Swiss Jura Marathon 2002

Bram van der Bijl doet uitgebreid verslag van de langste bergloop van Europa. Met dit jaar zelfs 7 Nederlanders onder de 85 deelnemers aan deze etappeloop.

Swiss Jura Marathon 2002

Hardlopen mag zich ook in Zwitserland verheugen in een redelijke
populariteit. Een aantal vormen daarvan worden in Nederland niet tot
nauwelijks beoefend. Te denken valt aan berglopen, oriëntatielopen en
‘Waffenlaufen’. Dit laatste is een traditioneel Zwitsers gebeuren, waarbij
in militaire uitrusting (o.a. met wapen) wordt hardgelopen. De Zwitserse
liefhebber van het langere werk heeft in eigen land keus uit een
behoorlijk aanbod: de klassieke 100km van Biel, de Swiss Alpine Marathon
en de Jungfraumarathon, 2 ‘nieuwe’ klassiekers. Daarnaast zijn er nog een
aantal minder bekende, maar daarom niet minder aansprekende
hardloopevenementen. Eén daarvan is de Swiss Jura Marathon.
Van 30 juni tot en met 6 juli 2002 vond tussen Genève en Basel de
8e Swiss Jura Marathon – de langste bergloop van Europa – plaats. De loop
werd ook vier keer als ’trainingsloop’ georganiseerd. Sinds de 1e editie
in 1990 – toen nog onder de naam Trans Swiss Marathon – zijn er diverse
wijzigingen doorgevoerd. Zelf stond ik voor de 6e keer aan de start (1990
(uitgevallen); 1991; 1994; 1998; 2000) van deze loop, waarbij ditmaal 323
km (+8412m/-8527m) afgelegd diende te worden. Mijn voorbereiding was nog
geringer dan in 2000. Een rustige aanpak in combinatie met mijn globale
kennis van het parkoers zouden tezamen voldoende moeten zijn om toch op
een acceptabele wijze de finish te halen.

