Jan VDD over zijn overwinning in de 50km van Zolder

Winnaar Jan Vandendriessche doet verslag.

{u}{b}Een onverwachte meevaller na vier wisselvallige weken{eu}{eb}

Zolder moest voor mij normaal gezien mijn tweede lange wedstrijd van het seizoen worden.
Enkele kleine wedstrijdjes rond de jaarwisseling om de snelheid een beetje aan te scherpen en daarna de marathon van Apeldoorn als ‘testcase’ voor Zolder.
Het viel echter anders uit.
Na mijn corrida in Lombardsijde kreeg ik een zware verkoudheid : Eén week nauwelijks of niet kunnen trainen. De week erna liep ik terug vrijwel normaal een +170km week. De maandag voor Apeldoorn nog een 30.6km in ietsje boven de 1u57’ waarbij ik de tweede helft zeer gemakkelijk rond en boven de 16/u liep. Het gaf vertrouwen voor de marathon en zeker ook voor Zolder.
Twee dagen later : koorts !! Drie dagen door de koorts geveld…. Het kruipt in de kleren. Na twee dagen zonder koorts liep ik mijn eerste 15km, lopen ?? Het was kruipen !!! Ongelooflijk wat enkele dagen koorts kan veroorzaken. Op het einde van de week de halve marathon van Oostende meegelopen maar darm en maagproblemen verplichtten me om de strijd na 14-15km te staken en snel de duinen op te zoeken…. Diezelfde week had ik nog een duurloop van 40km afgehaspeld, zonder problemen weliswaar maar wel dik 10’ trager dan normaal en dat verontrustte me wel.

In Zolder hoopte ik dat de wedstrijd niet te snel zou starten. Mijn lichaam was zeker nog niet in staat om lang een iets te hoge verzuring te kunnen verdragen. Het meeste schrik had ik uiteraard van Lucien Taelman (vorig jaar hier toch 3u04), Philip Verdonck (vorig jaar 3u07), Paul Beckers (3u07) en Yvan Hostens die deze wedstrijd ook met stip had aangeduid.
Lucien was echter ‘out’ met een blessure. Daartegenover stond echter wel de deelname van de Duitser Schwerck en de Voerenaar Rafaël Brabants die in november nog de loodzware Olne-Spa-Olne op zijn naam had geschreven. Iemand die deze 65km wedstrijd weet te winnen kan zeker de 50km aan en zou met de ‘bultjes’ van het Terlaemen circuit nooit problemen kennen. Kwam daarbij dat ook hij door Henri Salavarda wordt begeleid en dat hij zeker voldoende tempo training zal gedaan hebben om hier geen mal figuur te slaan.

Weersomstandigheden : regenachtig (later in de wedstrijd zou het bij momenten serieus regenen) en erg veel wind. Het was soms werkelijk opbotsen tegen een muur.

