Today is the Greatest Day (JKM 2016)

Endy Kasanardjo: “Ik voel me een heel ander mens als ik weer het strand op ga en het onmogelijke gebeurt. Ik begin te draven en te draven en mijn snelheid loopt moeiteloos op tot ruim 11 km/u.”

Vrijdagmiddag 25 maart, 18:05, Station Hoek van Holland Haven. Ik stap uit de trein. Twee jaar geleden stond ik hier ook. Zenuwachtig en onzeker, emotioneel en geblesseerd. Ik zou gaan lopen naar Den Helder voor mijn vader alsof ik daarmee een betere zoon zou worden. Alsof ik de kerven in mijn hart zou kunnen opvullen als ik maar genoeg stappen zou maken.

Het is nu twee jaar later. Alles is anders en alles is hetzelfde gebleven. Ik begrijp dat kerven niet gedicht hoeven te worden maar dat ze de rafels zijn die de contouren vormen van je menszijn. Dat wat ze dus levenservaring noemen. Is de wereld gekker geworden of ik normaler? Is lopen een metafoor van het leven of een vlucht uit de werkelijkheid? Kies je cliché. In een waanzinnige wereld is het lopen van Hoek van Holland naar Den Helder ter nagedachtenis van een geschiedenisleraar misschien wel de meest zinvolle bezigheid.

Vandaag is de dag. Ik ben bereid door te gaan als ik kapot zit, om door te gaan als ik laatste loop. Vandaag bestaat alleen maar de mogelijkheid dat ik deze laatste JKM uitloop. Vandaag ben ik bereid om te finishen. Niet voor mijn vader of voor Jan maar voor mijzelf, voor mijn menszijn.

Langzaam maar zeker komen de lopers binnen in de voetbal kantine. Iedereen praat druk met elkaar. Over vorige wedstrijden, toekomstige wedstrijden, plannen en mislukkingen en over vanavond. De laatste keer dat we Jan Knippenberg op deze manier kunnen eren. Iedereen heeft zo zijn reden om vandaag hier te zijn. Iedereen is ervan overtuigd dat vandaag de finish gehaald gaat worden. Ultralopers zijn een stelletje optimisten.

Ik begin nu toch wel een klein beetje zenuwachtig te worden. Korte of lange broek? Trail schoenen of ultrasnelle pantoffels? Blijk ik ook nog mijn hoofdlampje vergeten te zijn maar gelukkig kan ik er een van François lenen (en omdat het volle maan is heb ik die eigenlijk bijna niet nodig gehad).

Het is middernacht als we worden weggeschoten door Bob. De wind is gunstig want uit het zuiden. De maan is vol. De benen zitten vol energie. Het lopen gaat moeiteloos, althans de eerste 17 kilometer tot de post in Scheveningen. Dan beginnen de eerste pijntjes zich te openbaren. Ik loop met Wilma en Edwin naar het Strand maar ze gaan me te snel en ik laat ze gaan. Ben ik nu al de laatste loper? Gelukkig dat laatste lopen deel van mijn plan was.

Ik vervolg mijn tocht in het donker over het strand. Mijn gedachten dwalen weg en opeens schrik ik wakker, heb ik lopen te slapen? Ai dat staat niet in mijn plan. Het is niet de bedoeling om net als bij de Dutch Coast Ultra weer voor strandslaper uitgemaakt te worden. Bij de volgende post (Wassenaar) neem ik een koffie en 2 cola. Dat helpt. De slaap verdwijnt en ik vervolg mijn tocht.