De deelnemers waren ondergebracht in de volgende categorieën:
_ ‘Einzelläufer/in’; dit is de hoofdgroep, die verder nog is onderverdeeld
in ‘Damen’ en ‘Männer’. – ‘Finisher’; deze categorie start 2 uur eerder;
de tijd wordt opgenomen, maar er wordt geen klassement opgemaakt;
veranderen van categorie tijdens de loop is mogelijk. De categorie ‘2er
Stafetten’, estafette voor 2 personen, waarbij ieder dagelijks een deel
van het parcours loopt, was opgeheven. De interesse voor deze categorie
was nimmer erg groot, terwijl het voor de organisatie wel een extra
belasting betekende.
De animo om deel te nemen was matig dit jaar. Er waren 100
startplaatsen. Er gingen echter (slechts?) 85 lopers (m/v) van start: 70
mannen en 15 vrouwen (1998: 83; 2000: 136). Bij het sterke geslacht waren
er 12 uitvallers, bij het zwakke geslacht waren er geen uitvallers. Bij
het begin waren er 65 ‘Einzelläufer Männer’, 15 ‘Einzelläufer Damen’ en 5
‘Finisher’. Aan het eind waren er 49 ‘Einzelläufer Männer’, 13
‘Einzelläufer Damen’ en 11 ‘Finisher’. Aanwezige nationaliteiten: – 44
Duitsers (waarvan 1 woonachtig in Denemaken en een ander woonachtig in de
VS) (2000: 64) – 25 Zwitsers (20 Duitstalige; 5 Franstalige) (2000: 48) –
7 Nederlanders (2000: 6) – 3 Italianen (uit Zuid-Tirol) (2000: 4) – 2
Polen (2000: 0) – 1 Luxemburger (2000: 2) – 1 Liechtensteiner (2000: 0) –
1 Oostenrijker (2000: 0) – 1 Française (2000: 0) De hoeveelheid deelnemers
uit Nederland was nog nooit zo groot. Er waren zelfs meer Nederlanders dan
Franstalige Zwitsers, door wier woongebied we 5 van de 7 dagen liepen. In
tegenstelling tot de vorige editie waren er ditmaal geen Belgen te
bekennen. Veel van de deelnemers zijn recidivisten. 5 van de Nederlandse
deelnemers (Ruud Jakobs, Theo Kuijpers, Jan Nabuurs, Jos Broersen en Bram
van der Bijl) stonden ook in 2000 aan de start. Ze werden dit jaar
bijgestaan door Mies Kuipers en Wouter Schelvis, een ervaren
hardlopersechtpaar, dat met een speciale, persoonlijke missie van start
ging. Mies was overigens de eerste Nederlandse dame, die in de SJM van
start ging.
Verder opvallend:
– Het Nederlandse team is na het Duitse en Zwitserse team het grootste. –
De deelname vanuit de buurlanden Italië (3), Frankrijk (1) en Oostenrijk
(1) is gering. – Frappant is ook de leeftijdsopbouw van het
deelnemersveld. Tijdens de 1e editie in 1990 behoorde ik (1965) tot de
jongste deelnemers. Anno 2002 bleek ik nog altijd tot de ‘jongeren’ te
behoren (jongste deelnemer bij de ‘Einzelläufer’: 1981). Bij leven en
welzijn kan ik nog minstens 25 jaar mee (oudste deelnemer: 1939). De
oudste deelnemer finishte overigens, terwijl de jongste uitviel…
Deze loop is naar mijn mening tot een goed einde te brengen door
een voldoende getrainde/ervaren marathonloper (ongeacht de marathontijd).
Dit neemt echter niet weg, dat het grootste deel van de deelnemers volgens
mij wel enige ervaring heeft met ultra- en berglopen. Een serieuze
kandidaat voor de eindoverwinning dient echter niet alleen ervaring met
ultra- en berglopen te hebben, maar bovendien een recente marathontijd van
2.25-2.30 mee te brengen. Daarnaast dient hij in vorm te zijn en dat
gedurende 7 achtereenvolgende dagen ook weten te blijven.
Een blik op de deelnemerslijst:
– Jens Lukas (1966; Karlsruhe, Duitsland), in 1998 goed voor 256,038km
tijdens de 24 uur van Basel (zie Marathon Plus Zomer 1998: 18-19). In 1999
won hij de Spartathlon. – Arno Schneider (1964; Mosnang, Zwitserland),
winnaar van de vorige editie. – Bernd Leupold (1941; Foresthill, VS), geen
kanshebber voor de overwinning en naar eigen zeggen niet meer tot grootse
prestaties in staat; wist echter in het verleden 10x de Western States 100
Mile Race in de voorhoede uit te lopen. Na 4 etappes gaf hij dit jaar op
in de SJM.

