BELFAST

Nitish Zuidema: “Ik rende bij mijn debuut in de 24 uursloop in Keulen 177 km en ik won er zelfs een beker. Toen al liep ik snel in de laatste uren. Mijn ouders begrepen dat hier mijn passie lag en ze hebben me volledig ondersteund.”

In het weekend van 1 en 2 juli heb ik deelgenomen aan het WK 24 uur te Belfast. Ik ben onderdeel van de Nederlandse ploeg die bestaat uit 7 man 3 vrouw aangevuld met de begeleiders Lennart Berkman, Bert Wildervanck, Jan Pieter de Vries en Karin de Vries. Verder waren Tobias Lundgren en Marco Groot ook meegekomen als extra inspiratie. Het team is veel groter dan 8 jaar gelee in Bergamo toen de complete Nederlandse delegatie uit liefst 2 personen bestond: ik en mijn moeder Nel Zuidema.

12 dagen voor de start kreeg ik een zeer zware tijding te verwerking. Mijn vader Roel Zuidema is op 77 jarige leeftijd overleden. Het heeft mijn gemoed en mijn laatste voorbereiding op dit WK danig beïnvloed.
Dit brengt me op het thema van mijn verslag: Terugblikken.
Veel momenten uit ons leven zijn aan me voorbijgegaan.
Roel is geboren in 1939 in Yogyakarta. Hij heeft tot 1951 in Indonesië gewoond. Zijn herinneringen aan het land en de taal zijn hem altijd te na geweest.
Zijn enthousiasme heeft ook bij mij, bij mijn broer en bij mijn zus onze voorliefde voor dat land doen ontwaken. En alle drie hebben we een fascinatie voor Azië.

Mijn ouders hebben me altijd mijn gang laten gaan en me waar nodig ondersteund. Ook toen ik ben gaan mediteren bij het Sri Chinmoy Center. Waar ik ook geïnspireerd werd tot het ultralopen. En helemaal toen ik me in 1999 zomaar heb ingeschreven voor onze 24 uursloop in Keulen. Ik rende 177 km en ik won er zelfs een beker. Toen al liep ik snel in de laatste uren. Mijn ouders begrepen dat hier mijn passie lag en ze hebben me volledig ondersteund. Ook toen ik me in 2000 volledig over de kop heb gelopen met een zware shin splint tot gevolg aangevuld met rare wonden aan mijn been (de broekspijp bleek te klemmen). Ik was veels te vroeg met de 48 uur begonnen. Roel had er uiteraard zijn gedachten over, maar hij heeft me verder gewoon laten doorlopen. Met eigenwijsheid, doorzetting en innerlijke kracht heb ik me in 2001 weer op de 24 uur gericht. En zowaar liep ik, opnieuw in Keulen, opeens 207 km. Deze editie werd gewonnen door de Hongaarse Edit Berces. Zij debuteerde op de 24 uur en ze zal een jaar later wereldkampioen worden.

Gaan we naar de Wereldkampioenschappen in Noord Ierland. Qua training zijn de laatste 2 maanden voor de wedstrijd de meest intensieve. Dit is tevens de periode dat mijn pa op de IC heeft gelegen na een ingrijpende operatie aan de slokdarm. Ik was in deze tijd steeds aan het pendelen tussen het lopen en een bezoek aan het UMC Utrecht. Roel wist de ganse tijd wat er gaande was en dat ik in training was voor het WK in Belfast. Met de toestemming van Roel en moeder Nel heb ik op 14 mei dit jaar deelgenomen aan de Sri Chinmoy 12 uur in Bazel. Waar ik opeens een PR liep met 117.6 km. (mijn eerste PR sinds 2012) En met de toestemming en waardering van mijn beide ouders heb ik begin juni mijn vlucht naar Belfast geboekt met een aanvulling van een paar dagen in Connemara. Er kon in geval van overmacht altijd worden gecanceld of een vroegere vlucht worden teruggeboekt.

