‘De 120’

Matthew Arensman begeleidde Andy Roodenburg bij de 120 km van Texel: ‘En nu stop ik even voor een foto’, denk ik. ‘Dit is het perfecte plaatje! De net opgekomen zon boven het Wad, het bootje, de drooggevallen platen, prachtig!’.

‘En nu stop ik even voor een foto’, denk ik. ‘Dit is het perfecte plaatje! De net opgekomen zon boven het Wad, het bootje, de drooggevallen platen, prachtig!’.

Het is Tweede Paasdag 2017 en ik fiets achter ‘mijn’ loper Andy Roodenburg aan. Het is een oneven jaar en Pasen. Iedere ultraliefhebber weet dan dat het tijd is voor ‘De Hoogmis van het Nederlandse ultralopen’.

De Zestig van Texel.

Om de twee jaar wordt Texel overspoeld door honderden ultralopers waarvan het gros start op De Zestig. Een klein select gezelschap, een soort crème de la crème van de ultraloperij in Nederland en België, weet de strenge normen te halen voor (het bijnummer) ‘De 120’. Een dubbel rondje Texel, ontsproten aan het brein van de grondlegger van de Nederlandse ultraloperij, wijlen Jan Knippenberg.

De Zestig is samen met de in de even jaren georganiseerde (tenminste, vorig jaar werd de laatste gehouden, hoe is het volgend jaar? Komt er wellicht toch nog een editie?) Jan Knippenberg Memorial het hoogtepunt van de Nederlandse langloperij. Beiden zware natuurlopen waarbij het strand een belangrijke rol speelt.

In 2011 was De Zestig mijn allereerste ultraloop. In 2013 was het mijn, tot nu toe, laatste vlakke ultraloop. En naar mijn mening één van de twee beste prestaties van mezelf in vlakke wedstrijden.

Na die Zestig van 2013 volgde trails. Langer, hoger en vooral verder van huis. Het vlakke lopen verdween naar de achtergrond en toen ik begin dit jaar even dacht dat het misschien toch wel leuk zou zijn om aan De Zestig mee te doen was ik al snel genezen. Niet meer mijn ding. Geef mij de afwisseling en dynamiek van de trails maar en niet meer het gediesel over vlakke paden.

Maar Texel met Pasen was wel de bestemming en het tijdstip waarop onze eerste vakantie met zoon Sep gepland stond. En als ik er dan toch ben, dan kan ik me toch maar beter nuttig maken toch? En mezelf onderdompelen in de unieke sfeer die bij dit soort wedstrijden hangt.

Ik neem contact op met Henri Thunnissen die me doorverwijst naar Martien Baars. Heren die al jarenlang het voortouw nemen in de organisatie van diverse ultralopen en daar best weleens wat extra aandacht voor mogen krijgen.

Martien coördineert de fietsers voor de 120-lopers en ik zie mezelf al in het donker naast zo’n loper fietsen. Die starten immers zes uren voor De Zestig op de wielerbaan van Den Burg om hun eerste ronde tegen de klok (en richting van De Zestig) in en deels in het donker af te leggen. Slechts een loper of 30 verschijnen er iedere editie weer aan de start. Voor hun worden dan ook geen verzorgingsposten opgetuigd, maar zij krijgen een persoonlijke fietser mee. Die hun voorziet van drank en eten en ze op de route houdt.

Ik spreek mijn voorkeur uit om Andy Roodenburg te begeleiden. Ik ken Andy uit ‘het wereldje’ en in december liepen we tijdens de Sparkmarathon in Spijkenisse nog bijna de hele marathon samen. En het klikt wel tussen ons. Als ik dan toch vroeg op ga en uren een loper ga begeleiden mag het ook wel een beetje gezellig zijn. Iets wat bij Andy gegarandeerd zo is.

En zo sta ik bepakt en bezakt met meerdere lagen kleding aan in een zacht regentje te wachten aan het eind van de wielerbaan van Den Burg in de vroege ochtend van Tweede Paasdag 2017. Andy is, net zoals de 31 andere gestarte lopers, bezig aan zijn twee rondjes wielerbaan en dan gaan we echt op pad.

Het is een speciaal sfeertje vooraf in het Stay Okay en ook tijdens de eerste uren in het donker. Het is zoeken. Zoeken naar een ritme, een passend tempo en voor mijn naar de wijze van begeleiding. We hebben niet echt afspraken gemaakt over drank en voeding dus ik pols Andy nog maar eens wanneer hij wat nodig denkt te hebben en dat hij het vooral zelf aan moet geven als ik iets voor hem kan doen. Hij leidt de dans, ik volg.

Ik keuvel wat met de fietsers van Edwin Otto en Arjan van den Berg. Edwin wordt begeleid door een dame van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Zij doen een onderzoek naar het eet- en drinkgedrag van ultralopers tijdens de wedstrijd en doen verder onderzoek naar darmschade aangericht door de inspanning. Aandachtig volgt de onderzoekster de verrichtingen van Edwin en noteert haarscherp zijn eet- en drinkgedrag. Benieuwd wat dit op gaat leveren!