Op zaterdag 29 juni vloog ik naar Genève. Bij het verlaten van het
vliegtuig trof ik Mies en Wouter. Hardloopschoenen verraden veel. Een
kennis van Mies en Wouter bracht ons naar de mensa van de Universiteit van
Genève. Ik bleef er, zij gingen met hem op pad. Tussen 16.00 en 18.00 vond
in de mensa de aanmelding en eerste kennismaking plaats. Ik herkende
diverse oude bekenden, maar een groot deel van de deelnemers was mij (nog)
onbekend. De overige Nederlanders druppelden ook binnen. Ruud, Theo en Jan
kwamen met de nachttrein uit Nederland. Jos kwam met de trein van elders
uit Zwitserland. In de week voorafgaand aan de SJM had hij deelgenomen aan
een trainingsweek onder leiding van Brigit Lennartz. Hoezo ijverig!
Na het avondmaal volgde nog een laatste briefing. Indachtig de
inspanningen, die mij nog te wachten stonden, ging ik vrij snel naar bed.
Overnacht werd overigens in een schuilkelder (typisch Zwitsers fenomeen).
Aangezien iedere loopdag buiten het lopen om min of meer volgens
hetzelfde stramien verliep, lijkt de globale weergave van zo’n dag mij
voldoende.
Vanaf 5.45 kon er ontbeten worden Ik zorgde er dagelijks voor, dat
ik er bijtijds bij was. Niet zo zeer omdat er niet genoeg zou zijn, maar
door vroeg te eten meende ik redelijk veel te kunnen eten zonder er veel
last van te krijgen tijdens het lopen.
De lopers hebben de gelegenheid persoonlijke verzorging af te geven
voor de verschillende verzorgingsposten. Dit kan tot 2.15 vóór de start.
De gehele karavaan verplaatst zich dagelijks. Dit betekent, dat iedere
ochtend de deelnemers hun boeltje moeten inpakken en afgeven aan de
organisatie, die zorg draagt voor het vervoer naar de finishplaats van die
dag. De 1e dag uitgezonderd is de start iedere dag om 9.00. Hierdoor kon
ik na het ontbijt rustig naar de start toe werken. In tegenstelling tot
anderen voelde ik er weinig voor om lang bij de start rond te hangen. Ik
behoorde zodoende meestal tot de laatsten, die de locale gymzaal of
schuilkelder, waar overnacht werd, verlieten.
Finish, douche-, slaap- en eetgelegenheid waren dicht bij elkaar
gelegen. Alle handelingen zijn gericht op een vlot herstel en een optimale
voorbereiding voor de volgende etappe. Eerst een warme douche, vervolgens
een bord spaghetti en tenslotte een beetje liggen, zitten, rondwandelen en
een boodschapje doen.
De volledige catering, dus ook de spaghetti (facultatief en voor
eigen rekening overigens), was dit jaar wederom in handen van Armin
Bohren, wiens ‘boucherie/charcuterie/traiterie’ in Couvet langs het
parcours is gelegen. Voor het eerst bestond er dit jaar de mogelijkheid
vegetarisch te eten. Aangezien de vegetariërs ’s avonds het eerst aan de
beurt kwamen, valt het te overwegen gelegenheidsvegetariër te worden
gedurende deze week!
Dagelijks na het lopen bestond er de mogelijkheid de medische
dienst te raadplegen. Ook kon er gebruik gemaakt worden van de diensten
van een massage-team (tegen betaling). Om 17.45 (doch in de praktijk
meestal later) werd gezamenlijk het avondmaal genuttigd, gevolgd door het
voorlezen van de uitslagen (1e 3 dames en heren) en het verloten van 5
keer 100 Zwitserse frank. Tevens hield een plaatselijke notabele een
toespraakje en werden er mededelingen gedaan betreffende de net voltooide
en de eerstvolgende etappe (zowel in het Duits als in het Frans). Na het
eten was er nog voldoende gelegenheid om op eigen initiatief van alles en
nog wat te ondernemen, maar de animo daarvoor was gering, hetgeen niemand
zal verbazen.
Na deze gang een aantal dagen te hebben ondergaan, volgde op
zaterdagmiddag de apotheose. Na een smakelijk aperitief vond de
prijsuitreiking plaats. Volgens de organisatie werd er voor 20000
Zwitserse frank aan prijzen verdeeld. Hoewel het er eigenlijk niet toe
doet, heb ik toch zo mijn twijfels over deze bewering. Ik heb echter niet
in de envelop van de winnaar kunnen kijken (wel in de envelop van de
nummer 4)! Naast een polshorloge (ik kan inmiddels bijna een museum
beginnen) kreeg ik nog een grote zak koek (aangeleverd door sponsor
Migros) en een overzichtskaart van het gebied, waarin we gelopen hadden.
Na de prijs-uitreiking ging ieder langzaam maar zeker weer richting
thuisfront. Iedereen een ervaring rijker, sommigen misschien een illusie
armer! Samen met Ruud, Theo en Jan liet ik mij met de taxi naar het
station brengen. Basel – Genève kostte per trein vervolgens overigens nog
geen 3 uur…..
Weersomstandigheden:
Tijdens het lopen overwegend droog, maar door de nodige regenval op andere
tijdstippen was het parcours op veel plaatsen glibberig.
Hieronder een overzicht van mijn bevindingen tijdens de 7 etappes.

