Hiermee wil ik reageren op de constatering van Jan Vandendriessche dat Nederland niet vaak vertegenwoordigd is op een internationaal kampioenschap als deze niet in Nederland wordt gehouden.
Daarnaast wil ik van de gelegenheid gebruik maken om aan te geven welke activiteiten sinds december ten behoeve van het ultralopen ondernomen zijn.
Om een ploeg samen te kunnen stellen voor deelname aan een internationaal kampioenschap moet er aan een aantal voorwaarden voldaan worden.
Ten eerste moeten er voldoende atleten zijn die aan het selectiecriterium voldaan hebben en zouden deze atleten ook de bereidheid moeten hebben hun seizoen op het betreffende kampioenschap af te stemmen. Ook is uitzending afhankelijk van de ter beschikking staande middelen en zou er door de K.N.A.U. (lees bondscoach) zodanige omstandigheden geschapen moeten worden dat het aantrekkelijk is om deel uit te maken van de selectie.
De laatste jaren heeft het met name aan het laatste punt geschort.
De oorzaak hiervan lag in het wegvallen van een aantal, voor het ultralopen, belangrijke mensen binnen de K.N.A.U., het niet goed functioneren van de inmiddels opgeheven werkgroep ultralang en een bondscoach die onvoldoende tijd kon vrijmaken om een goede invulling te geven aan zijn rol.
Een gevolg hiervan was dat het nationale team vaak werd samengesteld uit lopers die zich individueel al hadden ingeschreven voor een wedstrijd (meestal NK) welke ook het EC of WC toegewezen had gekregen.
Het aantal Nederlandse atleten dat toevallig op de deelnemerslijst stond van in het buitenland gehouden EC’s en WC’s was nooit zo groot dat er een representatief team samengesteld kon worden.
Men kan zich voorstellen dat de atleten onder deze omstandigheden geen trek hadden in het volledig afstemmen van hun seizoen op een EC of WC.
Vanaf december vorig jaar probeer ik hier verandering in aan te brengen. Door onder andere het programma vroegtijdig met de selectie vast te stellen, centrale trainingen te organiseren, de onderlinge contacten te stimuleren, faciliteiten te bieden etc.
Aan de atleten zal het overigens niet liggen. Zij reageren zonder uitzondering enthousiast en willen graag hun energie steken in het behalen van goede resultaten tijdens EC’ en WC’s
Ook Gerard Nijboer, hoofdcoach bij de K.N.A.U., die naast de weg en de cross ook het ultralopen in zijn portefeuille heeft speelt hierin een rol. Hij heeft inmiddels al herhaaldelijk blijk gegeven van zijn affiniteit met het ultralopen en is bereid actief bij te dragen aan de ontwikkeling van het ultralopen in Nederland.
Geld speelt natuurlijk ook een rol.
Zoals ik al in eerder stukje geschreven heb kent het financiële budget van de K.N.A.U. zijn beperkingen. De ter beschikking staande middelen moeten verdeeld worden over alle disciplines. Hierbij geldt dat naarmate de prestaties beter zijn de geldstroom navenant toeneemt.
Nu zijn de prestaties van de laatste jaren op EC’s en WC’s niet om over naar huis te schrijven met als uitzonderng de 5e plaats van Wim Epskamp tijdens het EC 24 uur in 2000.
Dit jaar worden de volgende atleten naar een internationaal kampioenschap afgevaardigd:
Wim Epskamp naar het EC 24 uur in Gravigny (Frankrijk) dat gehouden wordt op 7 en 8 september. Gezien zijn indrukwekkende prestatie tijdens de Elfstedenloop op 7 juni dit jaar zal hij in de voorste gelederen strijd gaan leveren.
Veron Lust, Edward de Ruiter, Luigi Simbula en Krijn Kroezen zullen het oranje dragen tijdens het EC in Winschoten en zullen proberen hoog in het landenklassement te eindigen.
Inmiddels is er al met een groot aantal atleten contact geweest over het programma van volgend jaar.
Er wordt dan voor het eerst een WC 24 uur gehouden. Deze vindt plaats in de maand oktober in Uden.
Nederland zou daar uit kunnen komen met een team dat zeer reële medaillekansen heeft in het landenklassement en daarnaast ook nog met Wim Epskamp een ijzer in het vuur heeft om in de individuele prijzen te vallen.
De kandidaten voor dat team zijn op dit moment:
Wim Epskamp (>249 km in 2000), Luigi Simbula (>236 km in 2002), Cees Verhagen (3e in de Spartathlon en in potentie in staat om tussen de 230 en 240 km te lopen in 24 uur), Ron Theunisse die menigeen weer verbaasd heeft met een goede prestatie tijdens de Elfstedenloop en omgerekend naar 24 uur zeker 230 à 240 km moet kunnen lopen in 24 uur, Guus Smit die nog steeds progressie boekt en in 2000 al tot 212 km kwam, Rut Zoutman winnaar van de JKM in 2002, Ben Mol en Hermy Heymann die beiden aan de 200 km grens geroken hebben en die in staat moeten worden geacht in een volgende poging deze grens ruimschoots te passeren.
Met bijna alle atleten is inmiddels contact geweest en ook hier is men zonder uitzondering enthousiast.
Het hoeft geen betoog dat de 100 km ploeg uitbreiding behoeft voor volgend jaar.
De basis is vaak te smal geweest om zelfs maar een klassering in het landenklassement te bewerkstelligen.
Ik heb de afgelopen maanden contact opgenomen met atleten die de selectie zouden kunnen versterken om na te gaan of ze nog de ambitie hadden om nog dit jaar een 100 km binnen de richttijd te lopen.
Degenen met wie ik contact gehad heb zijn André van de Vliert, Jan Nabuur, David van der Linden, Edwin van de Loop, Jeffrey Oonk en Eric van Zessen.
Ook hier enthousiaste reacties (zoals men merkt ontbreekt het niet aan enthousiasme bij de atleten). Een aantal van deze atleten zal in Stein proberen de 100 km binnen 8 uur te lopen en gezien de kwaliteiten van deze atleten twijfel ik er niet aan dat dit zal lukken.
Tot slot wil ik de goede prestaties van de laatste tijd memoreren van een aantal vrouwen op met de name de 6 uur. Deze goede prestaties zijn geleverd door: Ria Buiten, Anja van Vliet, Inge van Oijen, Lies Heijnen, Liel Otten en Prisca Vis.
De tijd lijkt rijp om op (korte) termijn een vrouwenploeg te formeren.
Men zou dan wel de ambitie moeten hebben om zich te testen op een 100 km.
Uit de al gelegde contacten blijkt dat een aantal vrouwen dit jaar al wil debuteren op de
100 km in Stein en dat anderen volgend jaar een 100 km op het programma willen zetten.
Dus ook van dit front positief nieuws.
Er zullen voor alle eerder genoemde groepen gezamelijke trainingen georganiseerd worden.
Uit bovenstaande mag de conclusie getrokken worden dat Nederland in de toekomst vaker en beter vertegenwoordigd zal zijn op internationale kampioenschappen.
Mochten mensen vragen hebben over/ kritiek hebben op het gevoerde beleid of aandacht willen vragen voor zaken dan kan dat door rechtstreeks contact met mij op te nemen (tel. 0182-583568, email g.van.rotterdam@planet.nl) of mij aan te schieten bij wedstrijden.
Ook kan men Wim Epskamp benaderen. Hij is bereid gevonden om als atletenvertegen-woordiger de belangen van alle atleten behartigen.
Ik wens iedereen veel loopplezier toe.
Met vriendelijke groeten,
Gerrit van Rotterdam