Zo ergens op de ‘Vlielandboulevard’ richting het 25 km punt bij De Cocksdorp gaat de zon uitbundig schijnen. Het Wad wordt prachtig verlicht en ik schiet een plaatje.

Ook op dat moment verschijnen de eerste haarscheuren in de tocht naar de finish voor Andy. Hij spreekt zijn twijfel uit over het (iets) te hoge tempo waartoe hij zichzelf in de eerste fase van de wedstrijd heeft laten verleiden en benadrukt nog maar eens de verschillen tussen zijn voorbereiding naar deze ‘120’ en die van 2013 en 2015 die hij succesvol wist te finishen.

Hij twijfelt en die twijfel groeit net zoals de kilometers alleen maar meer. De Nederlands Kampioen 24 uur van 2014 heeft een rotperiode achter de rug. Eigenlijk na het uitstappen in de 24 uur van Steenbergen in 2015 is het alleen maar ellende voor de man geweest. Met als absoluut dieptepunt zijn ziekenhuisopname in het voorjaar van 2016 met astma en longklachten. Andy was ziek, behoorlijk ziek en het feit dat hij hier start op de ‘120’ verdient eigenlijk al alle lof.

Als we De Cocksdorp achter ons laten gaat de koude en toch al vrij harde noordoostenwind in de rug blazen. Het ochtendlicht is zacht, de temperatuur wordt aangenamer en het glooiende fietspad naar De Slufter loopt door een prachtige omgeving. Dit is waarom ik hier als fietser ben en ik geniet van de entourage en van het extreem vlakke tempo van Andy.

Andy zou wel een Zwitser kunnen zijn die een uurwerk waar het land bekent om staat heeft ingeslikt. Vlak lopen is door hem uitgevonden en heeft hem onder andere naar die Nederlandse titel in 2014 geleid.

De wedstrijdmentaliteit van toen zit nog steeds in zijn systeem. Ziekbed of niet, Andy denkt en meet min of meer nog met de normen van voor de rotperiode. Bij deze ‘120’ doet dat hem echter niet goed en het eerste stuk strand doet verder afbreuk aan zijn weerbaarheid. Waar normaliter dit stuk er acceptabel bij ligt is het nu zacht en zwaar.

De haarscheurtjes worden groter en groter…

Op het tussenstuk in ‘De Dennen’ van het eerste stuk naar het tweede stuk strand spreekt hij de twijfel nog meer uit en dan plots staan we stil.

De rechterkuit! Weer die rechterkuit! Kramp, te enthousiast geweest op het strand en weer die twijfel.

De kramp zakt gelukkig weg en Andy gaat het tweede stuk strand op. Zij het met lood in de schoenen. De Hors is namelijk een on-Nederlandse woestijn van mul zand die er altijd zwaar bij ligt. Ook nu weer.

Als blijkt dat op de Hors een aantal lopers finaal de route hebben gemist en het wachten op Andy alleen maar langer en langer duurt denk ik dat Andy de handschoen al heeft geworpen.

Op datzelfde moment komt organisator Henri Thunnissen de Hors afgelopen. Hij had de route op De Hors extra gemarkeerd. Hij zag een aantal lopers verkeerd gaan. Op de tracker was te zien dat ze weer op de route terechtkwamen. Op mijn vraag of hij Andy heeft gezien antwoord hij negatief en hij verwijst me naar de tracker door. Die echter 20 meter verderop in mijn fietstas zit, dat gaat dus niet werken…

Gelukkig komt kort daarop Andy, via juiste route, van het strand af. Zijn lichaamstaal zegt genoeg en nog voor dat ik iets kan vragen is het duidelijk. ‘Het is over’ roept hij me toe en ik weet eigenlijk niet meer wat ik ermee aan moet.

Het tempo is er volledig uit en keren binnen de zes uur en voor de start van De Zestig zit er niet meer in. Ook dat nog. Ben je er, als Andy zijnde, al helemaal klaar mee wordt je ook nog eens bijna platgelopen door honderden deelnemers aan De Zestig die al hun trainingen en opgebouwde energie los mogen laten op de stukken strand met de, inmiddels wat gedraaide, harde noordenwind. Ik ga maar voor hem fietsen en hoop dat de lopers door mijn geroep en armgebaren op tijd aan de kant gaan.

‘Succes!’. ‘Ziet er nog goed uit!’ ‘Hou vol!’. Het is allemaal goed bedoeld, maar ik ervaar het vooral als zout in de wonden van Andy.

Bij het keerpunt staan zijn vrouw en kinderen en wordt het startnummer ingeleverd. ‘Deze 120 was toch echt 2 of 3 maten te groot voor me vandaag’ was de conclusie van Andy. Een overduidelijke conclusie die ik helaas stapje voor stapje en onafwendbaar dichterbij zag komen…

Ik had hem zoveel meer gegund! Zeker naar alle ellende van de laatste jaren.

Aan de andere kant; die ‘120’ is er over twee jaar weer. Nog twee jaar Andy om verder te bouwen naar je oude vorm.

En als je dan besluit dat dat tweede rondje er echt moet komen zal ik zorgen dat ik op de fiets naast je zit!

Matthew Arensman

NB. Matthew heeft een eigen website: http://www.runcyclewrite.nl/de-120.html