Verslag Binnenmaas Non-stop

UltraNed-redacteur Rob van den Hoek schrijft over zijn ervaringen tijdens deze nieuwe ultramarathon van 66,3 km waar niet alleen van de omgeving genoten kon worden maar ook van de erwtensoep en donuts.

Zaterdag 16 maart 2002 stond er weer een nieuwe ultraloop van 66,3 km op de kalender. De gecombineerde ultraloop/skeelerwedstrijd/estafetteloop werd georganiseerd door de Hoekse Waard Runners te Maasdam.

Om kwart over negen zaterdagochtend met een heerlijk zonnetje vertrok ik vanuit Breda richting Maasdam. Een ontspannen ritje van ruim een half uur met een korte onderbreking door de toltunnel bij ‘s-Gravendeel. Dat dit nog bestaat, een toltunnel. In Maasdam aangekomen rijd ik rechtstreeks naar de startplaats, de lokale Fordgarage. Het is een drukte van belang, naderhand blijken dat voornamelijk skeelers en estafettelopers te zijn. Er zijn maar 13 ultralopers die de moeite hebben genomen om naar Maasdam te reizen. Het is voor mij onbegrijpelijk dat er zo weinig lopers aanwezig zijn. De organisatie heeft er genoeg aan gedaan om deze wedstrijd te promoten. De bekende die-hards zitten al aan de koffie en het is weer een weerzien van oude bekenden. Ik haal snel mijn startnummer en t-shirt op en verplaats mijn auto naar de parkeerplaats in de buurt van de douches en maak me klaar voor de wedstrijd. Het vaste ritueel voor de wedstrijd begint: nog een paar slokken water, mijn tepels afplakken met leukoplast, mijn tenen insmeren met vaseline, sportkleding aantrekken en klaar is het ventje.

Het startschot is gevallen en we beginnen aan onze drie ronden van elk 22,1 kilometer. Als snel vormen er een paar groepjes, want om deze tocht alleen te ondernemen lijkt me erg ongezellig. We lopen in een rustige omgeving met een heerlijke voorjaarszon en genieten van de eerste kilometers. Op drukke punten wordt de weg door vrijwilligers vrij gehouden voor de lopers en skeelers. Ik heb na vandaag weer diep respect voor deze mensen, zonder deze vrijwilligers kunnen we dit soort kleinschalige wedstrijden wel vergeten. De tocht voert ons langs oude dijken met daarop typische dijkwoningen, enorme akkers met doorgeploegde dikke klei en wegen waar geen einde aan leek te komen. Na elf kilometer zien we de eerste verzorgingspost, elf kilometer blijkt wel erg lang te zijn met de brandende voorjaarszon. We worden aangenaam verrast op de verzorgingspost door de aanwezige dranken en snacks. Appelflappen, appelbeignets, donuts, appels en erwtensoep (!) moet de hongerige lopers bevredigen. Ook de dorstige loper komt aan zijn trekken met cola, cassis, sportdrank en natuurlijk water. Met een volle maag gaat de tocht weer verder en worden we spoedig ingehaald door estafettelopers die een half uur later vertrokken zijn.

Samen met Cees en Sjoerd beginnen we aan onze tweede grote ronde. Een flesje sportdrank zorgt voor nieuwe energie, dat kunnen we hard gebruiken. Wegen lijken steeds langer te worden. Nu maar zorgen dat de concentratie niet minder wordt en ik moet er op gaan letten dat ik zuinig blijf lopen. Af en toe trek ik mijn jas uit om mijn temperatuur te regelen. Aan het einde van de tweede ronde moet ik Cees en Sjoerd laten gaan en zit er niets anders op dan de laatste ronde alleen verder te gaan.

De laatste ronde is lang, erg lang. De meeste estafetteploegen zijn al klaar en je komt buiten een enkele fietser niemand meer tegen. Ik maak een praatje met twee vrijwilligers en ga even zitten en drink een flesje sportdrank wat me door deze twee heren wordt aangeboden. Ik maak even een grapje dat ik beter had kunnen gaan biljarten, bedank de heren en ga weer alleen op weg. {i}The loneliness of the longdistance runner{ei}. Helaas kan ik mijn tempo niet vast houden en moet ik af en toe wandelen. Het duurt alleen iets langer op deze manier. Ik voel er weinig voor om me helemaal in de vernieling te lopen. Voor de derde keer kom ik aan op de verzorgingpost en verwen mezelf met cola en twee donuts. Het is nu me nog steeds volkomen onduidelijk waarom ze cola-light hebben. Met een appeltje voor de dorst begin ik aan de laatste elf kilometer. Genietend van het mooie weer heb ik dit gedeelte afgelegd, ik moest even de aandacht verleggen. Uiteindelijk word ik zesde finisher in 6:18’47 en ben daar wel tevreden mee. Ik kamp al maanden met een slechte vorm en moet gewoon een paar stapjes terugnemen en niet te snel te veel willen. Ik zal ook een enkele zesuursloop moeten laten gaan voor een gewone marathon. In de showroom zitten Tom, André en Cees, de nummers 1, 2 en 3 van de wedstrijd. We praten nog even na en ik drink nog een paar gratis colaatjes en vertrek dan rustig naar de heerlijk warme douches.

De Binnenmaas non-stop was ook mede door het mooie weer een zeer prettige nieuwe wedstrijd en is een echte aanrader. Het is te hopen dat hier de volgende keer iets meer lopers op af komen. 13 starters en 7 finishers is toch wel een beetje weinig voor een wedstrijd met een perfecte organisatie in een mooie omgeving.

Rob van den Hoek – UltraNed
robvandenhoek@wanadoo.nl