Tijdens de Schaive Tooren loop in Bedum enkele weken terug, riep mijn oud-trainer Peter Stein me met zijn fraaie Duitse accent toe: “Ga je mee naar Duitsland voor een loop vanuit Emden over 70 km?”. Uiteraard was ik direct geïnteresseerd, maar na een slecht verlopen 100 km te Winschoten was de motivatie verdwenen. Toen Ubel Dijk het er echter enkele dagen voor de loop nog over had, kwam de zin weer terug en we spraken af met z’n drieën te gaan. ’s Ochtends om 7 uur werd er vanuit Groningen vertrokken, het was nog donker, winderig en koud. Na een uurtje rijden arriveerden we in Emden, waar na enig zoeken de startlocatie werd gevonden. (Al met al was deze loop dus meer een thuiswedstrijd voor ons dan bv. het komende NK te Stein, wat bijna 4 uur rijden is.) Daar troffen we ook de altijd enthousiaste Henk Noor. Er waren ruim 50 ultralopers op de wedstrijd afgekomen, alsmede een groot aantal teams die de afstand in 10 etappes zouden afleggen. Om 9 uur was de start, het startschot werd gelost door een plaatselijke notabele die kennelijk een gezellige avond had gehad, te oordelen aan zijn stemgeluid en kleine oogjes. Ondertussen was het begonnen te miezeren en het was ijzig koud zodat we besloten (nog) een extra shirt aan te trekken. Een harde oostenwind zou ons vandaag constant in het gezicht blazen. Vorig jaar verliep de wedstrijd in omgekeerde richting. Ubel zegt droog: ”Toen woei de wind zeker uit het westen.”. Na de start spoed een kleine groep zich naar voren, waaronder Henk. Hij staat bekend om zijn snelle starts. Ik vraag me af of dat goed gaat onder deze omstandigheden. Al na enkele kilometers laat ik Ubel gaan en probeer in een groepje beschutting te vinden. We lopen het hele traject langs een kanaal, over kleine gravelpaadjes, fietspaden, autowegen en stukken gras. Het grootste deel van de route is onbeschut en met de wind in het gezicht is het ondanks het harde werken erg koud. Helaas valt mijn groepje snel uiteen en zwoegt ieder voor zich tegen de elementen. Gelukkig is het droog geworden. Het eerste uur gaat voor mij zeer moeizaam, maar gaandeweg begin ik soepeler te draaien. Na zo’n 30 km voel ik me zowaar beter dan aan de start. De verzorging onderweg is uitstekend en ook de aanduiding van de route en de afstand is geweldig. Iedere kilometer staat aangegeven en vele vrijwilligers staan op de kruis- en wisselpunten. De organisatie is een samenwerking van wel 12 loopverenigingen uit dit deel van Duitsland. Ondertussen beginnen de eerste estafettelopers me in te halen, ze gaan onwaarschijnlijk hard. Of sta ik echt bijna stil? De tussentijden geven weinig moed, want het tempo ligt onder de 11 per uur, terwijl ik me serieus inspan. Gelukkig is daar de enthousiaste aanmoediging van de mensen langs het parcours. Echt iedereen klapt of heeft een bemoedigend woord, wat een verademing na Winschoten waar het soms erg aangeschoten publiek de lopers vanachter de barbecue weer op scheldpartijen en onfrisse opmerkingen trakteerde. Verder heeft ook de warme thee steeds een mentale opkikker als gevolg. Het landschap is plat, maar toch redelijk afwisselend. We passeren dorpjes, dijkhuisjes en boerderijen, en soms moet er een slinger worden gemaakt als de weg niet meer langs het kanaal gaat. Heerlijk, staat de wind ook eens vanuit een andere kant in je gezicht. Gelukkig heb ik in de provincie Groningen meer dan genoeg getraind onder dit soort omstandigheden. Immers: overal kanalen en altijd (tegen)wind. Ongeveer halverwege passeren we het ‘Hoogste Punt”. Dit moet wel een grap zijn, maar glimlachende ben ik weer enkele kilometers verder. Pas na 50 km begint het echt zwaar te worden, maar ik begin lopers in te halen wat altijd weer motivatie geeft; kennelijk hebben zij het nog zwaarder dan ik. Van Peter (en zijn zoontje Sten die ook mee is) hoor ik dat Ubel goed gaat, hij ligt een half uur op me voor! Ondertussen krijg ik het erg koud, de niet aflatende wind zuigt de warmte uit me. Omdat ik na 60 km ook af en toe 100 meter wandel, koel ik nog verder af. Gelukkig was ik zo verstandig handschoenen mee te nemen. Om me heen zie ik ook lopers met een korte broek en veel minder kleding dan ik, hoe houden ze het vol? Bij een treinovergang moeten we een minuutje wachten en een Duitser naast me kijkt verlangend of er niet nog een trein komt. Zelfs zo’n korte stop voelt (veel te) weldadig. Stijfjes komen we weer op gang en stumperen samen enkele kilometers verder, waarna ik hem achterlaat. Opvallend vind ik het relatief geringe aantal ‘instorters’, vergeleken met andere ultrawedstrijden. Taaie rakkers die Duitsers. Dat wordt nogmaals benadrukt als op 69 kilometer een oude baas me puffend en proestend passeert, hij moet zeker 70 jaar zijn. “Dit kan toch niet waar zijn”, denk ik en dwing mezelf tot een ultieme inspanning. Ik weet deze bejaarde achter me te laten en finish enkele minuten daarna in 7u28. He?? Zeven en een half uur?? Minder dan tempo 10?? Het geeft nog maar eens aan hoe zwaar het was vandaag. Ik loop terug naar Peter die met vertelt dat Ubel al 55 minuten binnen is. Een uitstekende prestatie, hij werd 10e en lijkt eindelijk weer meer snelheid in de benen te krijgen. De eersten waren de Duitsers Bernd Kreutziger en Bernd Wagner, maar tijden zijn me verder niet bekend. Henk Noor liep een goede wedstrijd en was erg tevreden, maar ook zijn tijd is me ontschoten. Na een wederom snelle start nam hij gas terug, liep de wedstrijd makkelijk uit en eindigde dacht ik op plaats 5. Toen we na het douchen huiswaarts reden, zagen we aan de overzijde van het kanaal nog immer lopers passeren, de limiet stond vandaag op 9 uur. Al met al een geslaagde loop en een echte aanrader. Nog een aardige anekdote: De eigenaar van het Griekse restaurant waar we samen aten, wist helemaal niets van ultralopen. Toen Peter met hem verder praatte wist hij nog wel plots de naam van Yiannis Kouros! “Oh yes, best runner of the world” zei hij met nauwelijks verholen nationale trots.
Thijs Roest