{b}{u}Verslag van Le Trail des Chapeliers 31 maart 2002.{eu}{eb}
Eind vorig jaar liep ik met Hans Nieuwenhuijse een bergloop in Eijsden in Zuid-Limburg. Toen we daar in een kantine zaten te wachten op de start, viel ons oog op een nogal slordige folder van Le Trail des Chapeliers. Het bleek een 52 km lange loop te zijn over veldwegen (85% onverhard) in het heuvelachtige gebied van de Jeker valei in de buurt van Glons (tussen Luik en Vise), net in het Franstalige deel van België. Het leek ons een goede opwarmer voor de Swissalpine en de Jungfrau-marathon later dit jaar. Helaas moest Hans door een rugblessure afhaken. Op zaterdag 30 maart nam ik de trein richting Glons, dat zowaar over een station bleek te beschikken. Ik moest wel overstappen in Maastricht en Luik, maar het verliep allemaal vrij soepel.
In Glons had men een slaapplaats voor mij geregeld in een jeugdherberg. Mij was verzekerd dat het een heel klein plaatsje was, zodat het vinden van deze jeugdherberg geen probleem zou zijn. Dat viel toch een beetje tegen, ook al omdat het dorp wel uitgestorven leek en ik niemand de weg kon vragen. De lokale bakker bracht uitkomst. Hiervoor moest ik wel mijn hele reservoir aan midddelbare schoolFrans aanspreken om mijn bedoelingen enigszins duidelijk te maken. De taalgrens is enkele kilometers verwijderd, maar de meeste mensen spreken in Glons geen of zeer gebrekkig Nederlands. Uiteindelijk belanddde ik na een zware klim(vast een voorproefje voor de volgende dag) bij de jeugdherberg, een voormalig klooster. Ook hier was niemand te bekennen en heerste een doodse stilte. Ik ben maar een van de slaapzalen binnengelopen, waar diverse stapelbedden stonden. Sommige waren al bezet en er stonden ook tassen, een teken dat ik toch niet de enige gast was. Later kwam ik een Duitser tegen, Herbert Hausmann die ook zou meelopen en in de namiddag arriveerde nog een Nederlander Ben Remmers. Gezamenlijk hebben we gegeten in het enige restaurant van Glons. Vooral de Duitser had de nodige ervaring met ultra´s en hij gaat net als ik dit jaar voor de Comrades naar Zuid-Afrika.
De volgende dag ben ik om zeven uur opgestaan en rond half negen naar de start gegaan, die om tien uur zou plaatsvinden. In de parochiezaal was het al aardig druk en ik kwam diverse bekenden tegen, o.a. Henk Sipers en Rob de Brouwer. Jan Vandendriessche bleek alweer hersteld van zijn blessure en ook Edwin Lenaerts was van de partij. Het aantal deelnemers was ca.125. Omdat er onderweg heel weinig verzorging (een post op 25 km)was, moest je zelf eten en drinken meenemen. Velen hadden een zg. camelbag, een soort rugzakje waar je anderhalve liter vocht in kunt meenemen. Anderen. o.a. Henk Sipers hadden een hele constructies op hun rug van enkele kilo´s met voedsel en drinken. Deze mensen waren aan het oefenen voor de Trail des Mehirs over 100 km in hetzelfde gebied in mei, waarbij de verzorging waarschijnlijk ook minimaal is.
De eerste twee uur ging het redelijk goed. Het was wel behoorlijk zwaar, maar de eerste twee tien kilometers gingen allebei in ca. 54 min., zodat een tijd van binnen de vijf uur haalbaar leek. Na die twee uur werd het parcours steeds zwaarder (of het leek zo). De klimmetjes werden steeds steiler en langer, de paden steeds slechter en we werden de meest onmogelijke bospaadjes opgestuurd. Gelukkig kwam ik op een gegeven moment samen te lopen met Rob de Brouwer aan wie ik veel steun heb gehad. De derde tien kilomer ging boven het uur en het tempo zakte zienderogen. Die vijf uur moest ik maar uit m´n hoofd zettten. Ongeveer tien kilomer voor het einde kwamen Rob en ik bij Henk die ook niet meer zo best ging. Uiteindelijk kon ik Rob en Henk niet meer bijhouden en in een tempo van nog geen tien km per uur ben ik naar de finish gestrompeld. Vanaf 30 kilometer heb ik elke beklimming wandelend moeten afleggen, hardlopen of dribbelen ging echt niet meer. Ook sommige afdalingen waren zo gevaarlijk dat afremmen noodzakelijk was. Zo waren er diverse afdalingen dwars door de bossen en enorm steil. Het was een hele opluchting dat de finish in zicht kwam, de eindtijd was 5 uur 21 min, anderhalf uur na de winnaar Jan Vandendriessche.
Je moet bij dit soort evenementen volgens mij niet naar de tijd kijken, maar het beschouwen als een avontuur. De volgende keer doe ik bij zo´n loop dan ook geen horloge om.Na afloop was er in de parochiezaal nog een feestje met eten en bier. Ik kon daar helaas geen gebruik van maken, omdat ik bijtijds thuis wilde zijn. De treinreis neemt immers ongeveer vijf uur in beslag en de volgende dag zou ik iemand begeleiden bij de Leidsche Rijnmarathon.
Tot slot nog een woord van lof voor de organisatoren van deze loop. Het was een van de zwaarste die ik ooit gedaan heb, maar ik heb er enorm van genoten en ik hoop dat er de volgende keer meer Nederlanders aan de start staan voor dit barre , maar prachtige avontuur.
Simon Pols