SPARTATHLON

Nitish Zuidema: “Ik hou van het lopen in het donker en ik geniet van de krekels die onvermoeibaar doorgaan. Hier zijn ook stukjes zandweg. Links van me ontwaar ik een groot verlicht dorp. Nog steeds weet ik niet welk dorp dat is…”

Ik ben in Griekenland geweest. Ik heb daar op 29 en 30 september de 246 km van Athene naar Sparta gelopen. De start is met zonsopgang, 7 uur, aan de voet van de Akropolis. En de finish is het aanraken van het standbeeld van Leonidas. De finish sluit de volgende dag met zonsondergang, 19 uur, dus 36 uur na de start.

In 2011 heb ik de Spartathlon uitgelopen. Vooral dankzij de steun van Susameepan zonder wie ik het anders niet had gered. Zowel Susameepan als ik vonden het een mooie ervaring en we hebben allebei de wens uitgesproken dit nogmaals te willen doen. Ik weet nog zijn enthousiasme toen ik hem mijn inschrijving heb aangekondigd. Helaas is Susameepan ziek en is hij niet in staat mij te ondersteunen. Begin september kwam ik er verder achter, dat het te laat is om nog een begeleider aan te melden; bleek ik al in mei te hebben moeten doen. Waarbij het me niet duidelijk is of ik mijn begeleider moet inschrijven incl. hotelovernachting. Wat onhandig is als deze in Athene woont. Het gevolg is dat ik de loop zonder begeleider moet volbrengen. Wat ik heb is mijn herinnering aan 2011. En het feit dat een aantal mensen innerlijk met me meelopen; Susameepan, mijn vader Roel, die in juni is overleden, en uiteraard Sri Chinmoy.

Op dinsdag 26 september vertrek ik naar Athene en slaap ik in een hotelletje vlakbij de Akropolis. Het is daar lawaaiig en stinkend warm. Gelukkig slaap ik de nachten daarna beter in het Emmantine hotel van de organisatie; die ligt aan zee. Al snel ontmoet ik de andere lopers en aanhang. We zullen onder elkaar een sterke band hebben. Woensdag is de dag om water en bananen voor de dropbags te kopen en donderdag is de dag om ze te vullen. 30 halve liters water die ik meng met wat ORS, himalaya-zout, magnesium-zout. Het vullen van de 27 dropbags neemt meer tijd in beslag dan gedacht. De volgende keer moet ik ook tape meenemen om ze te sluiten.

Er zijn 75 posten en op 27 daarvan laat ik een dropbag achter. Na afloop wordt het restant weer terugbezorgd. Ik heb al mijn spullen weer teruggekregen. Tijdens de loop weet ik op alle posten of ik daar wel of niet een dropbag heb liggen. Als dropbag gebruik ik de donkergroene Dilmah-tassen van mijn werk; duidelijk herkenbaar op de posten. De volgende keer kan ik met minder toe en er hoeft geen zout in het water op de posten die ik na middernacht aandoe. Een label op de fles is ook genoeg. Op 5 posten heb ik een schoon shirt, sok, plastic poncho, pleister, extra eten, evt een jack etc. Zelf stop ik geld, tissue, poncho en de tracker in mijn broekzak.
De tracker is een mooie uitvinding welke we te leen kregen van Stef Schuermans, organisator van de Legends trail. De Nederlandse en Belgische deelnemers en enkele gastlopers hebben met deze tracker gelopen. Hiermee kan het hele thuisland precies volgen waar we uithangen. Wat voor tempo we lopen en bij vermissing kunnen ze ons opsporen. Als alle 390 deelnemers met zo’n tracker lopen wordt het voor het thuisfront een chaos, omdat je niet diep genoeg kan inzoomen. Helaas is het ding groot, past het net in de broekzak, en kan het nergens aan vast kleven. Maar het apparaat heeft de toekomst. En het thuisfront vond het fantastisch om direct te kunnen zien, waar we op het traject van de 246 km lopen.