Zondag 30 juni 2002, 8.00, 1e etappe: Genève – St-Cergue, 45km,
+1200m/-534m, 7 verzorgingsposten

Om 7.15 vertrekt de bus, die alle deelnemers naar de start aan de
rand van het Meer van Genève brengt. Het is zonnig en warm. Om 8 uur wordt
er gestart. De 1e 28km zijn nagenoeg vlak en nodigen uit tot een
tempoloop. Ik houd me echter rustig. Bovendien verloop ik me een klein
stukje. Vervolgens dient er echter binnen 10,5km 869m hoogteverschil te
worden overwonnen. Het is een geleidelijke, ononderbroken klim, die
voornamelijk over een verharde ondergrond gaat. Een kolfje naar mijn hand,
wanneer ik in vorm ben. Nu besluit ik echter tot wandelen over te gaan om
krachten te sparen. De afdaling naar St-Cergue (6,5km, -398m) gaat voor
een deel door weilanden en kent een aantal lastige passages. Zonder mijn
nek te breken bereik ik in 5.24.01 de finish. De mij onbekende Zwitser
Felix Schenk geeft zijn visitekaartje af door te winnen. Op ongeveer 5
minuten wordt hij gevolgd door Jens Lukas. Jan loopt sterk naar een 4e
plaats toe. Bij de dames wint de Duitse Anke Drescher. Haar voorsprong op
de Zwitserse Irene Breitmaier is ruim 2 minuten. Theo heeft onderweg
overgegeven, maar weet toch de finish te bereiken. ’s Avonds wanneer de
Duitsers hun wonden aan het likken zijn na een verloren WK-finale, is het
‘Oranje boven’ tijdens de verloting. Tot grote hilariteit van alle
aanwezigen worden 4 van de 5 geldprijzen gewonnen door Nederlanders (Ruud,
Theo, Jos, Mies). Kansrekening was nooit mijn sterkste punt op de
middelbare school, maar 1 ding wist ik wel: wat hier gebeurde was uniek.
Later in de week zou Jan ook nog een geldprijs winnen. Zelf zal ik in 2004
weer mee moeten doen, als ik nog voor een geldprijs in aanmerking zou
willen komen. Startnummer 84 won een prijs. Startnummer 86 won een prijs.
Ik had startnummer 85.

Maandag 1 juli 2002, 9.00, 2e etappe: St-Cergue – Vallorbe, 47km,
+730m/-1021m, 7 verzorgingsposten

Om 9 uur wordt er gestart. Het is droog en zonnig. De etappe van
vandaag voert door bossen en weilanden richting Lac de Joux en vanaf daar
verder naar Vallorbe. De 1e 13km overheersen de beklimmingen (+453m)
vervolgens de afdalingen. Ik doe rustig aan en wandel veel. Langs het Lac
de Joux is het benauwend warm. Na de laatste verzorgingspost (39km) volgt
een korte, steile klim (wandelen), en tot slot is er een vrij lange
afdaling. Ik finish uiteindelijk in 5.54.11. Felix Schenk wint wederom.
Dit keer op ongeveer 1 minuut gevolgd door Arno Schneider. Jan wordt
wederom 4e. Bij de dames sprinten Anke Drescher en Irene Breitmaier voor
de winst. De Zwitserse wint uiteindelijk. Theo heeft wederom
maagproblemen. Op zijn tandvlees haalt hij Vallorbe. Samen met Ruud start
hij de volgende dag bij de ‘Finishers’.

Dinsdag 2 juli 2002, 9.00, 3e etappe: Vallorbe – Fleurier, 37km,
+1380m/-1389m, 6 verzorgingsposten

