{b}GEBOORTESTAD VAN REMBRANDT WAS 9 JUNI MARATHONSTAD{eb}
De microfonist van de marathon ‘waar de loper centraal staat’ kon het niet vaak genoeg benadrukken dat ze met www.marathon.nl een unieke website aankondiging hebben, specifiek bestemd voor Leiden. Je krijgt bij het intikken van deze naam geen informatie over andere loopevenementen, nee Leiden heeft het alleenrecht. Reclame voor hun marathon om trots op te zijn. En niet alleen tijdens de marathondag maar al maanden daarvoor kon je de uitgebreide informaties op internet bezoeken. Er kwam zo’n veelheid van informatie op me af dat het duizelde in mijn hoofd. Ondanks dat ik me intensief verdiepte in de belangrijke mededelingen, kwam ik er maar niet achter op welk tijdstip de marathon zou starten. Dus snel een mailtje naar de organisatie gestuurd. Vrijwel onmiddellijk daarna berichtte ze mij dat ze even schrokken (een foutje?), Maar dat ik onder de rubriek afstanden had moeten kijken, Dus mijn eigen schuld, het zal wel met mijn leeftijd te maken hebben. Waarschijnlijk zitten er in de organisatie reclame adviseurs of heeft men die in de arm genomen, want de teksten logen er niet om: Leiden heeft een zeer speciale marathon – Leiden staat op 9 juni op zijn kop – de stad waar de loper centraal staat. Zelfs de kinderopvang is er gratis geregeld. En inderdaad hebben ze in Leiden wel gevoel om de loper te verlekkeren en te verheugen op zijn of haar komst. Bij het online inschrijven kreeg je meteen de bevestiging. Twee dagen voor de marathondag kreeg ik een vriendelijk mailtje dat Leiden al gonst van de marathon en dat het op die dag altijd mooi weer is. Dus alle reden om in de nacht van 8 op 9 juni geen oog dicht te doen, maar in gedachten voorstellingen te maken over de spetterende dag van morgen.
Onder een warme zon liepen Jos Hopman, die vandaag zijn 280e marathon zou lopen, en ik, die daar schril bij afsteekt met mijn 20e marathon, vanaf het station naar de Groenoordhallen. Een loper voelt feilloos aan dat de opgegeven 400 meter in werkelijkheid de dubbele afstand is, wat mij de uitspraak ontlokte: ‘Jos, als ze de marathon op dezelfde manier hebben opgemeten lopen we weer een ultra. Alle faciliteiten die bij zo’n groot evenement horen waren heel gemakkelijk bereikbaar (afhalen startnummers, koffie, veel en ruime kleedkamers met douches).
De 10 km vertrok een kwartier eerder. Daar waren ontzettend veel deelnemers op af gekomen. Toen die vertrokken sloten wij aan. Vijf minuten voor de start kwamen we er achter dat we tussen de deelnemers van de halve marathon stonden. Iemand wees ons over de afzethekken naar voren te gaan waar de wedstrijdlopers aan de marathon stonden opgesteld. Ik klom iets te snel en hoorde mijn broek scheuren. O God het zal toch niet waar zijn, dacht ik, nu terug naar de kleedkamer voor een andere broek. Gelukkig was het alleen de naad van een broekspijpje. De edele delen werden nog goed afgeschermd. Exact 12.15 u het startschot. Zo, dacht ik op dat moment, nu eens lekker rustig Leiden bezichtigen. Ik was er nog nooit geweest en dit was bij uitstek een gelegenheid om zonder gehinderd te worden door gemotoriseerd verkeer een kijk op de stad te krijgen. In de 6 uur van La Louviére (april) heb ik een blessure aan de adductoren en quadriceps opgelopen. De 2 wedstrijden van vorige maand verliepen dan ook rampzalig, ik heb onvergetelijk pijn veel pijn geleden, maar gelukkig niks kapot gelopen. Al enkele weken krijg ik fysiotherapeutische behandeling en langzaam kom ik de blessure te boven. Op voorwaarde dat ik mijn snelheid zou aanpassen en voor een tijd van rond de 4 uur zou gaan kon ik meedoen.