Vrijdagmorgen 4.30 gaat mijn wekker af. Ontbijt om 5.30 uur. Bus vertrekt om 6 uur. En om 6.30 uur staan we aan de voet van de Akropolis. Nog gauw de laatste dingetjes; teamfoto, we wensen elkaar succes. Even voor 7 uur worden we vanuit een drone gefilmd en dan om 7 uur de grote start. En rennen we omlaag naar de ochtendspits van Athene. Met het verkeer gaan 390 lopers in een steeds verder uitgestrekt lint op weg eerst naar de havenstad Piraeus. Na 9 km lopen we langs de snelweg; lelijkste stuk van de tocht. Ik ben benieuwd wat Pheidippides hiervan vindt als hij in deze tijd dat stukkie had moeten lopen. Gelukkig wordt het na 19 km veel en veel beter als we de afslag naar Elefsina mogen nemen en we langs de Egeïsche-zeekust lopen. In de zee zien we een gezonken 100 meter lange boot op zijn kant liggen; lag er in 2016 ook al!

Dit jaar is het weer ons zeer gunstig gezind. Met 23 graden cool weer, droog, maar wel harde wind. Ook cool. Hoe ik ook mijn best doe, hoe meer ik ga wandelen. Het tempo blijft 10 km/uur. Na 4 uur 16 sta ik in Megara op het marathonpunt. Sneller dan mijn vorige deelname. Ondanks een ander voornemen. Maar uit eerdere lopen weet ik dat het altijd anders gaat als dat je tevoren hebt geplant. In Megara staat een grote zee van auto’s langs de weg geparkeerd. Dit is dan ook de eerste plek dat de helpers de lopers mogen begeleiden. Toevallig staan de helpers van Eric Ariens precies naast deze post. Dit is mijn eerste shirtwissel en kijk ik of ik nog wat meer verrassingen in de dropbag heb gedaan. Het is eten, drinken en verder lopen.
Tussen km 55 en 70 staan de posten steeds op ruim 4 km afstand. Dat is ver op het gedeelte tot Korinthe, wat in een hoog tempo moet worden gelopen. Misschien dat juist hierdoor veel lopers juist hier in de problemen komen. Ik toen in 2011. En ook nu voel ik voor het eerst de maag. Maar ik kan blijven rennen en het mag langzamer. Ik kom met 3 Engelsen te lopen. We praten over het Sri Chinmoy Marathon Team. De 24 uur in Tooting Bec, Londen, waar zij, en ik ook, met veel plezier hebben gelopen. En we hebben het over de winkel “Run and Become” in Londen

Na 8 uur en 35 minuten steek ik het Kanaal van Korinthe over, 80 km. Ik ben nr 253. Deel 1 (van de 3) van de Spartathlon zit er op. Doorlopen overdag is gedaan. Zaak is hier te eten, drinken (veel sinas). Ik word geholpen door Daan en Caroline Van der Veldt. Terwijl ik hier zit, zie ik Wilma, Tom en Arjan voorbij komen. Na Korinthe ga ik eerst een stuk wandelen om het eten te verteren. Ik zit nog steeds ver voor op schema. Hier word ik gepasseerd door Ryan Cooper. Ryan komt uit Colorado en hij woont in Arnhem voor 2 jaar. Zijn vrouw Lori en hun 2 kinderen zijn dan niet ver weg. Als ik weer ren kom ik Ryan weer tegen en we praten gezamenlijk een stukje. Volgend dorp is Ancient Korinthe. Hele mooie opgravingen die ik toen niet heb kunnen bewonderen, maar nu wel.

Na 11 uur en 35 minuten passeren Ryan en ik het 100 km punt. Op de volgende post heb ik een grotere dropbag met shirtwissel, verlichting en reflecterende sokken. Hier staan veel kinderen die een handtekening willen hebben. Niet zo handig, want je wil niet stil staan. Verderop zijn de kinderen slimmer; ze rennen mee. Onderweg kom ik Alex Michiels tegen. We praten wat en gaan ons eigen tempo verder. Nu wordt het donker. Volgens mij is dit het mooiste stuk van de loop. Dunner bevolkt. Alleen jammer dat je er niets van ziet. Wel hoor je continu het getsjirp der krekels. Mooi en rustgevend.

Verderop word ik ingehaald door de camper van Eric. Met aanmoediging. Vlak voor Nemea kom ik Arjan van der Berg tegen. Hij moet omhoog wandelen en kan verder rennen. Na 123 km is (Ancient) Nemea het volgende punt op de route. Half-way. Naast de verzorgingspost staat een kerkje. Het blijkt dat hier John Foden wordt herdacht, 1927-2017. Hij was in 1982 de eerste organisator van de Spartathlon en hij heeft lang de organisatie op zich genomen. Op deze post tref ik de familie van Tom Van de Veldt. Tom is misselijk en moet pauze maken. Van Daan hoor ik waar de andere Nederlanders zitten. Wilma 6 km voor, Giel 11 km. Frank van der Gulik en Eric Ariens 10 km achter ons. Ik zit 1 uur 40 voor de cut-off. Ik voel me goed, een klein beetje misselijk.