Om 9 uur wordt er gestart voor wat in kilometers de kortste etappe
is. Makkelijk is echter anders. Vandaag dienen er in grote lijnen 2 toppen
te worden bedwongen: Le Suchet (1530m) en Le Chasseron (1607m). Het weer
is somber en fris. Op weg naar de eerste top (Le Suchet) worden we
overvallen door mist. Het schiet allemaal niet erg op. Bergopwaarts (12km;
+780m) wandel ik bijna alles en bergafwaarts eigenlijk ook: de afdaling is
door de modder te delicaat voor mij. De markering is niet erg uitbundig en
regelmatig zie ik mij gedwongen op zoek te gaan naar de juiste route. Erg
veel verlopen doe ik mij overigens niet. Na 21.4km begint de volgende
grote klim (5,6km; +441m), ten dele begeleid door regen en wind, gevolgd
door een flinke afdaling (10km; -864m). Na 5.27.09 bereik ik de finish.
Jens Lukas en Arno Schneider worden gezamenlijk 1e. Felix Schenk weet de
schade tot ongeveer 3 minuten te beperken. Jan wordt wederom 4e. Bij de
dames wint Irene Breitmaier met meer dan 7 minuten voorspong op Anke
Drescher. Theo en Ruud hebben samen gelopen. De maagproblemen van Theo
lijken onder controle. Mies en Wouter gingen naar eigen zeggen matig
voorbereid van start. Mies had bovendien last van een knieblessure. Rustig
lopend weten ze toch dagelijks gezamenlijk de finish te bereiken. Na de 3e
etappe besluiten ze bij de ‘Finishers’ te starten om zo dagelijks nog iets
meer tijd te hebben om te finishen.

Woensdag 3 juli 2003, 9.00, 4e etappe: Fleurier – La Chaux-de-Fonds, 42km,
+1028m/-773m, 8 verzorgingsposten

Vlak na de start kom ik met een aantal anderen voor een gesloten
spoorwegovergang te staan. Daar gaat mijn dagoverwinning! Als laatste
bereik ik na een vlak begin van 14,5 km de 1e klim. Na de zeer steile
beklimming volgt een soort gecombineerde slalom/steeple chase door een bos
op een berggraat. Erg opschieten doet het niet, want ik wandel veel. Het
weer is echter aangenaam en de uitzichten mooi! Na 28,5km wordt het
hoogste punt van de dag bereikt (Mont Racine, 1415m). Na dit punt is het
voornamelijk dalen, wat de klok slaat. Een regenbuitje zorgt voor
verkoeling (en voor gladheid op het parkoers). Een verbetering van mijn
marathontijd zit er helaas wederom niet in. Na 6.11.03 sta ik aan de
finish. In de top verandert weinig: Schenk wint, gevolgd door Lukas en
Schneider. Jan wordt 5e. Bij de dames wint Drescher met een zeer ruime
minuut voorsprong op Breitmaier. Zelf besluit ik de volgende dag ook bij
de ‘Finishers’ te starten. Om 7.00 starten vind ik niet zo’n succes, maar
ik heb de extra tijd gewoon nodig om min of meer ontspannen te kunnen
blijven lopen.

Donderdag 4 juli 2002, 9.00, 5e etappe: La Chaux-de-Fonds – Biel, 53km,
+1340m/-1890m, 8 verzorgingsposten

