Het is zaterdagochtend 1 februari 02:00 uur. Groot Brittannië heeft 2 uur geleden de EU verlaten. Aan de overkant van de Noordzee, zit op een overdekt terras in Bergen aan Zee een vrouw te trillen als een junk die op haar portie heroïne wacht. Wat is hier aan de hand? Het is Renske die hier samen met ondergetekende een extra laagje kleding probeert aan te trekken. Zojuist zijn we het strand afgegaan om even te ontsnappen aan de alsmaar doorbeukende tegenwind.
Het is een jubileum editie (10x) en daarom heeft de organisatie 2 langere versies van deze loop aan het programma toegevoegd. Starten in Castricum en dan door de duinen naar Petten. Daar langs het strand tot de strandafslag Duinoord, iets voor Den Helder. Door naar het Wienerhof en vervolgens langs de dijk en het strand weer terug naar de Deining in Castricum. Daar heb je er dan 105km opzitten. Voor de liefhebbers is er dan nog een rondje van 25km door het duingebied tussen Castricum en Wijk aan Zee, om vervolgens langs het strand in noordelijk richting weer terug te komen bij de Deining.
Voordat we vertrekken wordt Renske nog even in het zonnetje gezet door de organisatie, omdat zij als enige alle 10 edities heeft meegedaan op de langste afstand en altijd is gefinisht.
Met een klein groepje vertrekken we om 12:00 uur uit de Deining. Met stevige wind in de rug lopen we in één ruk door naar de eerste verzorgingspost in Petten. Nou ja verzorgingspost. Een plastic zak met wat cola, water en snikkers aan een paaltje. Omdat we hier even halt houden en de wind hier volop grip op ons krijgt, beseffen we dat de wind een enorme chill factor heeft.
De route om op het strand te komen is niet helemaal duidelijk. We lopen nog een stukje door de duinen. Met een flinke klim komen we vervolgens alsnog op het strand. Daar komt net Eddy Bakker langs. Heel even lopen we met z’n drieën. Als een windjammer weet Renske hier de windkracht 7 optimaal te gebruiken. Langzaam maar zeker zeilt ze bij ons weg. Ik hoop dat ze weet waar ze het strand af moet en de weg door Den Helder naar het Wienerhof weet te vinden. Ik loop al babbelend met Eddy rustig door. Er loopt een ander loper voor ons en tergend langzaam weten we deze na een achtervolging van 20km vlak voor de strandafslag in te halen. Tevens worden we zelf ingehaald. Met z’n vieren lopen we weer enigszins beschut door de wind naar de verzorging in Den Helder. Daar tref ik Renske ook aan, ze heeft het dus weten te vinden.
Een alcohol vrij biertje en een bak soep. Wachten op de dropbags. De benodigde etenswaar overhevelen en de donkere nacht in. Het gevecht met de zuidwester kan beginnen. Vlak voor we de dijk opgaan begint Pluvius ook aan zijn werkzaamheden. In de beschutting van het laatste bouwwerk voor de dijk nog snel even de regenbroek er bij aan.
Op het strand is er nog voldoende ruimte om te lopen. Dit in tegenstelling tot de vorig legendarische storm DCURbN van 2015. Toen stond door springvloed en de extreme zuiderstorm de zee tot aan de duinen. Destijds werden we direct gedwongen om een weg door de duinen te zoeken. Nu dus gewoon over het strand. Hardlopen had weinig zin. Met al 60km in de benen zou verzuring te snel toeslaan. Dit gaat een lange wandeling worden.
Volgens mij is dit één van de mentale spelletjes waarop je bij het lopen van de DCURbN moet rekenen. Het afleggen van deze afstanden gaat lang duren. Veel langer dan je gewend bent. Na vele keren DCURbN zijn Renske en ik hier uitermate op ingesteld. Samen met de coulance die wordt toegepast op de cut off- en sluitingstijd ga je dus gewoon lekker buiten zijn en je ondertussen naar de finish voortbewegen. Don’t hurry, be happy.
De regen slaat ons horizontaal in het gezicht en langzaam aan wordt de onderkleding ook vochtig. Hier is geen regenkleding tegen bestand. We lopen als schaatsers met de handen op de rug, zodat de armen en handen uit de wind hangen en warm blijven.
In Petten horen we dat er al heel veel uitvallers zijn. Dit is doping die ik altijd graag tot me neem.
Van Petten tot Bergen aan zee is het enorm donker. Zo donker heb ik het nog niet eerder meegemaakt bij de DCURbN. Het is alsof de duinen verdwenen zijn. Normaal zie je nog wel de contouren, nu is er alleen maar zwart, zwart, zwart. Zelfs de branding is niet te zien. Alleen een wit strookje schuim van de uitrollende golven. Deze proberen een spelletje met me te spelen door af en toe veel verder door te rollen dan hun normale ritme. Daardoor moet ik zo nu en dan een klein kort sprintje trekken om de voeten droog te houden. Nou ja droog. Door de onophoudelijke regen zijn ze toch al behoorlijk vochtig.
De wind buldert ondertussen onafgebroken in mijn capuchon en alles kleppert dat het een lieve lust is. Praten met elkaar gaat nauwelijks. De wind pakt je woorden op en verpulvert deze voor ze het oor van je toehoorder bereiken.
Na de extra laag te hebben aangetrokken in Bergen aan zee zijn we tot het bot verkleumd. Er zit dan maar één ding op. Zorgen dat de core temperatuur weer op niveau komt. Dus van Bergen aan Zee tot Egmond maar een stuk gaan hardlopen. Dit kost veel kracht, maar je krijgt het er wel lekker behaaglijk van. Het is gestopt met regenen dus ook dat is in ons voordeel.
Om 04:00 uur zijn we in de Deining. We horen daar dat alleen Richard Dreijer aan het laatste rondje van 25km is begonnen. We vullen de motor nog even aan in de Deining, trekken een droge set hardloopkleding aan en gaan dan op pad om als één van de weinige deze DCURbN 130km te gaan finishen. Het rondje gaat grotendeels door een bosgebied en we lopen dus lekker uit de wind. Op het strand aangekomen in Wijk aan Zee is het nog 6km met de wind in de rug en het klusje is weer geklaard. A Je To.
Ernst Jan Vermeulen