Ik ga verder. Ik hou van het lopen in het donker en ik geniet van de krekels die onvermoeibaar doorgaan. Hier zijn ook stukjes zandweg. Links van me ontwaar ik een groot verlicht dorp. Nog steeds weet ik niet welk dorp dat is, wij moeten juist meer naar rechts. Na 18 uur lopen land ik in het dorp Lyrkia, 145 km, 1 uur ‘s nachts. Dat is exact gelijk aan 2011. Nu kunnen we de 101 km naar de finish gaan aftellen. Op deze post heb ik een plastic tas met een jack en reserve-batterijen staan. Dat is veels te vroeg, want nu moet ik deze dingen handmatig verder dragen.

Even verderop begint het stijgen naar de Sangaspas. Eerst 500 meter in 8 km. Daarna 300 meter in 3 km over een geitenpaadje. Oohlalala het begint te regenen, miezerregen, precies hier. Ik pak de poncho uit de broekzak. Nog een mooi dorpje in de klim. Even verder sta ik op de post ‘Base of the Mountain, 159 km, 3.15 ’s nachts, koud”. Nr 203. Poncho uit, jack aan, poncho aan. Kop soep en klaar voor de klim. Naar de Sangas-pas waar de God Pan aan Pheidippides is verschenen. God Pan had goed nieuws: “De Goden staan op de hand van de Atheners”. De berg is ruim verlicht met led-lampjes en lichtpijlen. Onderweg staan er vrijwilligers van de lokale bergbeklimvereniging voor het geval dat …………… Maar het gaat goed en we komen boven. Het blijft regenen met koude wind. Omlaag zigzaggen via een vergelijkbaar geitenpad. Veel stenen, modderig en glibberig. Na een haarspeldbocht regen en wind tegen; na de volgende haarspeld weer alles mee. Gelukkig komen we beneden in een rustig bergdorpje. De post is een verademing. Kop thee en wat eten. Vanaf hier lopen we weer op asfalt. En de regen houdt ook op.

Op 172 km wacht de volgende grote dropbag. Na 22 uur en 40 min. lopen, 5.40 uur Op deze post wissel ik shirt, jack en ook de sokken en schoenen die vies zijn; souvenir van de Sangas-pas. Deel 2 en de nacht is voorbij, nu op naar de laatste fase en de nieuwe dag. Op weg naar Tegea krijg ik het te zwaar en moet ik toch overgeven. Gelukkig kan ik toch in hetzelfde tempo door. Ik loop ietsje voor op 2011.

Rond 9:15 uur begin ik aan de 49 km lange heuvelachtige provinciale weg naar Sparta. Ik ben nr 149. Hier begint het altijd warm te worden ook door weerkaatsing van de zonnestralen op het asfalt. De auto’s rijden hard, bovendien rijden ze ook naast de vluchtstrook. Laatste loodjes. In 2011 had ik het idee dat de weg voornamelijk omhoog loopt. Het is wel een mooie weg langs vele bossen en met mooie uitzichten. Nu gaat dit stuk veel soepeler. Ook omdat het minder warm is. Zelfs omhoog kan ik nog rennen. Ik haal hier veel lopers in.

Na 212 km de laatste shirtwissel en ik ga met frisse moed over het hoogste punt gevolgd door de lange afdaling naar Sparta, 700 meter lager gelegen. Op de posten vraag ik thee of soep. Meestal willen ze dat ik even ga zitten, wat lastig is, als je in zo’n flow bent en je een eindtijd kan lopen, die je hier nooit meer zal lopen. Wat me in deze Spartathlon vooral is opgevallen, is de hele lieve ontvangst van de vrijwilligers op alle posten. Zeker op het laatste stuk. Geweldig.