De sportieve voorbereiding voor Belfast ging juist opvallend goed. Naast Bazel is op Texel de 120 km uitgelopen. En heb ik op 10 juni een nachtloop gedaan van Workum naar Urk. Een adembenemende, krankzinnige maar ook relaxte tocht van 77 km in mijn uppie van 22 uur tot 9 uur. Met een meditatie-pauze zowel bij zonsondergang als bij zonsopgang boven het IJsselmeer.
Eén dag voor het overlijden van Roel heb ik toevallig nog een marathon in Amersfoort gelopen. Met 27 graden en weinig schaduw een perfecte Spartathlon-training. Ik hoef niet te vertellen dat ik op de begrafenis de marathon compleet was vergeten. Tot een oom mij aansprak: “Hoe is je marathon gegaan?”
Ik zeg:”Prima, maar hoe wist je dat ik een marathon heb gelopen?”
“Dat heeft Roel me verteld” (mijn oom was op die dag nog op bezoek geweest)
Dit is één van de laatste tekenen van leven van mijn pa geweest

De dagen voor Belfast heb ik minder geslapen dan gewild. Door de omstandigheden, maar ook vanwege de hitte in NL. Gelukkig is het op de Campus waar we werden ondergebracht wel gelukt. De organisatie heeft veel werk gestoken in het geheel en de mensen zijn heel vriendelijk. (zoals ik op heel Ierland heb mogen ervaren). Helaas zijn er een aantal dingen minder goed verlopen. De wachtrij van 40 minuten voor het ontbijt op de dag van de loop en de kleine tapas-achtige maaltijd op de avond na de loop. Dat vind ik veel vervelender dan dat de techniek het laat afweten en dat je nergens ziet staan hoeveel km (of rondjes) je hebt gelopen.

Ik heb dezelfde verzorger als in Albi. Bert Wildervanck. Hij had me daar al heel goed geholpen, toen ik verkouden aan de start stond en toch nog tot 202 km kwam. We zijn goed op elkaar ingespeeld. Ik geef iedere ronde aan wat ik wil hebben in de volgende ronde. En dan is het er. Vanuit huis is een thermosfles meegenomen. Daarin is warm water voor thee en soep. Verder veel zoutjes, fruit, gember, wat trailmix.

Ik herinner me het WK van 2013 in Steenbergen. Daar liepen we nog in het oranje. Ik haalde 207 km met veel km in de laatste uren. Dit onder het oog van mijn vader en moeder en broer die langs de kant zaten. Helaas kon mijn zus niet komen. Mijn familie heeft van het hele evenement genoten. Inclusief de openingsparade en de prijsuitreiking. Nog steeds ben ik heel blij mijn familie het geheel van een 24 uur te hebben laten zien.

Van coach Ann Zonneveld heb ik de opdracht gekregen om alle tenen in te tapen. Door het warme weer in Nederland zijn mijn voeten bijna uitgedroogd en dat kan tot blaren leiden. Dit heb ik keurig uitgevoerd en gelukkig zijn de blaren ook keurig weggebleven.

In Belfast is het weer wat koeler. 17 graden overdag en 11 ’s nachts. Zaterdagmiddag motregen.
De loop begint zaterdag om 12 uur, noon. Op zich vind ik het een fijn tijdstip. Het is een tijdstip waarop ik vaak op een 24 uur ben gestart. Kan je ’s ochtends nog rustig uitslapen en naar de start gaan. En als het op de volgende dag licht wordt, heb je nog een aantal uur over om aan te zetten. In de vorige kampioenschappen, Turijn en Albi, was het om 10 uur en werd het om 7 uur licht. Te kort tijd om nog wat aan te zetten.
Ik heb tevoren aangekondigd hoeveel km ik na 6, 12 en 18 uur hoop te hebben, resp. 55, 107 en 157 km. (staat ook op Ultraned) Om dan in de laatste uren te zien hoeveel ik nog over heb. Maar net als alle andere 24 uurs loopt het toch weer iets anders. Dat is juist weer het uitdagende aan de 24 uur.