’s Nachts heeft het hard geregend. ’s Morgens bij de start is het
bewolkt maar droog. Na ongeveer 6 km is de markering onduidelijk.
Groepsgewijs lopen we zodoende maar over de weg naar Vue des Alpes. De
eerste11km voeren via Vue des Alpes (8km; 1283m) naar Mont d’Amin (1417m).
Aanvankelijk is het bewolkt, later komt er een licht zonnetje bij. Mijn
stofwisseling draait op volle toeren. Nog voor de 5e verzorgingspost (23,8
km) heb ik 2 grote boodschappen en minstens 10 kleine boodschappen gedaan.
In 2000 sloeg op weg naar de Chasseral (30,5km; 1607m) voor mij het
noodlot toe. Ik kreeg serieus last van mijn rechterbovenbeen. Nu sloeg het
noodlot weer in deze etappe toe. Dit keer betrof het echter mijn
rechterscheenbeen. Met name bergafwaarts is het pijnlijk. Ik loop langzaam
en voorzichtig, alsof ik een korf met 50 eieren onbeschadigd over moet
brengen. Op een goed geasfalteerde weg bergafwaarts draai ik mij om en
loop achteruit verder. Niemand, die het ziet. De gebruikelijke
finish-locatie in Biel kan dit jaar niet gebruikt worden vanwege een expo.
Het laatste stuk van de 5e etappe en het eerste stuk van de 6e etappe zijn
derhalve anders dan voorgaande keren. Landschappelijk is het een
vooruitgang aangezien er door een heel mooi dal gelopen dient te worden.
Na 8.59.01 finish ik. Na een bezoek aan de douche volgt een bezoek aan de
medische dienst. Men is niet blij met wat men ziet. Men stelt voor het
lokale ziekenhuis te bezoeken voor foto’s. Ik acht dat een beetje
overdreven en doe het niet. Men raadt mij aan de volgende dag niet meer te
starten. Ik ben verbaasd: zo erg lijkt het allemaal nou ook weer niet te
zijn. Ik ben niet de enige Nederlander bij de medische dienst. Theo is
languitgegaan en heeft een wond aan zijn kin. Op omzichtige wijze wordt
een deel van zijn baard verwijderd om een pleister aan te kunnen brengen.
De nieuwe ‘look’ staat hem goed! In de kop van het deelnemersveld gaat het
er gebroederlijk aan toe: 1-3 (Schenk, Lukas en Schneider) finishen samen,
4-5 (waarbij Jan) finishen samen en 7-8 finishen eveneens samen. Bij de
dames gaat het er niet zo gezusterlijk aan toe. Drescher wint met ruim 3
minuten voorsprong op Breitmaier. Jos loopt sterk en finisht als 29e.

Vrijdag 5 juli 2002, 9.00, 6e etappe: Biel – Balsthal, 49km,
+1634m/-1590m, 8 verzorgingsposten

Net als alle voorafgaande dagen sliep ik ook nu niet zo heel erg
goed. Ik wist dat Mies en Wouter om 5.30 zouden starten. Ik was bijtijds
wakker en besloot mezelf te testen. Het resultaat was voldoende om, tegen
alle adviezen in, toch van start te gaan. Het was lekker weer. We liepen
langzaam, maar vorderden toch gestaag. In het begin liepen we samen, maar
na verloop van tijd kwam ik toch alleen te lopen. De 5e etappe mag dan
misschien wel de keizers-etappe zijn, de 6e etappe liegt er ook niet om.
De 1e 20km overheerst het klimmen (+918m). Tot 44,5km volgen betrekkelijk
korte beklimmingen en afdalingen en ‘min of meer’ vlakke passages elkaar
afwisselend op. Waar mogelijk probeer ik hard te lopen (of wat daar voor
door moet gaan). Bij lastige passages wandel ik. De laatste 4,5 km zijn
een crime. Er dient 510m te worden gedaald en sommige stukken zijn wel
heel erg steil voor iemand met een pijnlijk scheenbeen. Ruimschoots
voorafgegaan door Mies en Wouter finish ik na 9.20.01. Het laatste stuk
was lastig, maar de etappe als geheel ging me toch niet al te
problematisch af. Schenk en Lukas finishen samen als 1e. Zij worden
gevolgd door Jan, die Schneider (verkeerd gelopen) voor weet te blijven.
Bij de dames slaat Breitmaier een bres van bijna 27 minuten met Drescher.

Zaterdag 6juli 2002, 9.00, 7e etappe: Balsthal – Basel, 50km,
+1100m/-1330m, 8 verzorgingsposten

De organisatie wilde alle deelnemers vandaag vóór 16.00 binnen
hebben. De allertraagsten, waartoe ik inmiddels ook ruimschoots behoorde,
werden derhalve verzocht reeds om 5.30 te starten. Het is regenachtig bij
de start en al snel merk ik, dat het van geen kanten gaat vandaag,
algehele lichamelijke onmacht. Al snel loop ik achteraan. Ik wandel veel
en verloop me boven op een mistige top (in 2000 had ik op hetzelfde punt
eveneens problemen) ook nog eens. Bij de verzorgingsposten neem ik
ruimschoots de tijd. Het weer is somber, maar niet onaangenaam om in te
lopen. In de loop van de dag trekt het hele deelnemersveld aan me voorbij.
Bij de laatste verzorgingspost (6 km vóór de finish) is een Italiaanse
loopster de laatste, die mij passeert. Aangezien de tijd het toelaat
besluit ik zo’n 4 km voor de finish te gaan wandelen. In betrekkelijke
anonimiteit finish ik na 10.05.37 als laatste. De douche is reeds
gesloten. Ik kan zo aan het aperitief beginnen. Schenk wint ook de laatste
etappe. Hij wordt gevolgd door Lukas en Schneider. Jan wordt 6e. Bij de
dames vergroot Breitmaier haar voorsprong met nog eens ruim 14 minuten.

