Zaterdag 25 maart 2017
Vorig jaar had ik eenzelfde plan, helaas strompelde mijn rechter enkel hevig tegen. Mij kwalificeren voor het WK NL Trail team. Dit jaar stonden daar 2 kwalificatie races voor op het programma. DeTrail Petit Ballon met een afstand van 52 km en 2300 hoogte meters. En de Trail Decathlon Crêtes de Spa (57 km en 2100 hoogte meters).
De training wordt geleidelijk opgevoerd. Vanaf november probeer ik elke week een training over de heuvels van het Teutoburgerwald te doen. Waar ik mijn eigen trailroute heb vanaf Hörstel richting Brochterbeck. Als belangrijkste prikkels pik ik de Haarlerbergtrail 30km (3de) en de Sukerbietentrail 24km (3de) mee. En maak een uitstapje naar het NK Cross en het NK Halve Marathon. Waarbij ik beide als 6de M50 eindig.
De nacht van vrijdag op zaterdag 25 maart slaap ik onrustig in een rommelig Belgisch buiten dorp nabij Spa genaamd Pepinster. Voor het eerst kies ik voor mijn Salomon rugzak, ipv mijn oude vertrouwde Osprey. Ik besluit naast 2 flexibele flesjes met 500 ml sportdrank, per uur een grote gel mee te nemen. Als extra nog 2 sportrepen, wat magnesiumtabletten en pijnstillers voor mijn enkel. Drank kan ik bij de 4 verzorgingsposten bijvullen. Alles klaar toch blijven piekeren. Dat ik bijvoorbeeld niet eens voor de NL dames blijf en dat zou niet gek zijn, want zowel Irene Kinnigim als Kim Mulder hebben schitterende prestaties neer gezet. Vooraf is er al een mannenveld bekend,waarmee ik van doen heb; Tim Pleijte, Zac Freudenburg, Dominique Pankow, Geordie Klein, Pascal Schepers en Ralph Apeldoorn. Ik hou me niet voor de domme door te denken dat ik met hun ga/kan strijden. Ik ga mijn eigen race in en vechten voor wat ik waard ben, om zo hoog mogelijk te eindigen. Bij de finish maken we de ballans op. Aan de start bij het Sportcentrum La Fraineuse staat Huub van Noorden, die al zeker is van kwalificatie. Daarnaast Peter van Zon, die zich 2 weken terug heeft gekwalificeerd. Dan opeens dringt de tijd en kom ik er op het laatst achter dat je ergens je tas kunt inleveren. Op naar de start op mijn Inov8 Mudclaws, Craft hemd, Ron Hill trailbroekje, Chaskee hoofddoek en een basic Casio. Daar staan al een paar honderd man/vrouw. Ik murw me naar voren en kies positie achter Freudenburg.
Mee gaan in de stroom. De eerste kilometers is het wat zoeken naar ritme, naar je positie in het gedrang. Waar wat recreanten 3 breed het pad versperren (sukkels). Na de eerste klim is dat gedoe gelijk afgelopen en is er vrij baan. Geordie klein had ik de eerste kilometers in zicht maar die is verdwenen, net als de kopgroep. Mijn positie, bij de eerste 40 of 30?? Het parcours is modderig, zelfs hier en daar nat, met stroompjes water en keien, ongelofelijke veel keien, op zijn Belgisch chaotisch kriskras over het pad verspreid. Kleine en grote keien, soms grijs grind, stukjes afgebrokkeld asfalt, zand en graspaden en wat niet mag ontbreken op een trail, kilometers boomwortelpaden. De eerste post loop ik voorbij. Daarvoor heb ik mijn eerste gel al ingenomen. Inmiddels hebben we een mooi pakt van circa 5 man, waarbij ik heuvel op de sterkste lijk (de anderen gaan eerder wandelen), een enkeling keihard daalt, of op het vlakke flink doortrekt. Gaande weg komen we dichter bij elkaar. En lijken we elkaars tempo te hebben aangevoeld en aangepast. De ski heuvel is pittig, rustig nemen we deze hindernis. Terwijl we wederom een paar plekken opschuiven. Ik word nauwelijks meer ingehaald het zijn slechts de eerder genoemde Belgische kerels die dan voor en dan weer achter me koersen. Als ik een keer wat op kop van het groepje flink doortrek gaat het mis en lopen we fout, gelukkig is het minder dan een kilometer. Opletten en op scherp gezet. Ik meen dat ik onderweg Peter van Zon heb ingehaald. De omgeving is prachtig, maar de ondergrond vergt al onze aandacht. De temperatuur neemt flink toe, het is zelfs al wat warm. Terwijl je vanmorgen nog wel een dikke jas kon aanhebben. Ergens staat Tim Pleijte aan de kant aan te moedigen. En niet veel later Huub van Noorden.