Om 12 uur gaan we met 400 lopers van start. 300 voor het Wereldkampioenschap en 100 voor de open race. Door de koele temperaturen loop je al gauw veels te snel. 10 km/uur. Toch zat ik ver achter in het veld. Gelukkig kwam er na 4 uur zowaar een buitje. Ik had hierop moeten anticiperen, maar ik had de plastic regenponcho niet gelijk voorhanden. (ik had zoiets lichts zelfs in mijn broekzak kunnen meenemen!) Het zwarte regenjack van onze outfit is helaas te warm. Gelukkig is de bui gelijk weg en begint het zelfs op te klaren. Er komt een lekker licht zonnetje door. Door de bui is mijn tempo wat gezakt. Gelukkig maar. Na 6 uur lopen heb ik 57 km, nog steeds 2 meer dan gepland. Velen gaan me voor. De eerste uren zijn er om mezelf in te houden en ervoor zorg te dragen dat ik me fris blijf voelen.

Na 6 uur komt de volgende fase in de 24 uur. Een aantal lopers moeten helaas gaan wandelen. Ik ga vertragen door iedere ronde ook een stukje te wandelen; ongeveer 300 meter na de algemene verzorgingspost. Ik wandel langs de verzorgers van de recreatieve lopers in de open race. Het wandelen is om te herstellen en hoe langer ik fris kan blijven, des te beter. De rondes meten 1653 meter. Een mooie afstand, want met 400 lopers en zeg 200 mensen langs de kant ontstaat er een geweldige sfeer. De hele ronde is in een mooi groen park. Overal bomen of water. We lopen om een meer heen met in het midden een eilandje. Het water houden we steeds aan de linkerhand. Het mooiste parkoers van alle kampioenschappen die ik heb mogen meemaken. Met 5 rondjes per uur zit je op 8,25 km/uur. Maar ik loop eerst nog 5 ½ ronde per uur. Zodra het donker wordt, vlakt het tempo af naar 5 rondes per uur. Na 12 uur heb ik 109 km. Ik ben nog nooit zo ver geweest halverwege een 24 uurtje.

Onderweg krijg ik aanmoedigingen uit de Nederlandse hoek. Bert reikt me keurig de bestelde soep, thee, gember, watermeloen, abrikozen, chips etc aan. Van de algemene verzorging pak ik gedroogd fruit, koekje, zoutje, water en als het er is pasta of aardappel.
Helaas moeten een aantal landgenoten vertragen. Endy gaat versnellen. Peter en onze dames gaan gewoon door. Dit geldt ook voor de lopers in de Belgische ploeg.
Omdat Belfast een stuk noordelijker ligt, is er nog altijd in een hoek licht. Die hoek wordt heel langzaam iets groter. We hebben inderdaad de mazzel dat er weinig bewolking staat, terwijl de temperatuur 10 graden blijft. Ik twijfel of ik me warmer moet kleden. Nee de korte broek blijft, maar moet ik lange mouwen aan? Hoewel er op 1 stukje een koude wind staat, kan ik gewoon verder kachelen met korte mouwen en onze beroemde zwarte singlet er overheen. Het mooie aan dit tempo is, dat als ik te hard ga, dan mag ik meer wandelen. En als ik te langzaam ga, ………. Mijn tempo wordt in wezen bepaald door de lengte van het wandelen.

Om 4 uur ’s morgens is het weer licht, nog maar 8 uur te gaan. Ik sta op 142 km. Met 8.5 km per uur heb ik 210 km. Inderdaad het aantal waar ik me op richt. De enige lopers uit de Benelux die nu nog rennen zijn Peter,Luc, Endy en ik. Jammer dat de anderen genoodzaakt zijn tot de wandelpas.
O ja. Sinds middernacht is het scorebord en zelfs de klok even defect. Mijn score wist ik aan de hand van mijn horloge en het feit dat ik steeds 5 rondes per uur liep. Toen ik rond middernacht mijn horloge moest opladen deed de klok het gelukkig wel. (ik ben nog steeds nieuwsgierig hoe Bert mijn horloge heeft opgeladen.)