Alle Nederlandse deelnemers brachten het tot een goed einde. Jan
verbaasde vriend en vijand door als 4e te eindigen, een positie, die al
vrij snel zeker leek gesteld (maar tot Basel is niks is zeker bij de SJM).
Mies en Wouter slaagden ook in hun missie. Het ging hen niet altijd
makkelijk af, maar ze zetten door. Mies was de eerste Nederlandse dame,
die de SJM volbracht. Jos was onze vertegenwoordiger in het middenveld.
Hij behaalde een zeer verdienstelijke 35e plaats (met dank aan Mimi, de
masseuse). Theo had het moeilijk in de 1e 2 etappes, maar hij overwon zijn
maagproblemen. Ruud verdeelde zijn krachten goed en kon daardoor in de
laatste 2 etappes nog flink doorlopen. Mijn voorbereiding indachtig heb ik
het er zelf ook nog redelijk van afgebracht. De vraag, of de SJM ook met
een matige voorbereiding voltooid kan worden, kan met ‘ja’ beantwoorden
worden. Ik moet hierbij echter aantekenen, dat een goede voorbereiding het
allemaal wel een stuk eenvoudiger en prettiger maakt. Een week na dato is
mijn ‘olifantsvoet’ weer min of meer tot normale proporties geslonken. Aan
hardlopen hoef ik echter de eerstkomende tijd niet te denken. Ik stond dit
jaar overigens in de deelnemerslijst als ‘Brahm van der Bjil’ uit
‘Halfweh’. Indachtig dat ‘Weh’ in het Duits ‘pijn’ betekent een
toepasselijke verschrijving!
Gezien de omvang van deze loop, toch al gauw 3-4x een trainingsweek
van de gemiddelde (?) ultraloper, leent het evenement zich prima als
voorbereiding op een evenement later in het seizoen (bij voorbeeld de
Swiss Alpine Marathon, zie boven). Bovendien kom je alleen toch niet gauw
tot zo’n trainingsweek, lijkt mij. Ik in ieder geval niet!
De Zwitserse Jura is een middelgebergte met de bovengenoemde
Chasseral en Le Chasseron als hoogste toppen. Bij afwezigheid van een
dergelijk gebergte in Nederland moet men in de voorbereiding noodgedwongen
zijn heil zoeken in vervangende trainingsvormen. Een zeer geschikte
(m.i.), misschien enigszins onverwachte trainingsvorm om te oefenen voor
het klimmen, is fietsen. Dit echter wel op een manier, dat de bovenbenen
(pittig) worden belast. Bij het afdalen wordt je doorgaans min of meer
gedwongen harder te lopen dan je lief is. Het is nuttig om met dit gegeven
om te leren gaan. Jezelf afremmen slaat in de bovenbenen, daarom is het
verstandiger om een beetje ‘mee te geven’. (Lange) tempolopen zorgen
ervoor, dat je went aan een hoog beentempo. Ter plekke kun je verder door
zig-zag te lopen de weg verlengen en zodoende het stijgingspercentage
verlagen. Deze tactiek kan natuurlijk ook benut worden bij het klimmen.
Dit jaar stond er een recordaantal van 7 Nederlanders aan de start.
Hopelijk gaat de loop in de huidige opzet verder en staat er bij de
volgende editie een nog weer iets grotere Nederlandse ploeg aan de start!
Voor de volledige uitslagen verwijs ik graag naar de website van de
SJM:
http://www.swissjuramarathon.com/marathon_2002.htm

Bram van der Bijl [anvdbijl@xs4all.nl], Halfweg, 14-7-02