Eiger Ultra Trail en Swiss Irontrail

Verslag van Hans Lems over de Eiger Ultra Trail van 101 km (start 15 juli) en de Swiss Irontrail van dit jaar 214 km (start 28 juli)

De Eiger 101 in Grindelwald; ik wilde hem lopen als laatste training voor de Swiss Iron 214 km. Maar ja, je moest natuurlijk tijdig inschrijven ivm de ongelofelijke populariteit van de Eiger. Eigenlijk vreemd, want het inschrijfgeld is belachelijk hoog en het verblijf in Grindelwald is ook niet goedkoop te noemen. Meer dan 50 euro voor een nachtje op de camping is gewoon en een pizza voor 20 euro is ook geen uitzondering. Gelukkig had ik de mogelijkheid om via een kennis een nummer over te nemen en na 20 Zwitserse Franken extra te hebben neergeteld voor het overzetten van je naam, kon ik starten op de 101. Je mocht natuurlijk niet onder een andere naam lopen. Het lukte mij om de verdere kosten in toom te houden door 5 nachten illegaal met mijn camper op een parkeerplaats bij een filiaal van Intersport te bivakkeren. Stak ik toch zo’n 250 euro in mijn zak. Toen ik op het punt stond om te vertrekken kwam de eigenaar van de zaak langs. Of ik wel toestemming had gevraagd voor deze prachtige camping. Gelukkig zonder al teveel gezeur en een eventuele boete kwam ik ongeschonden weg.

De trail konden we deze keer met goed weer lopen. Wat jaren terug werd het na 80 km baggerweer. De race werd ingekort en we moesten toen na de Kleine Scheidegg direct terug naar Grindelwald. Dit jaar kon ik de 2 lussen nabij de Eigergletsjer wel afleggen. Een magnifiek schouwspel, zeker tegen zonsondergang. Na iets minder dan 22 uur was ik binnen. Niet echt heel lastig gehad. Zeker de wat voor mij lastige afdalingen gingen vrij goed. Ook in het donker en dat vooral door mijn Lupine Pico headlight. Dat maakt echt een verschil!

Op weg naar Davos even een tussenstopje langs de Vierwaldstattersee. Ja, je vrouw wil ook wel eens iets leuks dan alleen maar bezwete traillopers aanmoedigen. Wat rust gepakt en daarna naar de Jacobshornbaan in Davos, waar je gelukkig vrij mag staan van de organisatie. Om de geringe belangstelling voor de Irontrail wat te tackelen heeft de organisatie dit jaar van de K 78 , de Swiss Alpine en de Irontrail één evenement gemaakt. De start is verplaatst naar het atletiekstadion; een grote verbetering.
Vorig jaar ben ik rond de 58 uur gefinisht op de lange afstand. Dat was dit jaar wederom mijn streven. Rustig beginnen en de race goed opbouwen. Maar helaas is het ene jaar het andere niet.
Na een” zeer gezellige” start ’s morgens om 4 uur vertrok ik als laatste uit Davos. De eerste 40 km ging prima. Richting Samedan liep ik met ene David uit de UK achterop. Een ervaren militair gewend aan lange duurprestaties. Na de verzorgingspost in Samedan voelde ik mij al niet meer geheel fit. Boven op 2.600 meter tijdens het tappen van water uit een rivier voelde ik mijzelf zelfs duizelig. Te weinig gedronken, te weinig zout ingenomen; zeg het maar! Weer verder met David; met z’n tweeën is het afzien beter te verdragen. De beklimming naar Pontresina, gevolgd door de beklimming naar de Malojapas. Steeds meer moeite met eten en drinken. De beklimming naar Bivio met een hoogst irritant technisch traject van 5 km is de druppel. Dit is echt de laatste keer voor mij in deze trail vloek ik, terwijl ik voor de zoveelste keer mijn nek breek over een rottige steen. Dat was voor mij na 125 km en 30 uur o.a. de reden om de handdoek in de ring te werpen. David probeerde mij nog over te halen om met hem verder te gaan naar Savognin. Maar ik had zelf de knoop al doorgehakt. Nog 90 km in deze toestand; niet echt verstandig.

De volgende dag heb ik David nog binnen zien komen. Fantastische vent. Hij was ever so proud. Volgend jaar weer David? No way, was het antwoord. Ik wel, volgend jaar waag ik weer een poging. De loopsfeer is zeer matig, de verzorgingsposten kunnen stukken beter, maar toch moet ik er weer starten. Waarom ??? Ik en de Irontrail; het is een soort haat – liefde verhouding, denk ik.

Na het uitstappen ben ik wat gaan uitslapen in de camper. Al gauw meldde zich een andere loper die met zijn camper vlak achter ons stond. Het bleek te gaan om Gert Mertens, de Belgische 100 km specialist, die met zijn VW bus van 30 jaar oud regelmatig in Davos te vinden is. Wat een verhalen kan die man vertellen. Wat een talentvolle loper. Hij was derde geworden op de 35 km en had een mooie prijs gepakt. We hebben heel wat ervaringen uitgewisseld. Hij zou nog een paar dagen blijven en daarna vertrekken richting Monschau voor de volgende wedstrijd. Tenminste, als zijn bus wilde starten. Maar eerst wilde hij nog een paar dagen genieten. Mooie kerel.

See you in La Roche.
Groet, Hans Lems
( Jlems < > xs4all.nl )