Wil je de 120km tijdens de Zestig van Texel komen lopen?
Toen de vraag van Martien en Henri kwam om met Pasen naar Texel te komen was de beslissing snel gemaakt. Een goede reden om het weekend naar Nederland te komen (vanuit mijn nieuwe woonplaats Lutry in Zwitserland) en mijn verjaardag met familie te vieren, die ik zo mooi naar Texel kon lokken!
Zonder officieel aan de kwalificatie-eisen te voldoen stond ik afgelopen maandagochtend om 04.30 met 31 nieuwe vrienden op de wielerbaan in Den Burgh, Texel. Klaar ( ?) om twee rondjes om het eiland te rennen…
Nieuw in het ultra-gezelschap in Nederland en Europa ( na jaren in de Verenigde Staten gewoond te hebben) leer en beleef ik elke wedstrijd meer van deze vriendelijke gemeenschap. Zeker, verschillen zijn er, maar de passie voor lopen, en ver, is dezelfde aan beide kanten van het water.
Met een nieuwe baan die me zo’n 60 uur per week bezighoudt, was training voor de 120km op zijn minst gezegd creatief. Maar zonder van uitdagingen die onmogelijk lijken te houden, zou niemand aan ultra-running doen toch? De verdere “challenge” was dat al mijn andere wedstrijden behoorlijke aandelen berg-op en -af bevatten, en hoewel ik wel al een aantal keren verder dan 120km afgelegd heb te voet, was 120km plat, en met strand, en wind, en in 13 uur toch wel een nieuwe uitdaging.
Terug naar mijn training, combineren van “easy-kilometers” plat, gemaakt bepakt en bezakt met rugzak als “run-commute”. Ik woon 11 km van mijn werk, dus dat maakt 22km per dag, weer en wind, in alle temperaturen, en donker. Dat maakt voor een goede basis, en de zogenaamde “twee-vliegen-in-een-klap”, je moet toch naar je werk en terug. Stop daar wat (3-4000m) hoogtemeters bij, voor zover mogelijk in de winter met de sneeuwgrens hier rond de 1000/1500m (lees, heen en weer berg op/af) en wat atletiekbaan snelheidswerk, en de training was as-good-as-it-gets.
Makkelijk over te halen voor gekke dingen stond ik vorige week nog aan de start van een heel ander soort wedstrijd, een 6 uurs vertikale uitdaging in Frankrijk. De trail de berg (muur?) op was 4km met 850m hoogtemeters, en dan naar beneden met de kabelbaan. Vervolgens weer terug de berg op, zo vaak mogelijk in 6 uur. Of 3400m in 16km een week voor Texel verstandig was zullen we nooit weten, maar leuk was het wel.
Je hebt van die dagen dat elke kilometer moeite kost, of dagen waar alles vanzelf lijkt te gaan. Maandag 17 april was zo’n dag in de tweede categorie. Vanaf de eerste kilometer waren de benen goed. Het lijf goed. Het hoofd goed. Ik had er zin in. Maar ik weet, voor een ultra is dat gevaarlijk. De dag is lang, en ver, en je weet nooit wat er gaat gebeuren. Een ding is algemeen bekend, nooit te hard van start gaan.
Maar het voelt zo lekker! De benen draaien makkelijk, ik voel me licht en hartslag is laag. Misschien is dit gewoon mijn dag. Lekker doorlopen dus maar. Zolang de hartslag laag is en het makkelijk voelt zal het wel goed zijn. Gokken. Ik weet het. Zonder ervaring op lange vlakke trails (of weg) is het een gok, maar ik neem hem. Het voelt gewoon lekker, en mentaal ben ik klaar voor de uitdaging.
Mijn vriend Gaetan fietst mee, wat een luxe om je verzorging direct naast je te hebben! We hebben een strak voedingsschema, gelletje elk uur, pakje amandelboter elke 15km, en cola indien nodig. Werkt als een trein, 250 calorieën per uur en nooit een low.
De schapen in het donker vermaken me, de zonsopkomst is fantastisch en voor ik het weet is daar de vuurtoren al. Dat betekent eindelijk wind mee! Hoewel ik weet dat ik vooraan in het hele veld loop, voelt het nog steeds super, dus geen reden om tempo terug te draaien. Dan het strand op. Veel ervaring op het zand heb ik niet, maar in de eerste ronde hebben we gelukkig de wind in de rug en het water is nog laag genoeg om een redelijk goede ondergrond te vinden.
Tegen het eind van het tweede strand komt de mentale dip. Het is nog zo ver. Ik heb zand in mijn schoenen, de wind is tegen, en hard tegen, ben ik toch te hard van start gegaan, kan ik dit wel, o ja, het is nog zo ver. Gelukkig weet ik met een halve fles cola (lees: suiker en cafeïne) de negatieve gedachten snel te verdringen, en na 5.23 uur rennen draai ik om en begin aan de terugweg.
