Patrick Kloek in de 48u van Brno

Wat een ultraloper lijden kan …

World Cup 48 uur Nonstop Indoor BRNO (Tsjechië)
(onofficieel Wereldkampioenschap)
Op Vrijdag 22 maart wordt in het Tsjechische stadje Brno een race over 48 uur georganiseerd. Daar het mijn eerste maal is dat ik zulke extreem lange wedstrijd ga lopen ben ik nog wat voorzichtig. Ik ben echter in gezelschap van een ervaren man. Paul Beckers, regerend Europees kampioen 24 uurloop en wereldrecordhouder over deze 48 uur op de weg. Ook hij vindt dit andere koek. We arriveren ruim drie dagen voor de wedstrijd in de stad en verkennen deze in die tijd. Verder besteden we aandacht aan het voedsel die we dienen te bereiden om zoveel mogelijk brandstof te hebben voor de wedstrijd. Ons is er wel op gewezen dat er een kookploeg aanwezig is maar lopers hebben toch zo hun eigen gewoontes en eten bij zich. Dan op de laatste avond voor de wedstrijd is er een bijeenkomst in ons hotel, de organisatie en de atleten zitten samen rond de tafel te eten. Het heeft iets van een laatste avondmaal… Vierendertig atleten tel ik snel, waaronder vier vrouwen. Na het maal snel slapen want de volgende dagen komt er niet veel van.
De volgende ochtend zijn we reeds vroeg de veren uit en om acht uur worden we naar de start gebracht. Een ronde koepel met daarin een parcours van 250 m lang. Een cirkelvormige ring van puur betonnen ondergrond met om de tien meter een witte pilaar. Het is er nu nog koud maar eens in beweging gaat het nog wel. We haasten ons naar de tafels en kiezen de laatste twee voor ons uit en installeren zorgvuldig de voeding. Sommige deelnemers delen de tafels met drie omdat ze te weinig bij hebben en rekenen zo op de organisatie. Nu kunnen we de andere deelnemers wat taxeren. Vooral Oostblokkers zoals Tsjechen, Polen, Slovenen, Hongaren en Russen. Verder zijn er 1 Zweed, 1 Joegogoslaaf, twee Duitsers, 1 Oostenrijker en twee Belgen.
De start wordt gegeven en ieder kiest zijn eigen tempo. Ik hou het op een kleine 9,5 km/uur terwijl Paul weggaat tegen 10 gemiddeld. Meteen neemt de Rus Abzazlilov de leiding en loopt tegen 15 km/u. Veel te hard vindt ook Paul. Hij loopt zo op een 13e plaats terwijl ik me rond de 25e plek begeef. Rustig lopen we ons tempo, rondje na rondje terwijl ik me opwerk tot de 17de positie. We zijn dan ruim zeven uur onderweg. Paul ligt nu derde. Hij is in strijd gewikkeld met de Rus en de Tsjech Dvoracek, terwijl achter hem de Russische Reutovich zich 5e heeft genesteld. Om de vier uur wordt er gewisseld van looprichting en dat baart ons in het begin wat last maar gaandeweg lukt het ons toch nog ons te concentreren. Ik strijd nog steeds met de Rus Falkov, de Pool Pospisil en Sipos, de Hongaar. Deze laatste is de eerste die er af moet. Hij verdwijnt uit de wedstrijd na ruim 19 uur koers. Hij haalt nog 139,5 km. Ook rond dit punt heb ik het moeilijk en ga over in snelwandelen. De Rus en de Pool lopen van me weg maar gaan geregeld slapen zodat ik steeds in de buurt blijf. Paul is echter doorgestoten naar de eerste plaats en heeft enkel nog te vrezen van Dvoracek. Abzalilov krijgt zijn te verwachten klop en kan het tempo niet meer aan. Paul loopt als eerste de grens van de 200 km voorbij (19,56.59 u). Zienderogen heeft hij een gat geslagen met Dvoracek en Reutovich, die nu tweede en derde zijn. De eerste dag sluiten Paul en ik af met respectievelijk 233 km en 161 km (voor mij amper 4 km minder dan mijn besttijd in Welden). Dan krijg ik het ook moeilijk, na 28 uur wedstrijd kan ik mijn knie niet meer plooien en schuif met de rechtervoet over de grond. Ik moet verdergaan op wandelen en haal nauwelijks 3,5 km/uur aan. Ik ga even een kwartiertje rusten. Het kwartiertje doet me goed en ik hou het nu enkel op wandelen. Tegen een 5 km/uur schuifel ik over het parcours. De voet nog steeds over de grond. Paul heeft het ook moeilijk en gaat na 32 uur wedstrijd slapen. Hij heeft een voorsprong van ruim 8 km. Na een uur komt hij terug en merkt dat hij tot zijn vreugde de leiding nog heeft. Dan breekt voor mij