In de eerste ronde keek ik toe hoe Yvan Hostens er onmiddellijk vandoor ging. Het ging weliswaar niet snel, maar niemand maakte aanstalten om mee te gaan. Ik had voor de wedstrijd nog tegen mijn vrouw gezegd dat ik tot km 30 zou wachten alvorens me te tonen, dus bleef ik mooi in het groepje zitten samen met Paul Beckers, Philip Verdonck, Wolfgang Schwerck, Rafaël Brabants en Renaat Moyson als voornaamste tegenstanders. Na de eerste ronde liep Yvan zowat 100m voor ons uit. Ik zag niks liever…. ook al… mocht het gat niet TE groot worden want vb. 2-3’ toelopen is ook niet zo vanzelfsprekend. Eventjes gepraat met Paul en Philip om de achterstand rustig op zowat 150m te houden, Yvan zou zo wel zijn krachten verspillen hoopte ik.
Philip ging echter iets te nadrukkelijk jacht maken op Yvan terwijl Paul en ik in de overnamebeurten het iets rustiger deden. Rafaël kwam echter nauwelijks of niet aan de leiding.
Het was zwaar lopen, vooral vanaf km 3 tot aan de aankomstlijn en dan tot ongeveer 1,2km, het was telkens alsof we op een enorme muur liepen, een muur van wind.
Bij het ingaan van de 5de ronde wordt Yvan gegrepen door nog steeds hetzelfde achtervolgende peloton. Rafaël moet na de bevoorrading een gat laten en krijgt het niet onmiddellijk dicht gelopen. Ik dacht “liever eentje minder dan eentje te veel” en trok gelijk het tempo wat op. In het stuk wind achter bleven Paul, Philip en ik het tempo onderhouden en het verbaasde me dat Yvan niet volgde. Hij liet integendeel een gat vallen van een dikke 10”. Rafael was al verder teruggeslagen en Renaat en Wolfgang liepen daar ergens tussenin.
Net voor de aanvang van lange klim naar de finish moest Philip de rol lossen. Ik zei nog tegen Paul dat hij zich wellicht liet uitzakken tot bij Yvan en dat ik dat niet zo graag zag. Gelukkig verstonden Paul en ikzelf elkaar vrij goed en werd er geen kopwerk geschuwd. In vorige wedstrijden hebben we elkaar ook al meermaals geholpen waar het kon, dus waarom tegen elkaar lopen als we er allebei baat bij hadden.
In elk geval was mijn actie heel wat vroeger dan gepland…. Te vroeg ???
De volgende ronde wachtte er ons echter een aangename verrassing : Philip kon niet meer mee met Yvan. Mijn berekening leerde me dat wij het me ons tweeën altijd gemakkelijker zouden hebben dan Yvan en Philip die alleen tegen de wind moesten inbeuken. De tegenstand daarachter vreesde ik al niet meer. Mijn taktiek van “verdeel en heers” was dus voorlopig wel gelukt.
Nu kwam het erop aan om zolang mogelijk met Paul te kunnen blijven samenlopen. Liever enkele seconden trager per ronde maar met zijn tweeën dan twee rondes te rap en daarna alles alleen moeten lopen. Na 19km hadden we ruim 30” op Yvan, één ronde verder was dat al tegen de minuut. En zo bleef de voorsprong maar stijgen. Onze eerste drie kilometers per ronde liepen we steevast rond de 3’47”/km om dan wat in te leveren in het lange stuk bergop en tegen de wind.

Paul moest echter ook na nog geen 30km de rol lossen. Nu stond ik er alleen voor. Hopen maar dat de voorsprong groot genoeg geworden was. Ik kreeg echter geen juiste tijdsverschillen door zodat ik nooit met een gerust hart verder kon lopen. Mijn tempo bleef echter onveranderd rond die 3’47” schommelen gedurende de eerste 3km/ronde in het lange stuk bergop met tegenwind moest ik nu wel ietsje meer inleveren… maar liever dit dan me kapot lopen.
Ik dacht aan mijn matige duurloop over 40km van vorige week, ik moest toch op mijn hoede blijven om geen spectaculaire terugval te krijgen.
Met nog 10km te lopen kreeg ik de eerste (en enige) betrouwbare melding van het tijdsverschil 3’20” op Yvan die ondertussen Paul had bijgebeend. Normaal gezien mocht ik dit niet meer uit handen geven. En dat deed ik ook niet meer. Niettegenstaande een tweede sanitaire stop kon ik mijn tempo vrijwel handhaven ook al viel dat de laatste 10km terug naar 3’55” voor de eerste 3km/ronde.

Het verschil met Yvan groeide uiteindelijk nog uit tot bijna 5’30” en dat met Paul was precies 10’.
Achteraf voelde ik me helemaal niet kapot en ook mijn spieren voelden nog vrij soepel aan, niks van stijfheid en dat leek me een goed teken.

Jan Vandendriessche