Bram van der Bijl’s interesse in naakt langs de weg

Kunnen hardlopen, mollusken verzamelen en hoerenlopen met elkaar gecombineerd worden?

Hieronder de weergave van een artikeltje, dat ik onlangs voor een malacologisch tijdschrift heb geschreven.

KUNNEN HARDLOPEN, MOLLUSKEN VERZAMELEN EN HOERENLOPEN MET ELKAAR GECOMBINEERD WORDEN?

A.N. van der Bijl

Summary. Is it possible to combine running, snailhunting and visiting prostitutes?
While he was running on Friday the 31st August 2001 the author had to shit. While doing this he found a living specimen of the species Clausilia (Clausilia) bidentata bidentata (Ström, 1765) [Clausiliidae]. Until then this species was only known from one other locality within the Amsterdam-area. It is unknown, how the species got here. The location is about 4-500 meters from a public place for prostitution.

Al vele jaren loop ik met zekere regelmaat hard in het gebied tussen Halfweg, mijn woonplaats en het station Amsterdam-Sloterdijk. Niet het meest enerverende stukje Nederland, maar de fietspaden lenen zich prima voor hardlopen. Verder dan wat denken over malacologische zaken en het doen van zichtwaarnemingen van naaktslakken kom ik doorgaans niet. Stevig tafelen is een andere hobby van mij. Deze twee activiteiten laten zich niet altijd even goed met elkaar combineren en zo kon het gebeuren, dat ik tijdens een training op vrijdag 31 augustus 2001 na het passeren van de woning van de bekende Amsterdamse molluskenvorser, Rykel de Bruyne (zou er soms sprake zijn van een oorzakelijk verband?), last kreeg van opspelende darmen. Gelijk een hond heb ik een aantal vaste plekken voor een sanitaire stop. Eén daarvan was gelukkig dichtbij. Terwijl ik daar zo zat met mijn broek naar beneden viel mijn oog op een klein puntje in het gras. Het bleek het uiteinde te zijn van een levende Clausilia.

Rykel de Bruyne stelde nog diezelfde dag vast, dat het ging om een levend exemplaar van de Vale clausilia, Clausilia (Clausilia) bidentata bidentata (Ström, 1765) [Clausiliidae]. Een blik in het onlangs verschenen boek over de mollusken van Amsterdam leerde, dat deze soort tot nu toe slechts bekend was van de Oeverlanden (De Bruyne & Neckheim (red.), 2001: 55). De nieuwe vindplaats (Amersfoort – coördinaten 116-489) laat zich het beste omschrijven als een matig beheerde ruigte nabij een vaart langs de spoorlijn Amsterdam-Haarlem. Ik heb geen idee, hoe de soort hier terechtgekomen zou kunnen zijn.
Het is verder onbekend, in hoeverre er sprake is van predatie op faeces, van de mens (Homo sapiens) of van het konijn (Oryctolagus cuniculus).

Om tenslotte een antwoord te geven op de in de titel gestelde vraag: het antwoord luidt ‘ja’. Op ongeveer 4-500 meter van de vindplaats ligt een openbare tippelzone (openingstijden: dagelijks van 21.00 tot 3.00). Gezien de tijd van het jaar raad ik degenen, die een bezoek aan de openbare tippelzone willen combineren met hardlopen en/of het verzamelen van slakken aan een zaklantaarn mee te nemen.

Literatuur
De Bruyne, R. & T. Neckheim (red.), 2001. Van Nonnetje tot Tonnetje. De recente en fossiele weekdieren (slakken en schelpen) van Amsterdam. Haarlem. 207pp.

Adres van de auteur:
Bram van der Bijl, Burgemeester van Bruggenstraat 41, 1165 NV Halfweg
E-mail: anvdbijl@xs4all.nl

(redacteur verantwoordelijk voor plaatsing: Martien Baars – zijn er nog meer lezers die hun looptraining met zoölogische activiteiten combineren?)