Oeps ik heb 2x kort last van misselijkheid. Na een bordje pasta met een kop water. Komt naar mijn gevoel door het koude water. Anderen verdenken de pasta! Gelukkig is het gelijk over.
Na 18 uur sta ik op 159 km en na 18 uur 14 ½ minuut zijn de 100 mijlen binnen. PR
Ik meld mijn PR aan Bert en Lennart.
In 2010 zijn mijn ouders komen kijken hoe ik meeliep op de JKM. Vanuit verscheidene strandopgangen kwamen ze opdagen. Ik had toen 1 uur meer nodig voor deze 100 mijl.

Ik heb het gevoel weer harder te lopen. De rondetijden zakken, ondanks dat ik nog steeds hetzelfde stuk wandel. Ik herinner me Londen 2006. Hier heb ik mijn PR van 212.5 km gelopen toen in een negative split. Met een onwaarschijnlijk snelle laatste 6 uur. Door dit resultaat werd ik door Ed van Beek voor het eerst geselecteerd voor de Nederlandse ploeg. Mijn ouders waren super-enthousiast toen ze het hoorden.

Mijn voorsprong op Londen is nu nog ruim 2.5 km, maar als ik een PR wil lopen. Moet ik het tempo wat ik nu aan het lopen ben wel vasthouden. 9 km/uur.
Dit lukt in uur 19, uur 20. Ik begin er in te geloven. Maar 4 uur is nog steeds lang.
Er komt meer publiek kijken. En ook de zon breekt door. Ongelooflijk: zon in Noord Ierland.
Na 21 uur 186 km, na 22 uur 195 km, nog 1500 meter voorsprong op Londen.
De tussenstand wordt ook door Lennart vermeld. Omdat de tussenstanden blijven haperen was ik afhankelijk van mijn eigen waarneming, die gelukkig identiek is aan die van Lennart.
Na 22 uur en 33 minuten is ook op de 200 km een PR een feit. Doorgaan.
Het gaat goed. Ik word aangemoedigd door het Nederlandse kamp.
Mooi: de allerlaatste van de 129 gelopen rondes is de snelste: 1653 meter in 9 minuut 34.
En het is gelukt. Na 24 uur sta ik op 213.638 km een mooi nieuw PR. Een PR dat ik opdraag aan Roel.
In de eindstand ben ik nr 66 van de wereld. Nr 66 draagt zijn loop op aan zijn vader.
Hij weet dat hij in stilte met hem heeft meegeleefd.

Na afloop bleek ik 44 meter achter Luc de Jaeger te zijn geëindigd. Zeer tot hilariteit onder ons.
Luc heeft in de laatste uren ook veel km gemaakt. Moet ook wel gezien het feit dat ik hem in de laatste 6 uur niet ben tegengekomen. Maandagochtend heb ik Luc op de hoogte gebracht; hij wist zijn score niet eens.
Ik krijg het advies nog even te oefenen. En inderdaad: de Spartathlon komt er aan.
Maar serieus. De Spartathlon is natuurlijk een zware loop waar het veel warmer zal zijn. En als de maag het niet houdt, kan je snel uitvallen. Komt erbij dat mijn helper van toen ziek is.
Nee dat zal een lastige klus blijven.
Ik realiseer me absoluut dat een goede 24 uur helemaal geen garantie is tot …………. Mijn doel voor Griekenland zal uitlopen blijven, niet meer.

Later realiseerde ik me dat zowel mijn oude als mijn nieuwe PR in Groot Brittanië zijn gelopen. In 2006 in Londen en in 2017 in Belfast. Dit geeft me het gevoel dat ik in september 2018 op de Tooting-baan in Londen een poging moet wagen om mijn PR aan te scherpen.
Ik heb blijkbaar iets met Groot Brittanië. Please don’t exit too much!

Mijn moeder is heel content met deze 24 uur waar ze met ons heeft meegeleefd. Net als mijn vrienden van het Sri Chinmoy Marathon Team.
Ik weet zeker dat mijn vader heeft genoten hoe deze loop is gegaan; ik heb het hem in stilte verteld.

De uitslag staat op:
https://ultraned.org/n_item/f7099.php

Nitish Zuidema