Ik passeer onderweg Steven Schenkels. En op de post 10 km voor de streep zie ik Peter Palmans zitten. Omdat ik me zo goed voel, ga ik liever alleen door. Sorry Peter. Beneden in Sparta worden we opgewacht door vele kinderen die klappen en een stukje meefietsen. Even achter mij blijkt een lokale Spartaan te lopen. Hij krijgt een erekolonne met veel auto’s en getoeter achter zich aan. Verkeer moet even wachten en omdat ik voor hem loop, loop ik in een lege straat. Eerst over de brug met veel foto’s uit de Spartathlon en daarna de bocht linksaf Sparta in. In de bocht de laatste post. In 2011 gooide ik hier per ongeluk de schaal met fruit op de grond (vermoeidheid); in 2017 ligt hier weinig fruit. En gelukkig heb ik mezelf ook beter onder controle. Ik loop door lege straten. Met achter me getoeter voor de lokale Spartaan.

In Sparta wordt de weg door marshals gewezen; ik weet dat ik 2x naar rechts moet. Gebeurd ook. En dan loop ik op de boulevard naar het standbeeld van Leonidas. Hier veel lawaai van de medelopers en hun helpers die aan de vele terrasjes zitten. Ik ontwaar ook Wilma en Tobias.
En na 32 uur en 34 minuten sta ik als nr 96 bij het standbeeld van Leonidas. PR dankzij het koele weer. Tobias, Wilma, Giel en Tom lopen de Spartathlon ook uit. Evenals Stefaan D’Espallier, Luc de Jaeger, Jan Spitael, Steven Schenkels, Peter Palmans en Joeri Schepers. Er zijn in totaal 265 uitlopers. Onder de finishers ook een Patriarch in zijn donker gewaad! En ook een blinde loper uit de VS. Topprestatie!!

Triomfantelijk tik ik de voeten van Leonidas aan. Daar ontvang ik van 2 dames een souvenir, ik word gekroond met een olijventak en ik mag drinken uit een kelk met water. En gelijk word ik weggeleid en worden de voeten in een koud water gezet. Ik blijk één blaar aan de zijkant te hebben, die wordt gelijk behandeld.
Daarna zie ik Jan en Stefaan zitten, ik ga bij ze zitten en we bespreken de tocht.
En dan naar het hotel welke op 200 meter afstand is. De organisatie wilde me per taxi brengen, bang voor ongelukken. Maar ik weet uit ervaring dat ik dat stukje wel kan lopen. Met plezier loop ik over die boulevard naar het hotel. Die avond dineer ik aan de boulevard en eet ik verderop een ijsje met Ryan en zijn familie. Hij is helaas uitgevallen. Daarna heb ik 10 uur geslapen.

De volgende dag hebben we met de burgemeester van Sparta in een restaurant vlakbij geluncht en zondagmiddag zijn we weer teruggegaan naar Athene. Een bustochtje van 4 uur, waarin ik nogmaals kan bekijken waar ik al die 32 uur en 34 minuten heb uitgehangen. Ik zit naast Arjan met wie ik de tocht bespreek, zijn uitvallen en ik laat hem mijn groeten aan Annemarie overbrengen.
Op maandag spreek ik Frank van der Gulik overdag. Hij is na een wandeltocht van 210 km uitgevallen, maar hij weet nu wat te doen. We blijken een vergelijkbare sportbeleving te hebben. Maandagavond is er nog een gala-avond met prijsuitreiking ergens in het centrum van Athene. En de dinsdag heb ik genomen om van de stad en de zon te genieten.

Ik heb de Spartathlon veel beter verteerd dan in 2011. Dat blaartje aan de finish. En de eerste 48 uur waren de voeten uitgezet en jeukten ze even gigantisch. En verder de gebruikelijke harde bovenbenen, die coach Ann Zonneveld weer heeft weggemasseerd.

De voorbereiding was niet makkelijk, maar met steun van het thuisfront; de lessen van Susameepan en het meelopen van mijn vader en Sri Chinmoy heb ik deze toch opnieuw mogen volbrengen.

Tweemaal is een mooi aantal, maar een oneven aantal is beter dan een even aantal. Daarom heb ik er graag een derde bij; dat staat bij mij hoger dan zo’n 100% score. Het beste kan ik me voor komend jaar weer aanmelden; ik moet toch de loting in. In geval van uitloten ga ik me lekker uitleven op die Sri Chinmoy 24 uur in Tooting Bec midden september.

Heel veel Foto’s, uitslag en informatie over de Spartathlon staat op de website!
http://www.spartathlon.gr/en

Nitish Zuidema