Terwijl ik zo bezig ben bekruipt me het gevoel dat ik wel heel langzaam ga. Onbegrijpelijk. Want het strand is super goed beloopbaar en de wind staat de goede kant op. Ik doe een body check en weet het dan zeker. Het zijn alweer de verkeerde schoenen!@#$ Mijn trail schoenen zijn te dik en te stug. Goed om in de Ardennen over rotsen en modder te knallen maar hier op het strand alleen maar hinderlijk. Oké het is nog 25 kilometer voor ik ze kan wisselen dus het enige wat ik kan doen is doorgaan. De volgende post in Noordwijk haal ik precies op de cut-off van 5:00. Ik neem weer koffie met cola en steek een cheeseburger in mijn jas. Nu moet ik echt haast maken om op tijd in IJmuiden te komen denk ik bij mezelf.

Ik ga verder maar al snel komt de slaap terug, dit keer geholpen door het hypnotiserend licht van mijn hoofdlampje. Zal ik dan heel eventjes bij een paal gaan zitten? Of alleen maar er tegen aan hangen en mijn ogen even dicht doen? Trouwens ben ik wel aan het lopen of droom ik het alleen maar. En die mist dan. Misschien zit er wel een draak in met grauwe klauwen of verzin ik een ander eng monster. Als ik nu zou dromen zou ik bang worden maar ik ben niet bang dus ik droom niet. Ik sta stil en de wereld is stil. Het waait even niet en mijn capuchon flappert niet tegen mijn jas aan. Het is net of de wereld bestaat uit dit kleine stukje strand omringd door een muur van dichte mist.

De ochtend begint te gloren, mijn slaap verdwijnt en als ik mijn horloge check zie ik dat ik nog 50 minuten heb om IJmuiden te bereiken, hemelsbreed 6 kilometer, dus qua lopen nog verder. Heb ik zo lang lopen lummelen dat ik nu moet haasten denk ik bij mezelf. Ik voer mijn tempo op (dat dit kan betekent dus dat ik inderdaad heb lopen lummelen de afgelopen 8 uur) en haal net binnen de cut-off IJmuiden.

Aan de overkant is het alsof ik in een andere wereld ben beland. Zo alleen als het de afgelopen 8 uur was, zo druk is het hier bij de start van de 60 km. Iedereen vraagt hoe het gaat of ze iets kunnen doen. Ik wil alleen maar koffie en effe lekker op de wc zitten en mijn schoenen wisselen. Oh ja en mijn blikje alcohol vrij bier opdrinken dat ik speciaal voor dit moment in mijn dropbag heb gedaan. Ik voel me helemaal gesterkt door al die positieve aandacht (en het biertje). Ik voel me een heel ander mens als ik weer het strand op ga en het onmogelijke gebeurt. Ik begin te draven en te draven en mijn snelheid loopt moeiteloos op tot ruim 11 km/u. Ik raas naar de volgende post waar ik Sjaak zie. Ik zeg dat ik gek ben geworden en dat hij maar niet moet aanhaken. Ik raas voorbij Arjen op naar de volgende post. Ik blijf maar lopen en lopen. Het duurt een hele tijd voor de kop van de 60 me inhaalt (6 man) en dan niemand meer. Ik ga net zo hard als het peloton van de 60. Whoehoe. Alle pijntjes die ik voelde voor ik bij IJmuiden was zijn verdwenen. De cocon van de nacht heeft plaatsgemaakt voor een ongekende flow. Ik ben mijn voeten rennend over het zand, ik ben mijn ogen op zoek naar de harde stukken strand, ik ben mijn longen die de lucht ademen van de zee, ik ben rennen, ik wil dat dit nooit stopt.

De contouren van Texel worden zichtbaar, Den Helder is nabij en ik vind het haast jammer dat het bijna voorbij is want op de dijk voel ik me nog sterker worden. Terwijl ik me afvraag hoe het mogelijk is, versnel ik naar 12 km/u en eindig deze JKM met mijn snelste kilometertijd van de hele race. Ik zit vol adrenaline en weet niet meer goed wat er gebeurt als ik mijn medaille uitgereikt krijg en de drie kussen van mevrouw Knippenberg in ontvangst neem. Maar een ding weet ik zeker ik ben retetrots op mezelf vandaag.

Endy Kasanardjo