weer het noodlot toe, twee bloedblaren die ik maar openprik. Het bloed spuit eruit, gelukkig is er water bij zodat het wel weer gaat. Op het moment dat ik weer op de baan verschijn verlaat Paul even de race om voor de vijfde maal naar het toilet te gaan. Hierdoor verspeelt hij het wereldrecord indoor. We zijn inmiddels 37 uur ver en mijn knie doet te lelijk, op aanraden van Paul ga ik slapen. Ik realiseerde me dat ik amper vooruit ging, 5 rondjes op een uur (1,250 km). Ik rust gedurende drie uur, probeer het nog eens maar loop haast tegen elke paal op. Het heeft geen zin. Ik verlaat weer de baan om het voor gezien te houden. Nu neem ik de tijd om de overige blaren te verzorgen. Dan doe ik met de ogen toe. Ik word weer wakker, voel dat de knie het beter doet en probeer recht te komen. Paul loopt nog steeds onbedreigd aan de leiding en ook ik maak mijn eerste wankelende passen weer op het parcours. Het heeft me weer drie uur gekost maar nu we het 44e uur naderen wil ik niet meer van het parcours af. “Al loop ik me dood”, neem ik me voor. Ik ga zoveel mogelijk naar de buitenkant lopen om de snellere atleten niet te hinderen. Met zo nu en dan een vingertje omlaag wijs ik hen dat ze de binnenbaan krijgen. Het wordt in dank aanvaard. Ultralopers zijn een grote familie merk ik snel. Na een tijdje moeten we weer draaien en klappen alle deelnemers in elkaars hand, goede of slechte loper, het smeedt een band. In het volgende uur leg ik 2,250 km af maar dan zit er verbetering in. Uren 46 en 47 worden beide in 4,5 km afgelegd. Gedurende het laatste uur merk ik dat ik nog voorbij de 230 km kan komen en dat lukt me nog ook. Nu ga ik verder naar de 235 km. Ik heb nog iets meer dan een heel uur te gaan en pers er dan ook alles uit wat mogelijk is. Alles doet zowat pijn maar opgeven doen we nu niet meer. Paul komt me nog steeds regelmatig passeren en ik zie ook aan hem dat het een helse tocht aan het worden is. Hij geeft ook alles nog wat in hem zit om nog voorbij de 400 km te gaan. Met nog een kwartiertje te gaan haal ik mijn 235 km. Nog enkele minuten meer te gaan en Paul loopt met de nationale driekleur naast me en laat me mee genieten van zijn triomf. Foto’s worden geschoten en alom lachende gezichten. Onderweg begin ik ook de andere deelnemers te feliciteren tot het laatste schot valt. Ik strand op 236,273 km (2e 24 uur: 75,523 km), maar Paul is de nieuwe wereldkampioen. Hij heeft een totaal van 392,372 (2e 24 uur:159,372). Nu rest er nog enkel in te pakken en de ceremonie. In afwachting daarvan begin ik de chocolade die ik nog over heb uit te delen aan de kinderen die in de hal rond lopen. Ze verstaan me wel niet maar weten toch wat ik bedoel. Onbewust en onbedoeld zal dit me de prijs opleveren van “de meest sympathieke mannelijke atleet”. Weer in ons bed begint de tweede lijdensweg. Er wordt gekreund en gekermd zodat het lijkt of er een heel bejaardentehuis vol met 100jarigen in de kamer is neergestreken. Het zijn echter alleen Paul en ik die de pijnscheuten bij elke draai weer door ons lichaam voelen stromen. Morgen wandelen we de pijn er wat uit en dan gaat het wel weer. Ondertussen lees ik de uitslagen nog even door en merk dat ik 22e gefinisht ben met twee persoonlijke records: van de 100 mijl (24.00.45 u) en het 48 uurrecord (236,273) Beiden voor verbetering vatbaar.

Conclusie:
+ Een voortreffelijke organisatie, goede sfeer en altijd goed weer…
– Het parcours, altijd maar draaien, geen meter recht, met de betonnen ondergrond en de pilaren die maar op je af komen.

Kloek Patrick

Van Jos Cleemput vernemen we nog dat :
1) Paul Beckers reeds wereldrecordhouder 48u op de weg was met 410,022 km
2) de Russische vrouw Reutovitch met 373 km haar eigen indoor wereldrecord verbetert met 6 km, maar nog 5 km verwijderd blijft van het wereldrecord op piste dat sinds 1997 op naam staat van de Amerikaanse Sue Ellen Trapp.
3) hij van Paul Beckers een kaartje kreeg met volgende tekst :
“Voeten kapot
“diarree lek zot
“nooit meer begot,
“ne zot”

Jean-Paul Praet
jp.praet@pandora.be