Hoe dan ook, ik moest er langs. Het bleek het gedeeltelijk van de bast ontdane, in een scherpe punt eindigende, restant van een afgeknapte spar te zijn. Heksen tijdens het hardlopen zijn prima, maar dan wel in de Brockenwirt, het eindpunt van de Brocken Challenge in de Harz.

Natuurlijk moet je op zo’n nieuwe route ook weer dingen inleveren. Zo miste ik bijvoorbeeld het mooie gedeelte Chasserotte-Chinru waar je kon genieten van een prachtig uitzicht over het dal van het riviertje de Hoëgne. Maar goed, de nieuwe afdaling naar Pepinster door de bossen langs (en soms dwars door) een met rotsblokken bezaaide snelstromende beek mocht er ook zijn. Bovendien was het geen dag voor vergezichten: flarden regen en motregen en een vroege schemering. In de bossen was het al om drie uur donker.

Twee uur lang heb ik door dat donker gelopen. De vierde post, waar een gezellig kampvuur brandde en muziek klonk, was een welkome onderbreking. Tsjonge, wat kan het tussen die sparren donker zijn.

Voordeel van het lage tempo was wel dat ik geen inzinkingen heb gehad en er waar dat enigszins mogelijk was een constant drafje op na heb kunnen houden. Dankzij de loopstokken ook geen valpartijen op de glibberige paden. Na de finish in Olne smaakte de Lasagna werkelijk prima. Net zo goed als de heerlijke kom warme pompoensoep op post 3 na 45 kilometer. Een pluim voor Courir pour le Plaisir die dit mooie en gemoedelijke evenement elk jaar weer op een zodanige wijze weet te organiseren dat het als iets nieuws en verrassends wordt ervaren. Ook als het de zevende keer in successie is.

André Boom