Ik haal positieve motivatie naar boven terwijl ik behendig afdaal over de keien, de modder en de waterstroompjes. In mijn gedachten zie ik mijn dinnetje genieten, voluit lachen van schik en kinderlijke spanning als ze voor het eerst op mijn Mountainbike de vernieuwde ATB route Holten neemt. Vol met slingerende tracks en geen minuut saaie of recht. Zo te genieten, daarvoor ben ik hier, daarvoor moet ik steeds hoger, steeds uitdagender, steeds verder. Daarover haar belangrijke les verpakt in een chocolade ei met 5 wenskaartjes. En ik trok, zowel toen ik het kreeg als voor deze wedstrijd vanmorgen; “Zoek niet altijd naar meer, maar waardeer de dingen die je hebt en ben daar gelukkig mee”. (Ne Cherchez pas toujours a avoir plus, mais appreciez les choses que vous avez et soyez en heureux). Denk even aan mijn ouders, met hun ziekenhuis bezoeken. Dat ze eens wisten wat hun zoon hier deed. Dat ze een schim konden zien. Whaa, ik loop hier hard, trek ten strijde.
Net als ik begin te denken, dit is een mooi groepje, bij de finish een mooi fotootje maken. Samen verder. Beginnen ze af te haken bij een lang doorlopende klim. Een soortgelijke klim heb ik nabij Hörstel, waarbij mijn trainingsmaatje steevast aan het begin heel galant met een ingetogen lach zei “ga maar voor”. En opeens ben ik alleen. Slechts op afstand volgt de Engels sprekende jonge trailer (Gelotte Torbjorn Zweden). Even daarvoor had hij gemeld dat we op de helft zijn. Ruim 3 uur onderweg en ik begin aan een eenzame strijd. De gels blijf ik nemen. Maar in kleine slokjes. Het is nu goed op de route aanduiding linten letten. Geen voorganger te zien. Kilometers lang struin ik alleen waar de linten me voeren. Tot ik wat in zicht krijg en richt me daar vervolgens op. Bij een drankpost laat ik mijn flesje vullen, door 2 jongens. Het gaat me eigenlijk veel te langzaam. Maar ondanks de strijd in me, ben ik kalm. Respect voor de afstand. Een loper die ik bijgehaald heb klampt aan. Ik vind het in dit stadium onprettig en weet dat ik niks meer aan hem heb. Waarop ik na enige tijd een versnelling plaats. En dat lukt.
Door het grote onbekende bos. Het is warmer en warmer geworden, maar soms aan de koude kant van de heuvel met wind even frisser. Blijven drinken! Dan heel in de verte ontwaar ik een loper (Bart Bulckaen België). Het duurt kilometers lang voor ik enigszins bij ben. Een rot stukje asfalt, dan weer in het bos slingerend. Aangekomen bij de kerel, volgt er een ranzige keienmodder afdaling. Ik knal er in, zonder angst, als een jonge god, puur, krachtig. Ik zweef, ik leef. Whaaa! Wonderwel blijf ik op de benen. Ik slinger langs een beekstroompje, spring behendig over keien. Af en toe kijk ik achter om. Wat verwacht ik? Niemand voor of achter me. Hoe ver is het eigenlijk. Heb het idee dat ik de bebouwing nader. Niemand kan het me vertellen! Spreekt/verstaat men hier geen beschaafd Nederlands? En dan is het plots gedaan. Ben ik tussen de huizen, de bewoonde wereld en de finish. Naar links, naar links. 5.03.41 uur bikkelen, maar niet echt dood zitten, geen verslapping. Gestreden voor wat ik waard ben. En dat is 13de in dit internationale veld. Het geluksgetal voor gekken en dwazen. Laurens Groeneveld weet me te vertellen dat ik 4de Nederlander ben geworden. Hij complimenteert me met mijn afgetraindheid in vergelijking met de Bödefelder Hollenlauf (NL Ultra team 2014). Verrassend heb ik Ralph Apeldoorn achter me gelaten. Eerste M50.
Sprengenbergrunner Jeroen Machielsen