Het “tweede rondje” is leuk. Je ziet de andere lopers naar het keerpunt komen en iedereen moedigt elkaar aan. Wat is dit toch een fijne gemeenschap. Maar dan. Het strand. De wind…. Ik lijk af en toe achteruit te gaan. Het zand is zacht, de fijne harde pakking ligt onder water nu. Was het op de heenweg ook zo lang? Muziek maar in de oren, wat afleiding. In ieder geval de wind niet horen. En maar door blijven lopen.
Prachtigste stuk, of in ieder geval mentaal het mooiste, is na 75km het eerste wisselpunt in het bos tussen de twee strand passages in. Wat een mensen, wat een sfeer! Fantastisch! Ik krijg een kick en ren lachend verder! Het gaat eigenlijk nog steeds lekker, behalve een bejaarden-tempo op het strand rol ik de overige wegen en paden alsof het mijn eerste ronde is. De support als toeschouwers mijn 120 nummer zien is geweldig en motiverend. En ja, het gaat nog steeds lekker. Ik ben zelf misschien wel het meest verbaasd, maar weet ook dat ondanks de verhuizing uit Amerika en nieuwe baan mijn basiskilometers, krachttraining en hoogtemeters gemaakt zijn.
Laatste keer terug het strand op. De kopgroep van de 60km komt me voorbij vliegen. Ik lijk wel stil te staan, die drie mannen hebben serieus geen last van de wind. Of het mulle zand. Wat een snelheid, respect jongens! Vervolgens ploeg ik verder. Starend naar mijn GPS horloge en hopend dat de rechte lijn daarop snel een haakse bocht naar rechts maakt, terug de duinen in. Maar nee, het duurt en duurt en duurt. Wat is dit stuk lang. Ik weet het zeker, veel langer dan op de heenweg….
En dan staat mijn hele familie daar! Op het einde van het laatste strand stuk. Wat een verrassing! Ik schud eindelijk het zand uit mijn schoenen, dat na 4 passages een aardige berg geworden is. En dan op naar de vuurtoren. Die wind, die wind. Voordeel is wel dat de weg nu bekend is. Rollend door de duinen haal ik nog een 120 loper in. Jammer voor hem, maar goed gevoel voor mij. En weer analyseer ik. Het gaat nog steeds lekker. De benen draaien als vanzelf, de kilometers tikken weg. Ik eet en drink goed, energie is goed, temperatuur is fantastisch. Ik geniet. En ren, nog steeds, lekker.
Daar is ie, de vuurtoren! En dat betekent, wind mee! EINDELIJK!
Nog 25 kilometer. Oei, dat is nog wel ver. Beentjes zijn er wel een beetje klaar mee. Ok, dan gewoon mentaal verder. Wind mee, dus doortikken. Eerst maar eens een mooie 100km tijd klokken, ergens in de lage 9 uur. Dan die laatste 20. Groepje 60km mannen sluipen achter me en haken aan. Zou andersom moeten toch, maar ik lijk hun tempomaker. Ook wel leuk eigenlijk. We lopen een tijdje samen, en het zorgt ervoor dat mijn tempo strak blijft. Gewoon blijven draaien. Ik denk aan de woorden van mijn eerste trainer, Ton van Hoesel, “tik tik tik”. En zo tik ik verder.
15km, laatste wisselpunt, en wat een (gezellige) herrie! Ze hebben daar ook nog niet veel 120km nummers voorbij zien komen, dus weer zijn de aanmoedigingen super stimulerend.
Ik ben er bijna. Ja, het wordt zwaar nu, maar ik neem het 5 bij 5. Post naar post. Bekertje water, bekertje cola. En zolang ik bij die 60km mannen loop zakt mijn tempo dus niet verder af. Nog 10. Ik haal nu 60km mannen in die wandelen. Jongens toch, kom op, we zijn er bijna. Even doorzetten nog. Ik lach om mijn eigen gedachten.
Ineens word ik super bang dat de tweede 120km dame me voorbij gaat komen net voor het einde. Ik heb geen idee wat mijn voorsprong is, maar vraag Gaetan elke twee minuten om achterom te kijken. Ik blijk uiteindelijk 45 minuten te hebben, maar het zorgt er wel voor dat ik in een goed tempo door blijf rennen.
Nog 4, nog 3, boem WIND! Waaaat? Nee, dat meen je niet. De laatste kilometers beuken we weer recht tegen de wind in. Niet eerlijk. Maar goed, nu zijn we er echt bijna. Ik heb niet dat hele stuk hard gerend om nu in te kakken. En ik hoor de speaker. Dus verstand op nul en doorlopen. Met een glimlach nu. Ik weet het, ik ga winnen. Ik loop de laatste meters met dezelfde pas als de eerste. Lekker tikken. Armen hoog over de finish in 11.21. Gegokt, en gewonnen. Wat een dag. Fantastisch!
Gefeliciteerd voor alle 120km finishers, wat een prestatie! De condities waren niet makkelijk! Bedankt aan de organisatie, de vrijwilligers op de posten, alle fietsers en de vliegende fotografen. Wat een fantastische ervaring! Over twee jaar weer?
Maartje Bastings
(maartje.bastings <> gmail.com)