Zeker als je start met de grote groep is het zaak de handrem te gebruiken. Na 1 km hoorde ik iemand zeggen: ‘nog 41 km en 195 meter. ‘Dat moet je zo niet zeggen’, riep ik terug. Ik ging bij hem lopen en vroeg met welke bedoelingen hij de marathon ging lopen: ‘begin je nu al af te tellen of wordt het lekker een middagje ontspannen sporten!’. Daar had hij nog niet over nagedacht maar het resultaat was voor hem het belangrijkste. ‘Zo doe ik het altijd’, zei hij. ‘Succes ‘, was dan ook het enige wat ik hem kon toewensen. Tot de 10-11 km liepen de halve en hele marathon samen. De verzorgingsposten waren er goed op voorbereid. Aan weerszijden van de weg kon men ruimschoots de dorst lessen, wat wel nodig was, want de zon scheen volop. Een toerist moet in Leiden met minder indrukken genoegen nemen dan de marathonloper. Het parcours liet zowat alle delen van de stad zien, de grote gebouwen waarvan ik de namen vergeten ben, de volksbuurten waar men de huizen versierd had en veel en harde muziek draaide, de mensen die aan het water woonden met hun bootje in de achtertuin maar op afstand aanmoedigden en applaudisseerden en de toeschouwers die zich speciaal rond het parcours hadden opgesteld om veelvuldig te roepen: ‘knap hoor, fantastisch, je ziet er nog fris uit, het gaat goed’. Zo rond het 12 km punt liep Rob v d Hoek met iemand die ik niet kende, me voorbij. ‘Wat is dat nou’, riep ik, ‘je had al kilometers voor me moeten zitten’. Hij keek me aan, lachte, en zei: ‘ik ben sociaal, hij is recreant en ik ben samen met hem gestart’. Zo, daar had ik niks op terug. Rob zal deze marathon ongetwijfeld gebruiken als warming-up voor de 12 uur die hij zaterdag in den Haag gaat lopen. Wat hebben ze in Leiden toch veel water en als je dat moet oversteken zit er voor het bruggetje altijd wel een venijnig klimmetje in. Deze leuke en prettige variaties in het parcours maken de 42 km afwisselend en bezienswaardig. Op het water zou je toch wat roei- en kanofanaten verwachten maar de krachtsinspanningen waren slechts voor de marathonlopers weggelegd. Het waterverkeer is ook al gemotoriseerd. Met zoveel afleiding gaat het lopen vanzelf. Op de halve afstand kwam ik door in 1.52. Zeker niet versnellen, zei ik tot mezelf, denk aan je blessure. Na het 25 km punt kwamen we in Zoeterwoude. Volgens het succesmailtje van de organisatie is Leiden zondag gemobiliseerd voor de hardlopers, maar op dat moment hadden ze niet aan Zoeterwoude gedacht. Muziekbandjes, veel mensen op de been die enthousiast met ons meeleefden en ons zo dicht benaderden dat we enkel door een smalle pijp verder konden, om een kick van te krijgen. Mensen boden niet alleen water aan maar gunden ons een biertje, wat aan de finish wel welkom zou zijn. Geen stadsmarathon zonder ludieke creaties: een man met een kinderwagen gevuld met 2 heuse echte kinderen. Een stunt van een paar kilometer of toch…, nee dat haal je niet in 5 uur.
Bij het 34 km punt passeerde Gijs Honing. ‘Nou Gijs’, zei ik , ‘je hebt nog kracht genoeg over’. ‘Het gaat goed vandaag’, antwoordde hij. Even later passeerde me Carrie v d Beek die ook al vertelde dat het hem lekker afging. Dat zijn de echte ultralopers, een marathon beschouwen ze als training, want 6 dagen wacht hun de 6 of 12 uur.Als je in Leiden aan je laatste 200 meter begint, brullen en klappen de toeschouwers je toe alsof je een topprestatie geleverd hebt. Dat is hartverwarmend, zeker als je er bij de finish nog een biertje bij kunt drinken. Ik finishte in 3.56.29. Dankzij de fysiotherapeut heb ik nergens last van gehad, hoewel daags na de marathon een lichte pijn voelbaar was. Na het douchen zag ik een jongeman van een jaar of 25 de trap opkomen, nee, hij kroop op handen en voeten, ondersteund door zijn vriendin. Kreunend vroeg hij aan mij of ik ook aan de marathon had meegedaan en of ik hem uitgelopen had. ‘Ja, en jij toch ook’, zei ik. ‘Voor de eerste keer’, antwoordde hij trots, ‘wat was het mooi’. ‘Je bent nog jong, je kunt nog veel lopen’, zei ik. ‘Veel pijnlijden zul je bedoelen’, zei zijn vriendin. ‘Nee, genieten van je prestatie, dat gevoel overheerst’, kon ik de vriendin nog net vertellen toen ze haar zwaar vermoeide vriend op de volgende traptrede duwde.
De duizend medewerkers en nog eens duizenden toeschouwers hebben ons een prachtige loopmiddag bezorgd. Persoonlijk vond ik het jammer dat men aan de infobalie niet wist wie de 3 winnaars waren in mijn categorie. Een uur na binnenkomst moeten deze gegevens toch beschikbaar zijn. Uitslagen waren enkel op internet te zien. Zodoende kwam ik er pas laat achter dat ik in mijn leeftijdscategorie 2e geworden was.
Mijn reisgenoot Jos Hopman, had, met de 50 km Bunschoten van vorige week nog in de benen, een mooie 4.06 gelopen. Binnen 2 weken zal hij weer een prestatie moeten leveren maar dan op de 100 km in Torhout. ‘Wat gaat zo’n prachtig loopdag toch snel voorbij, volgende week duurt het wat langer’, aldus de immer optimistische Jos. Het gaat hem ongetwijfeld lukken.
Vincent Schoenmakers
vincentschoenmakers@hetnet.nl